Trensbitten worden in de hedendaagse paardensport het meest gebruikt. Afhankelijk van het type kunnen trensen een milde tot zeer scherpe inwerking hebben. Trensen werken in op de mondhoeken, de lagen en de tong. Sommige trensbitten werken ook op het gehemelte in.
De scherpte van de inwerking van een trens in de paardenmond is afhangelijk van:
De dikte van het mondstuk
Het materiaal van het mondstuk
Enkel –of dubbel gebroken of roterend
Vorm van het mondstuk
Vorm van de bitring
Trenzen kunnen van verschillende materialen gemaakt worden, ijzer, roestvrijstaal, koper, argentaan, aurigan, rubber, kunstof of leer. Trenzen zijn er in drie uitvoeringen
Gebroken (enkel of dubbel gebroken)
Ongebroken
Roterend
Het trensbit is in vijf subcategorieën onder te brengen. Al deze bitten zijn verkrijgbaar met verschillende mondstukken.
Watertrens
Een watertrens beschikt over bitringen die door het mondstuk kunnen bewegen. Het bit kan hierdoor vrijer door de paardenmond bewegen, wat sommige paarden prettiger vinden. Bij het aanmeten van een watertrens is het belangrijk om deze iets breder te meten, waardoor de mondhoeken niet beschadigd kunnen raken door de bewegende bitringen.
Bustrens
De bustrens heeft ovale bitringen, waar het mondstuk aan vast zit. Dit is om te voorkomen dat de lippen niet worden ingeklemd. Doordat de bitringen aan het mondstuk vast zitten, ligt dit bit redelijk stil in de mond.
D-trens
Een D-trens lijkt op een bustrens. Ook bij de D-trens zit het mondstuk vast aan de ring. Het verschil is dat bij de D-trens de ringen geen ovale vorm hebben, maar de vorm van de hoofdletter D. Hierdoor kan het bit bij het sturen niet door de mond worden getrokken en geeft de lange zijde van de bitring extra begrenzing. De D-trens ligt nog iets stiller in de mond dan de bustrens.
Kneveltrens
Een kneveltrens heeft vaak het model van een bustrens, maar er zijn staafjes (knevels) aan het mondstuk toegevoegd. Hierdoor werkt dit bit, net als de D-trens begrenzend bij het sturen. Het bit ziet er grof en onvriendelijk uit, maar ligt erg stil in de paardenmond.
Hangende trens
Deze bitten hebben vaak aan de bitring nog een extra ring bevestigd, waardoor ze als het ware in de mond hangen. Zodra het bit wordt aangenomen treedt er een lichte hefboomwerking in.
Stang en trens
Door het gebruik van een stangbit wordt de druk van de teugels niet alleen op het mondstuk overgedragen maar ook op de bakstukken en op de nek. De kinketting versterkt de druk op het mondstuk. De inwerking is wat subtieler dan het plaatje links aangeeft.
Als het paard verder wordt opgeleid en toe is aan de verzameling dan kan men een stangbit toevoegen. Hetzij in de vorm van stang en trens of kaptoom en kandare. Je hebt dan een optoming in handen die je onafhankelijk van elkaar kunt gebruiken.
Met een trens kan je minder verfijnen dan met een stang, zodat je bij de verder gevorderde dressuur de stang erbij hebt.
Als je de hele tijd met stang alleen rijdt, ga je die verfijning missen. De kracht van de stang zit hem in het feit dat je hem af en toe als extra hulpmiddel kunt gebruiken.