Lijn, lijnstuk, halve lijn, punt

Met een lijn bedoelen we altijd een rechte lijn.
Een lijn heeft geen beginpunt en geen eindpunt.
In een tekening mag je een lijn ook altijd naar één of beide kanten langer maken.
De naam van een lijn is een kleine letter, bijvoorbeeld: lijn m

Een lijnstuk heeft een beginpunt en een eindpunt.



De naam van een punt is altijd een HOOFDletter.

Een halve lijn heeft één eindpunt.

Als twee lijnen elkaar snijden geven we het snijpunt meestal ook een naam, bijvoorbeeld: S

Lijnen die elkaar niet snijden (ook niet als je ze langer maakt) zijn evenwijdig.

 

Lijnen die elkaar snijden met een rechte hoek staan loodrecht op elkaar.


In een tekening geef je dat aan met een rechte hoek teken.
 

Lijnen teken je met een potlood en liniaal of geodriehoek.

Om lijnen evenwijdig of loodrecht te tekenen gebruik je altijd je geodriehoek.

 

Soms mag je ook schetsen. Een schets is een soort kladje en mag zonder liniaal of geodriehoek worden gemaakt.
Een schets is een hulpmiddel om snel een plaatje te krijgen bij een situatie.