In een tekst kun je samenhangen aanbrengen door alinea's met elkaar te verbinden.
Die samenhang heet het verband in de tekst.Je kunt verbanden herkennen aan signaalwoorden.
Er zijn verschillende soorten verbanden; bij ieder soort verband horen vaak andere signaalwoorden.
Volgorde van tijd
Een zins- of alineaverband dat het verloop van de tijd aangeeft.
Voorbeeld:
Vroeger verplaatste men zich met de koets, later werd de stoomtrein een belangrijk vervoersmiddel en nu is de auto de makkelijkste manier om je snel te verplaatsen.
Andere signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven: eerst, daarna, dan, vervolgens, later, in de toekomst, enzovoort.
Tekstverband oorzaak-gevolg
Dit verband geeft aan dat je nu met een situatie zit (gevolg) doordat er iets gebeurde waar je niets aan kon doen.
Voorbeelden:
Ik ben te laat op school, doordat de brug open stond.
Door de hevige regenval was een deel van de weg afgesloten.
Het is belangrijk dat je bedenkt wat er eerst gebeurde (oorzaak) en welk deel van de zin of alinea het gevolg daarvan aangeeft.
Een oorzaak-gevolg verband kun je herkennen aan signaalwoorden als:
door, doordat, ten gevolge van, daardoor, zodat, waardoor, enzovoort.