De huisarts verwijst je naar het ziekenhuis als meer onderzoek voor jouw klachten nodig is. De arts in het ziekenhuis onderzoekt waar jouw klachten vandaan komen. De longarts kan vervolgens vaststellen of je longkanker hebt, om welke soort het gaat en in welk stadium de ziekte zich bevindt.
De belangrijkste onderzoeken zijn:
Bloedonderzoek, waarbij bloed wordt afgenomen, dat in het laboratorium wordt onderzocht.
Röntgenfoto, waarop een mogelijke tumor te zien is.
CT-scan, waarmee de precieze plaats van de tumor kan worden vastgesteld. Ook eventuele uitzaaiingen naar de lever en bijnieren zijn hierop te zien, net als vergrote lymfeklieren.
Echo-endoscopie, waarbij een flexibele slang via de mond de slokdarm of de luchtwegen wordt ingebracht. Met behulp van geluidsgolven worden de klieren rond de luchtpijp of slokdarm gecontroleerd. Als er sprake is van een vergrote klier, dan wordt met behulp van een dunne naald weefsel uit de klier gehaald. Dit weefsel wordt onderzocht op kwaadaardige cellen.
Echografie van de bovenbuik, waarbij met behulp van geluidsgolven een beeld wordt gemaakt van wat er zich in de buik afspeelt.
Bronchoscopie, een onderzoek waarbij de luchtwegen van binnen worden bekeken met een bronchoscoop. Dit is een slang met aan het uiteinde een camera. Bij dit onderzoek wordt vaak ook wat weefsel weggenomen om het nader te onderzoeken.
Bron: longkanker Nederland https://youtu.be/Naiwv9Cecto