Opgaven

1H02 Opgaven ......................................................................................................................................

 

  Lijn, lijnstuk en punt

 

Neem de tekst over in je schrift en vul de woorden ‘punt’, ‘lijn’, ‘lijnstuk’, ‘snijpunt’, ‘loodrechte’ of ‘evenwijdige’ in.

 

figuur 1H02.1, opgave 1

l is een ……

AB is een ……

A is een ………

l en m zijn ……… lijnen.

k en m zijn ……… lijnen.

A is het ……… van lijn k en lijn m.

 

  Voorbeeld 1

 

In de wereld om je heen kom je allerlei soorten lijnen tegen. Denk maar eens aan specie tussen bakstenen, dit zijn twee evenwijdige lijnen. Bedenk zelf nog twee voorbeelden van evenwijdige lijnen.

 

Voorbeeld 2

 

Bekijk, zo nodig, eerst    

Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijn m evenwijdig aan lijn l.

Zorg dat de lijnen l en m precies 2 cm van elkaar liggen.      

 

 

Voorbeeld 3

 

Bekijk, zo nodig, eerst één of meer filmpjes:                 

 

Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijn p precies loodrecht op lijn l.

Denk aan het tekentje voor loodrecht!

 

Kernopgave

 

Op je werkblad zie je lijn l met punt P op die lijn.

  1. Teken een lijn door P en loodrecht op lijn l.
    Noem die lijn m.
  2. Teken een punt Q op lijn m.
  3. Teken een lijn door Q en loodrecht op lijn m. Noem die lijn n.
  4. Neem over en vul in: lijn l en lijn n zijn ………………………………………………… lijnen.
  5. Neem over en vul in: het snijpunt van lijn l en lijn m is ..............

 

Lijn en punt

 

Op je werkblad zie je lijn l en de punten P en Q.

  1. Teken een lijn door P loodrecht op lijn l. Noem die lijn m.
  2. Teken een lijn door Q loodrecht op lijn l. Noem die lijn n.
  3. Neem over en vul in: de lijnen m en n zijn ………………………………………………… lijnen.
  4. Het snijpunt van de lijnen n en l noem je R.
  5. Teken een lijn door R evenwijdig aan lijnstuk PQ. Noem die lijn p.

 

Lijnen in een rooster

 

Een rooster kan je helpen bij het tekenen van evenwijdige en loodrechte lijnen.
je vindt deze opdracht weer op je werkblad

  1. Laat zien hoe je met het rooster lijn m door punt C evenwijdig aan lijn l tekent.
  2. Laat zien hoe je met het rooster lijn n door punt C loodrecht op lijn l tekent.

 

  Lijnen in een assenstelsel

 

  1. Teken een assenstelsel met een x-as van -2 tot 5 en een y-as van -3 tot 3.
  2. Teken de volgende punten A(-2 , 3), B(3 , -1) C(5 , 3), D(-1 , -2) en E(2 , 2).
  3. Teken met groenpotlood lijnstuk AB.
  4. Teken met blauwpotlood een lijn evenwijdig aan de x-as door punt E.
  5. Teken met grijspotlood een halve lijn lvanuit punt C.

 

  Visgraat

 

Zijn de lijnen a en b evenwijdig?

 

 

 

 

 

 

 

10  Twee halve lijnen

 

Teken in je schrift een punt C.
Kun je twee halve lijnen tekenen die beginnen in punt C EN die evenwijdig zijn?

 

11    Assenstelsel

 

a. Teken D(1,4) E(6,2) en F(8,7).

b. Teken de loodlijn r op het lijnstuk DF die door punt E gaat.

c. Teken een evenwijdige lijn v van DE door punt F. (vergeet de tekentjes er niet bij te zetten)