
UItleg persoonsvorm
In elke zin staan werkwoorden. Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv).
Zo vind je de persoonsvorm
Om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm (pv) is, zijn er meerdere mogelijkheden. We behandelen er hier twee. De eerste is: de zin vragend maken.
Voorbeeld
De leraar moppert de hele dag.
Moppert de leraar de hele dag?
De tweede methode om de persoonsvorm te achterhalen is: de zin een een andere tijd zetten. Tegenwoordige tijd wordt verleden tijd, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Voorbeeld
Penny kan heel goed dansen.
Penny kon heel goed dansen.
Je kunt 'kan' in een andere tijd zetten en 'dansen' niet, dus: 'kan' is de persoonsvorm.
Uitleg persoonsvorm https://www.youtube.com/watch?v=tS-PSc-vEsY
Maak hier opdracht 3. Maak dit alleen als je bij de vorige opdracht meer dan drie fouten had.