bevruchting van bijen en hommels

Bestuiving en bevruchting

Hommels en bijen vliegen van bloem naar bloem en verzamelen nectar, dat later wordt omgezet in honing. Stuifmeel wordt meegenomen. De insecten verzamelen stuifmeel door te wrijven tegen de meeldraden van de plant. Het stuifmeel komt dan terecht op de poten van de bij. Wanneer een bij bij een bloem komt, kunnen de stuifmeelkorrels overgebracht worden. Er kan dan alleen bevruchting plaatsvinden als de stuifmeelkorrels afkomstig zijn van een plant van dezelfde soort.

De rol van bijen en hommels

Bijen spelen een belangrijke rol in de kleinfruitteelt. Voor een goede bestuiving bij een buitenteelt wordt een aantal bijenvolken per hectare ingezet. Bij de binnenteelt verloopt de bestuiving moeilijker, omdat de wind ontbreekt en de bestuiving helemaal afhankelijk is van de bijenvolken. Het binnenklimaat van de kas is ook lastig. De luchtvochtigheid, het zuurstofgehalte, de temperatuur en het licht in de kas zijn belangrijk voor het goed functioneren van het bijenvolk. Bij een te hoge luchtvochtigheid wordt het stuifmeel in de bloemen te nat, waardoor dit minder makkelijk aan de bijen blijft kleven. Is het stuifmeel te droog, dan plakt het onvoldoende en nemen de bijen te weinig stuifmeel mee naar de volgende bloem. Bij een luchtvochtigheid tussen 60 en 80 procent worden de bloemen het best door de bijen bezocht.