Wortel: De wortels dienen voor steun en wateropname. Een plant blijft stevig staan doordat drie wortelen zich nestelen in de grond, je begint met de hoofdwortel met afwijkende zijwortels, waaraan haarwortels groeien. De haarwortels is weer belangrijk voor de wateropname, de haartjes vangen water op en nemen het op.
De stengel: De stengel dient voornamelijk voor steun. De stengel draagt ook de organen van de plant, zoals bladeren en bloemen. Door de stengel heen lopen houtvaten, (xyleemvaten), houtvaten zorgen voor transport van water en water.
Met name bij de koolzuurassimilatie is water nodig. De voedingstoffen die tijdens de koolzuurassimilatie gevormd worden, worden daarna door de zeefvaten (floeemvaten) naar alle delen van de plant gestuurd om daar voor verdere groei te zorgen. Verstoring van beide vaten kan leiden tot slechte groei en verminderde productie.
Het blad: Een blad is een groen, plat dun schijfje dat ondersteund word door een netwerk van nerven. De belangrijkste functie van een blad is door middel van koolzuurassimilatie voedsel te maken in vorm van koolhydraten.
Bloem: In een knop zit ook een beginsgroeisel van een bloem. Daaruit bloeit een bloem en kan een bloem nog alleen afwachten om bestuifd te worden door een bij om daarna tot een gewas kan groeien. De bloem is vooral bedoeld voor voortplanting.
