Het tuig speelt een belangrijke rol bij het ‘aangespannen rijden’. Het tuig vormt de verbinding tussen het paard, de menner en het rijtuig. Het mentuig bestaat uit verschillende onderdelen, ook is er een verschil in tuig, je hebt een borsttuig of gareeltuig.
Het borsttuig wordt het meest gebruikt in de mensport, de strengen verbinden het borsttuig met het rijtuig. Het borsttuig bestaat uit enkele onderdelen;
Het gareeltuig bestaat uit verschillende onderdelen;
Naast een borst/gareeltuig heb je ook een schofttuig nodig. Bij een enkelspan heeft het schoftje vooral als functie de bevestiging en het dragen van de lamoenen. Het schofttuig bestaat uit verschillende onderdelen.
Vervolgens heb je nog een rug/staartriem nodig, deze riem heeft als functie het op de plaats houden van het schofttuig en bevestiging van de broek. De rugriem wordt aan een uiteinde aan de ring (voor de rugriem, zie 1 hierboven) vastgemaakt en het andere uiteinde aan de straatriem.
De broek voorkomt (bij een enkelspan) dat het rijtuig bij het afdalen van een heuvelachtig terrein het paard zou kunnen raken. De kruisriem houdt de broek op de juiste hoogte. De broekriem verbindt de broek met het lamoen van het rijtuig.
Het hoofdstel verbind door de bevestiging van het bit via de leidsel de paardenmond met de hand van de menner en vormt zo dus de schakel in de besturing van de aanspanning. Het hoofdstel bestaat bijna uit dezelfde onderdelen als bij ‘het normale hoofdstel’. Een menhoofdstel heeft echter nog een windriem met daaraan oogkleppen bevestigd en bevat de frontriem een ‘rozet’ aan beide kanten.