belangrijke koolhydraten onder de loep

Glucose is de bouwsteen van alle koolhydraten en kan niet door het lichaam worden aangemaakt. Het lichaam kan uit sommige eiwitten kleine hoeveelheden koolhydraten vormen. Ook uit glycerol, een bouwsteen van vetten, en uit melkzuur kan het lichaam glucose aanmaken. De hoeveelheden zijn alleen onvoldoende om het lichaam van energie te voorzien. Te weinig koolhydraten veroorzaken een ernstige storing van de stofwisseling. Met energie wordt ook warmte bedoeld. Lichaamscellen hebben energie en warmte nodig. Door de enrgie kunnen we bewegen en door warmte houden we ons lichaam op temperatuur.

Vrijmaken van energie uit glucose.

Het vrijmaken van energie uit glucose kan op twee manieren:

- met zuurstof (oxidatief of aeroob)

Bij de oxidatieve omzetting van glucose ontstaan koolzuurgas en water waarbij energie vrijkomt. Oxideren (verbranden) is het verbinden van een stof met zuurstof.

- zonder zuurstof (inoxidatief of anaeroob)

Bij de inoxidatieve omzetting van glucose ontstaat melkzuur. Ook hierbij komt energie vrij, maar minder dan bij de oxidatieve omzetting. Als het bloed bij een grote lichamelijke inspanning te weinig zuurstof aanvoert om alle glucose via verbranding om te zetten in de noodzakelijke energie, dan schakelt het lichaam over op de inoxidatieve omzetting van glucose om genoeg energie te hebben. Het melkzuur dat ontstaat, kan niet snel genoeg door het lichaam worden afgevoerd en hoopt zich op in de spieren. Daardoor krijgen we spierpijn. Dit melkzuur wordt via een ingewikkeld proces (citroenzuurcyclus of Krebs-cyclus) teruggevormd tot glucose. Melk en melkzuur zijn de enige bron van galactose. Alleen zuigelingen kunnen lactose in het darmkanaalsplitsen door grote hoeveelheden van lactase. Als de zuigelingen ouder worden neemt de enzymactiviteit af. Ouderen kunnen lactose in het darmkanaal niet meer splitsen.