processen
1. voorwerken
De bladeren en stronk worden verwijderd.
2. snijden
De groente wordt gesneden in een snijmachine met vlijmscherpe messen die de plantencellen zoveel mogelijk intact laten.
3. wassen
De groenten gaan in een dompelbad in ijswater van 0-1 graden volgens het tegenstroomprincipe. Hierbij komt het schoonste waswater in contact met het product in het laatste wasstadium. Via een lopende band wordt de groente uit het laatste dompelbad gehaald en via watersproeiers nog een keer goed afgespoeld.
4. drogen
De groenten worden gedroogd in een centrifuge of luchtdroger.
5. mengen
Er worden twee mengmethoden gebruikt. De stevige roerbakgroenten worden gemengd in een grote mengtrommel en de slamixen worden gemengd in de wasstraat.
6. verpakken
De groenten worden verpakt in laminaatfolie, ademende folie of ze worden begast.