Voedingsmiddelen zijn alle soorten voedsel die door mensen kunnen worden genuttigd. In het geval van voedsel ten behoeve van huis- en landbouwdieren spreekt men van voer. Op de verpakking van industriële voedingsmiddelen staat een, binnen de Europese Unie wettelijk verplichte, ingrediëntendeclaratie.
Tegenwoordig hebben wij te maken met zichtbare en onzichtbare suikers, het verschil is niet heel groot behalve dat de een zichtbaar is en de andere onzichtbaar. Zichbaar: hier word bijvoorbeeld een suikerklontje bedoeld of honing. Onzichtbare sukers: hier word bijvoorbeeld Fanta bedoeld je ziet het suiker niet maar er zitten misschien wel 15 suikerklontjes in een fles.
Consumptieniveau voor voedingsvezels Hoewel enige mate van onzekerheid blijft bestaan over het optimale consumptieniveau, acht de commissie 3,4 gram voedingsvezel per megajoule (14 gram per 1000 kilocalorieën) geschikt als Nederlandse richtlijn voor volwassenen.
Richtlijn voor kinderen
Voor kinderen heeft de commissie gekozen voor een geleidelijke toename van de richtlijn voor voedingsvezel met de leeftijd: van 2,8 gram per megajoule voor de leeftijdsgroep van 1 tot en met 3 jaar, via 3,0 gram per megajoule voor de leeftijdsgroep van 4 tot en met 8 jaar en 3,2 gram per megajoule voor de leeftijdsgroep van 9 tot en met 13 jaar naar dezelfde waarde als voor volwassenen (3,4 gram per megajoule) voor de leeftijdsgroep van 14 tot en met 18 jaar.
Goede bronnen van voedingsvezels zijn: Groenten en fruit, volkorenbrood en volkoren graanproducten, producten van noten en peulvruchten.