Voedingsvezels zijn een verzameling stoffen met als belangrijkste kenmerk dat ze niet door de dunne darm kunnen worden verteerd. We kunnen voedingsvezels het best omschrijven als alle voor menselijk lichaam onverteerbare polysachariden.
Volgens de vezelrichtlijn van de Gezondsheidsraad worden de volgende stoffen als voedingsvezel aangegeven: cellulose, hemicellulose, pectine, chitine, lignine, gommen, inunline, beta-glucanen, oligosacchariden en polydextrose.
Deze voedingsvezels kunnen we in twee groepen verdelen, vezels die wel oplosbaar zijn, en vezels die niet in water oplosbar zijn. De oplosbare voedingsvezels worden ook wel fermenteerbare vezels genoemd en kunnen in de dikke darm door bacteriën worden afgebroken.
Dikke darm functie
De dikke darm zorgt ervoor dat bestandsdelen van voeding dat in de dunne darm niet kon worden opgenomen wel opgenomen kan worden in de dikke darm. Dat kan zo wel eens zijn dat sommige voedingsresten pas in de dikke darm worden opgenomen geen juiste vorm hebben of nog afgebroken moeten worden door de darmbacteriën. In de dikke darm wordt ook veel water met voedingszouten geabsorbeerd.
De dikke darm producteert ook grote groepen Colibacteriën. Dit soort bacteriën zijn nodig voor de vertering van voedsel en aanmaak van vitamine K, maar het heeft ook een ander functie.
Het zijn ook voornamelijk ziekteverwekkende bacteriën dat vooral in uitwerpselen te vinden is. Het is dan wel goedaardig, maar het kan veel schade leveren als het op een verkeerde plek van je lichaam terecht komt.