Een lijn is altijd recht en heeft geen beginpunt en geen eindpunt.
Een lijn geef je altijd aan met een kleine letter:
bijvoorbeeld lijn m.
Een lijnstuk heeft wel een beginpunt en een eindpunt.
Lijnstuk AB loopt tussen de punten A en B.
Bij een punt zet je altijd een HOOFDLETTERS.
1
Lijn, lijnstuk en punt
Bekijk de lijnen hiernaast in de afbeelding.
Hieronder zie je enkele beweringen over deze lijnen. Op de puntjes .... moet een begrip worden ingevuld. Schrijf de letters op in je schrift met daarachter het juiste begrip.
Kies uit: ‘snijpunt’, ‘punt’, ‘lijn’, of 'lijnstuk’
l is een (a)……
AB is een (b)……
A is een (c)………
A is het (d)……… van lijn k en lijn m.
2.
Lijn, lijnstuk en punt herkennen.
Hiernaast zie je verschillende lijnen, lijnstukken en halve lijnen getekend in een assenstelsel.
Zeg van iedere bewering hieronder of dit klopt met wat je op de afbeelding ziet.
De paarse lijn is een lijnstuk met de naam CD.
Lijn m snijdt lijnstuk AD in punt A
r is een halve lijn.
Punt E ligt op de y-as.
Lijn r snijdt de x-as.
Uitleg.
Loodrecht & evenwijdig.
Wanneer je twee lijnen tekent, dan kunnen deze lijnen elkaar raken. Er onstaat dan een snijpunt.
Snijpunt
De lijnen m en n snijden elkaar in punt A.
Punt A is het snijpunt van m en n.
Loodrecht
Met lijnen kan je hoeken maken. Als de lijnen loodrecht op elkaar liggen, dan maken de lijnen een rechte hoek.
Een geodriehoek heeft ook een recht hoek. Daarmee kan je controleren of iets loodrecht op elkaar staat. Je gebruikt daarvoor het "dakje" van je geodriehoek.
Met het dakje van je geodriehoek kan je ook controleren of een hoek groter of kleiner is dan 90°.
De hoek tussen deze stokjes is een rechte hoek.
(Het dakje van de geodriehoek past precies tussen de stokjes)
De stokjes liggen dus loodrecht op elkaar.
De hoek tussen de stokjes is geen rechte hoek. Deze hoek is groter dan 90°.
De stokjes liggen hier ook niet loodrecht op elkaar.
De hoek tussen deze stokjes is ook geen rechte hoek. De hoek is kleiner dan 90°.
De stokjes liggen ook hier niet loodrecht op elkaar.
Hiernaast zie je een voorbeeld hoe we loodrecht kunnen tekenen met een geodriehoek. We gebruken daarvoor de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek. Deze loopt precies in het midden.
Het tekenen van een loodrechte lijn is een vaardigheid, dit leer je vooral door te doen. Net als met sporten. Alleen kijken en luisteren is niet voldoende. Je zal echt moeten trainen, oefenen, fouten maken en opnieuw proberen om deze vaardigheid onder de knie te krijgen.
Bekijk het filmpje hieronder maar eens. Hierin wordt stapje voor stapje voorgedaan goe je met je geodriehoek een loodrechte hoek kunt maken tussen twee lijnen.
3
Loodrecht tekenen.
Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijnpprecies loodrecht op lijnl.
Denk aan het tekentje voor loodrecht!
4
Loodrecht herkennen.
Bekijk de mikadostokjes op de afbeelding.
Geef daarna aan of de beweringen hier onder kloppen. Schrijf (w) waar of (nw) Niet waar in je schrift.
Stokje 1 en stokje 3 liggen loodrecht op elkaar.
Stokje 2 en stokje 4 snijden elkaar.
Stokje 2 en stokje 3 liggen loodrecht op elkaar.
Stokje 5 snijdt stokje 1 bij het punt G.
5
Loodrecht tekenen.
Bekijk het werkblad.
Teken een loodrechte lijn op lijn g. Noem de lijn die je getekend hebt m.
Teken een lijnzloodrecht op lijng. De nieuw getekende lijn (z) moet door het puntRgaan.
6
Loodrecht herkennen.
Bekijk de afbeelding hieronder. De afbeelding staat ook op je werkblad.
Evenwijdig.
Twee getekende lijnen hoeven elkaar natuurlijk niet te raken. Je kunt ze ook beide in dezelfde richting tekenen.
Met een geodriehoek kun je controleren of lijnen evenwijdig zijn.
Evenwijdige lijnen lijken op treinrails. De lijnen blijven altijd even ver uit elkaar. Denk aan de rails, die blijven ook altijd even ver uit elkaar. Anders ontspoort de trein!
De lijnen raken elkaar dus nooit als ze evenwijdig zijn!
Op je geodriehoek staan ook evenwijdige lijnen aangegeven.
Deze kunnen je helpen als je zelf evenwijdige lijnen moet tekenen.
Deze lijnen gebruik je ook om te controleren of lijnen evenwijdig zijn.
De lijnen r en s snijden elkaar niet.
Lijn r ligt evenwijdig aan lijn s.
een ander woord voor evenwijdig is parallel.
Lijn r en lijn s zijn overal even ver van elkaar af.
In het filmpje hieronder wordt voorgedaan hoe jij met je geodriehoek twee evenwijdige lijnen kunt tekenen. Bestudeer het filmpje goed en probeer het daarna zelf. Je kunt het filmpje per stapje telkens stop zetten om het voor jezelf gemakkelijker te maken.
7
Evenwijdig in de praktijk
In de wereld om je heen kom je allerlei soorten lijnen tegen. Denk maar eens aan specie tussen bakstenen, dit zijn twee evenwijdige lijnen. Bedenk zelf nog twee voorbeelden van evenwijdige lijnen.
8
Voorbeeld 2
Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijnmevenwijdig aan lijnl.
Zorg dat de lijnenlenmprecies 2 cm van elkaar liggen.
9
Visgraat
Zijn de lijnenaenbevenwijdig?
10.
Evenwijdig tekenen
Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijngevenwijdig aan lijnm
Teken Teken op je werkblad met je geodriehoek en potlood lijnpevenwijdig aan lijng. Deze lijn (p) moet door het puntAheen gaan.
11
Assenstelsel
a. Teken D(1,4) E(6,2) en F(8,7).
b. Teken de loodlijn r op het lijnstuk DF die door punt E gaat.
c. Teken een evenwijdige lijn v van DE door punt F. (vergeet de tekentjes er niet bij te zetten)
..12.
Kernopgave
Op je werkblad zie je lijn l met punt P op die lijn.
Teken een lijn door P en loodrecht op lijnl. Noem die lijnm.
Teken een punt Q op lijnm.
Teken een lijn door Q en loodrecht op lijnm. Noem die lijnn.
Neem over en vul in: lijnlen lijnnzijn ………………………………………………… lijnen.
Neem over en vul in: het snijpunt van lijnlen lijnmis ..............
Nog even herhalen.
Een punt geef je aan met een kleine letter.
Een lijn geef je aan met een hoofdletter.
Een loodlijn heeft een hoek van 90o met de andere lijn. Bij loodrechte lijnen gebruiken we het loodrecht tekentje.
Twee evenwijdige lijnen (parallel) zullen elkaar nooit raken (snijden), we zetten pijltjes in lijnen die evenwijdig zijn.
Loodrecht
Evenwijdig
Een hoek van 900
We zetten er een loodrecht tekentje in
Lijnen overal even ver van elkaar.
We zetten er pijltjes in.
13.
Lijn en punt
Op je werkblad zie je lijnlen de punten P en Q.
Teken een lijn door P loodrecht op lijnl. Noem die lijnm.
Teken een lijn door Q loodrecht op lijnl. Noem die lijnn.
Neem over en vul in: de lijnen m en n zijn ………………………………………………… lijnen.
Het snijpunt van de lijnennenlnoem je R.
Teken een lijn door R evenwijdig aan lijnstuk PQ. Noem die lijnp.
14.
Lijnen in een rooster
Een rooster kan je helpen bij het tekenen van evenwijdige en loodrechte lijnen.
je vindt deze opdracht weer op je werkblad
Laat zien hoe je met het rooster lijnmdoor punt C evenwijdig aan lijnltekent.
Laat zien hoe je met het rooster lijnndoor punt C loodrecht op lijnltekent.
15.
Lijnen in een assenstelsel
Teken een assenstelsel met een x-as van -2 tot 5 en een y-as van -3 tot 3.
Teken de volgende punten A(-2 , 3), B(3 , -1) C(5 , 3), D(-1 , -2) en E(2 , 2).
Teken met groenpotlood lijnstuk AB.
Teken met blauwpotlood een lijnpevenwijdig aan de x-as door punt E.
Teken met grijspotlood een halve lijnlvanuit punt C.
16.
Twee halve lijnen
Teken in je schrift een punt C.
Kun je twee halve lijnen tekenen die beginnen in punt C EN die evenwijdig zijn?