Ongedierte, het woord zegt het al, hebben we liever niet in en rond de stallen van het paardenhouderijbedrijf.
Behalve dat ongedierte zorgt voor de overdracht van bacteriën en virussen op mens en dier, brengt dit nog veel meer problemen met zich mee.
In dit hoofdstuk zullen we daar dieper op in gaan.
Vliegen en muggen
Wereldwijd bestaan er zo'n 70.000 soorten vliegen en muggen, waarvan in Nederland meer dan 30.000 voorkomen.
De bekendste vliegen zijn de huisvlieg en de strontvlieg, maar ook dazen en horzels behoren tot de vliegen.
De huisvlieg en de strontvlieg zijn vooral erg hinderlijk voor de paarden, het ergste in de zomermaanden.
Ze bevinden zich dan over het hele lijf van het paard, wat natuurlijk kriebelt. Ook bevinden zij zich graag aan en rond de ogen van het paard.
Daarnaast zien we ze ook veel terug op het voer van de paarden, alwaar zij hun uitwerpselen achter laten.
De strontvlieg zien we terug op en rond plaatsen waar zich mest bevindt.
Vliegen zijn dus hinderlijk voor de paarden, maar ook voor de mensen die met paarden werken.
Dazen en horzels zijn behalve hinderlijk ook schadelijk voor het paard.
Dazen, welke ook wel paardenvliegen genoemd worden, zijn breed gebouwde, snelle roofdieren met grote ogen.
Vooral de wijfjes zijn bloeddorstig en zuigen bloed bij grote zoogdieren en ook bij de mens.
Het eiwit uit het opgezogen bloed is nodig om de eitjes te kunnen laten rijpen.
De mannetjes dazen eten honing.
Dazen bevinden zich vooral in bosrijke gebieden of aan bosranden en komen we alleen tegen wanneer het hoogzomer is.
Zij zijn dan actief van zonsopgang tot zonsondergang en kunnen de paarden tot wanhoop drijven doordat zij deze zeer pijnlijk steken.
Als reactie op deze steken krijgen de paarden vaak grote bulten Dazen zijn breed gebouwde, snelle roofvliegen met grote ogen.

Horzels steken niet, maar kunnen inwendig schade aanrichten aan de paarden middels hun larven. De horzellarven vallen onder parasieten en zullen in een volgend hoofdstuk behandeld worden.
De Culicoides-mug kan ook veel schade aanrichten aan het paard.
Deze mug is namelijk de veroorzaker van staart- en maneneczeem.
Paarden die gevoelig zijn voor het speeksel van deze mug krijgen na beten ondraaglijke jeuk aan manen en staart en gaan daardoor erg schuren.
Door dit schuren kunnen manen- en staartharen helemaal verloren gaan en kunnen er grote beschadigingen ontstaan aan de onderliggende huid.
Soms komt de overgevoeligheid van het speeksel van de Culicoidesmug ook voor onder de buik van het paard.
Deze muggen komen vooral voor in bosrijke gebieden, langs bosranden en in de buurt van poelen.
Ze zijn actief in de zomermaanden rond zonsopgang en zonsondergang.
Muizen en ratten
De muizen die we in en rond de stallen tegen komen zijn veelal veldmuizen.
Deze zijn zo'n 65mm tot 100 mm groot en hebben een grijskleurige vacht.
Muizen kunnen veel schade aanrichten aan de voervoorraden voor de paarden door het aanvreten van de zakken waarin het voer zit.
Ook nestelen zij zich graag in paardendekens als deze ergens opgeslagen liggen.
Dit heeft tot gevolg dat er vaak grote gaten ontstaan in de dekens.
Verder kunnen muizen ook veel schade aanrichten aan gebouwen en materialen door dit aan te vreten.
Zien we een rat in of om de stallen lopen, dan hebben we te maken met de bruine rat.
De bruine rat heeft een stompe snuit, vrij korte staart, kleine oren, een bruine tot rossige kleur vacht en is zo'n 20cm tot 30cm groot.
De rat is een zeer onhygiënisch beest en werd vroeger ook al gezien dan grote overbrenger van veel ziektes.
Hij leeft graag op vochtige plaatsen en is een alleseter.
We kunnen hem op het paardenbedrijf dus tegen komen in bijvoorbeeld de mestputten die zich onder stalgangen bevinden, in en rond de plaats waar mest opgeslagen wordt, kelders, ruimtes waar voer opgeslagen wordt, ruimtes waar afval verzameld en/ of opgeslagen wordt.
Duidelijk mag zijn dat ratten, door alles aan te vreten, nog meer schade kunnen aanrichten dan muizen.
Muizen en ratten zijn onder andere overbrengers van de salmonella bacterie.


De belangrijkste manier om overlast van ongedierte te voorkomen is door alles op en rond het paardenbedrijf netjes en schoon te houden.
Muizen en ratten
Zorg ervoor dat het voer op een manier opgeslagen wordt, zodat het moeilijk wordt voor muizen en ratten om erbij te komen en aan te vreten.
Met het opslaan van voer in een voersilo wordt dit probleem helemaal uitgesloten.
Zorg, bij het gebruik van een voersilo, er wel voor dat je het voer dat je morst opruimt.
Paardenhouderijbedrijven die een klein aantal paarden stallen en waarvoor het dus niet rendabel is om een silo aan te schaffen en daarin het voer te laten komen, werken veelal met zakken brok.
Wanneer deze zakken zich in een afgesloten ruimte bevinden en op een pallet geplaatst worden, wordt het aanvreten door ratten en muizen bemoeilijkt.
Laat geen zakken staan die reeds geopend zijn, maar deponeer de inhoud in een, met een deksel afgesloten, voerkar of voerton.
Probeer ook tijdens het voeren van de paarden geen brokken of ander voer op de grond te knoeien of zorg ervoor dat je dit naderhand opruimt.
Zorg er ook voor dat de vloer van de ruimte waar het voer opgeslagen wordt schoon blijft.
Laat geen rommel of materialen liggen welke kunnen dienen als huisvesting voor ratten of muizen.
De opslagplaats van mest trekt ratten aan.
Zorg ervoor dat de opslag van mest op één plaats gebeurt en laat de mest regelmatig ophalen door de mestboer.
Als de paarden buiten hun box mesten, ruim dit dan ook direct op.
Vliegen en muggen
Vooral 's zomers trekt de mestopslag ook veel vliegen aan, welke hinderlijk zijn voor mens en paard. Het kan helpen om de mestopslag 's zomers af te dekken.
Ook hiervoor geldt dat de mest regelmatig opgehaald dient te worden door de mestboer.
Verder zorgt een goede stalhygiëne er ook voor dat we minder last van vliegen hebben.
Het geven van natvoer zoals zemelen en pulp, trekt 's zomers ook nogal wat vliegen aan, het is dus raadzaam om het geven van dit soort voer 's zomers te beperken.
Besluit je dit toch te voeren, zorg er dan voor dat je voerbakken, emmers en voerscheppen goed schoonmaakt na gebruik.
Voor paarden en pony's die overgevoelig zijn voor de Culicoidesmug is het raadzaam ze niet te weiden tijdens de periodes van zonsopgang en zonsondergang, omdat deze mug dan het actiefst is. Er is maar één manier om preventief te werk te gaan tegen dazen en dat is door ze niet op te zoeken. Dus rijdt tijdens hoog zomer liever niet overdag in of bij bosrijke gebieden.
Ratten en muizen
Ratten en muizen kunnen op een simpele manier bestreden worden door het plaatsen van muizen- en rattenvallen. Ook kun je gebruik maken van muizen- en rattengif.
Plaats het gif altijd buiten bereik van andere dieren die eventueel op het paardenbedrijf rondlopen, zoals katten en honden, maar ook buiten bereik van kinderen.
Bij plaatsing van gif dien je altijd gebruik maken van handschoenen.
Naast het gebruik van vallen en gif zijn katten en honden ook goede muizenvangers.
Bestrijden zonder gif https://www.youtube.com/watch?v=yd98q7qfMTg
Vliegen en muggen
Het bestrijden van vliegen kan op verschillende manieren gebeuren, nl:
Door het ophangen van apparaten waarmee vliegen en muggen geëlektrocuteerd worden.Verder kunnen we nog de volgende middelen gebruiken in de bestrijding tegen vliegen:
Paarden die overgevoelig zijn voor de Culloidesmug en hierdoor staart- en manen eczeem krijgen kunnen we, naast het niet weiden tijdens de periodes van zonsopgang en zonsondergang, behandelen met verschillende soorten zalven en sprays.
Deze zorgen er voor dat het paard geen jeuk meer heeft, maar voorkomt niet dat de mug op het paard komt.
Voorbeelden zijn eczemabalm (zalf) en fenomenaal (spray).