Bij aardrijksunde moet je vaak gegevens van kaarten halen. Kaarten zijn een erg handig hulpmiddel om in één keer veel gegevens overzichtelijk weer te geven. Lastig is dat er op sommige kaarten heel veel verschillende informatie staat en het is dan best moeilijk om de kaart te lezen. Daar gaan we daar in deze paragraaf mee oefenen.
Als je naar de bovenstaande kaart kijkt, staat daar veel informatie op. Een belangrijke aanwijzing voor welke informatie er op een kaart staat is de titel. Bij deze kaart gaat het over reistijd tot het dichtsbijzijnde ziekenhuis, exclusief buitenpoliklinieken, met de auto.
Daarnaast is de legenda een belangrijk hulpmiddel om een kaart te kunnen begrijpen. Bekijk altijd goed wat er allemaal aan informatie in de legenda staat, voordat je de vragen gaat beantwoorden. In dit geval geven de kleuren de reistijd in minuten aan. De paarse rondjes zijn de academische ziekenhuizen, de groene rondjes de algemene ziekenhuizen en de lijnen zijn de provinciegrenzen.
Je zou nu met deze informatie heel veel vragen kunnen beantwoorden die je alleen maar goed kan hebben als je de bron goed geinterpreteerd hebt.
Zoals je merkt kun je deze vragen alleen beantwoorden als je goed naar de bron gekeken hebt. Heel vaak gaat het hierbij mis. Je kijkt te snel naar de bron en leest niet goed wat de kleuren of symbolen betekenen in de legenda! Perongeluk geef je daardoor de reistijd in uren of kijk je niet goed naar de kleuren in de legenda en zeg je dat er in Almelo een academisch ziekenhuis is. Het is dus heel belangrijk om heel zorgvuldig alle informatie die je krijgt te bekijken.
Ga maar eens oefenen! We beginnen makkelijk en de vragen worden steeds moeilijker. Geef antwoord op de vragen zoals je dit geleerd hebt bij paragraaf 6: "type aardrijkskundige vragen".
Gebruik voor het beantwoorden van de vragen de groene atlas 54e druk.
7) Bekijk kaart 244A. Kun je het volgende verband aanvullen? Hoe armer een land, hoe...
Naast kaarten kunnen statistieken je ook veel en overzichtelijk informatie geven. Hoe je statistieken in de atlas op moet zoeken heb je al eerder geleerd, maar het is belangrijk om ook statistiek goed te kunnen interpreteren. Wat heb je aan een getal als je niet eens weet wat het betekent!
Een paar voorbeelden om het verschil tussen absolute en relatieve getallen te begrijpen:
In China is het totale inkomen van het land in 2015 10.982.829 miljoen euro. In Nederland is het totale inkomen van het land 738.419 miljoen euro. Dit zijn twee absolute getallen, door alles wat er in een land verdiend wordt bij elkaar op te tellen krijg je dit bedrag.. Het lijkt nu net alsof Nederland een armer land is, maar China is natuurlijk veel groter. Laten we ook eens het inkomen vergelijken met relatieve getallen door te kijken naar het inkomen per inwoner. Het gemiddelde inkomen per inwoner in China is 5261 euro/inwoner. In Nederland is dit 25599 euro/inwoner. Je ziet nu dat mensen in Nederland veel rijker zijn.
Dit is ook de reden waarom we het geboortecijfer per 1000 inwoners doen. Want hierdoor kun je heel goed de landen met elkaar vergelijken. Snap je dat als je het in absolute getallen zou gaan vergelijken, dat er dan in het hele kleine El Salvador (7.304.000 inwoners) er absoluut altijd minder baby’s geboren worden dan in het gigantische China (1.347.563.000 inwoners). Daarom is het om te vergelijken veel handiger om te weten hoeveel baby’s er per 1000 inwoners geboren worden!
ABSOLUUT | RELATIEF |
---|---|
Aantal leerling met blond haar | % leerlingen met blond haar |
Aantal geboren baby's | Baby's/1000 inwoners |
Hoeveelheid jongens in een klas | %jongens in een klas |
Kun je tellen | Kun je niet tellen |
Staat op zichzelf | Is in vergelijking met iets anders |
Net als bij kaarten is het bij statistiek ook belangrijk om eerst goed te kijken waar de statistiek precies over gaat. In het bovenstaande schema zie je statistieken staan over heel Amstersfoort en de binnenstad van Amersfoort. Als je naar de onderstaande statistiek kijkt zie je dat in 2014 de dichtheid van de stad Amsterfoort 24 was. Het is dan belangrijk om rustig te kijken wat dit getal zou kunnen betekenen. Voor het getal staat inwoners/ha. De statistiek betekend dat er 24 inwoners per hectare in Amersfoort wonen.
Probeer nu eens de volgende vragen te beantwoorden met behulp van de bovenstaande statistiek.
Heel vaak wordt bij statistiek de eenheid vergeten. De eenheid geeft aan wat het getal betekend. Bijvoorbeeld De berg is 3522 meter. Meter is dan de eenheid. Als je de eenheid vergeet, kun je nooit begrijpen wat het getal betekend. Kijk maar eens:
Zelf kaarten maken. Bekijk onderstaand filmpje over zelf kaarten maken.
Opdrachten.
1. Aan welke voorwaarden moet een goede kaart voldoen?
2. Wat is generaliseren?
3. Wat zijn grafische generalisaties?
4. Maak een eigen kaart met een concreet thema of maak keuze uit een bepaald gebied. Bijvoobeeld via Google Maps.
- Bedenk eerst aan welke voorwaarden een goede kaart moet voldoen en verwerk deze in je kaart.
- Kies hierbij voor een thematische of overzichtskaart van een bepaald gebied.
- Kies een programma waarmee je de kaart gaat maken.
- Kies ervoor om de kaart digitaal te maken of op papier.
Websites die je kunnen helpen om een kaart te maken zijn:
Google Maps
www.topotrijdreis.nl
www.edugis.nl
Zelf kaarten maken https://youtu.be/-Gh67XLTE0c