Granen zijn zaden van gecultiveerde grassen. Dit zijn zorgvuldig geselecteerde bruikbare grassen die zijn geëvolueerd tot goed bruikbare granen die keer op keer opnieuw gebruikt kunnen worden.
De anatomie van een graankorrel ziet er als volgt uit:
Verschillende soorten granen:
Tarwe:
Voor bijna 40% van de wereldbevolking is tarwe het belangrijkste voedsel.
De Verenigde Staten, Rusland en China zijn de grootst producenten.
Tarwe wordt onderverdeeld in twee soorten. Zachte tarwe en harde tarwe.
Zachte tarwe: Dit is een ras dat gekweekt is uit de oude oervorm spelt. De soort die voornamelijk voorkomt in Europa is erg wit en luchtig, dit komt door de lucht die zich bevind tussen de zetmeel korreltjes en het omringende netwerk van eiwitten. Zachte tarwe heeft een lager eiwitgehalte, zachtere gluten en een hoog zetmeel gehalte. In Nederland is echter maar een soort verkrijgbaar, namelijk patentbloem. Dit is een mix tussen harde en zachte tarwe. De meel van zachte tarwe wordt gebruikt voor het maken van brood, cake, biscuits, koekjes en allerlei andere banketartikelen.
Harde tarwe: Bij het doorsnijden van de korrel is deze hard en ziet hij er enigszins glazig en doorschijnend uit en voelt een beetje zanderig aan. Deze tarwe heeft een hoger eiwitgehalte, rond de 10-14%. Deze tarwebloem bestaat uit grote brokken eiwitten, bevat lange glutenketens en bevat minder vrij zetmeel dan zachte tarwe. Harde tarwe wordt vooral verbouwd in Zuid-Europa, Amerika, Afrika en Azië omdat het een hete, droge omgeving nodig heeft om te groeien. Grof gemalen harde tarwe wordt gebruikt om couscous, bulgur en Italiaanse noedels en pasta’s te maken.
Rogge:
Kwam vroeger voor als grasachtig onkruid in tarwevelden. Later bleek dat rogge bestand was tegen ongunstige klimaatomstandigheden en bodem en dat er weinig plantenziekten voorkwamen in dit gewas. Ook bleek dat rogge winterhard was (het was in staat om zonder enige bedekking de winter te kunnen overleven).
Rogge wordt voornamelijk verbouwd in de Sovjet-Unie, Polen, Duitsland, China, Canada en Spanje.
Wordt verwerkt tot meel en bloem als grondstof voor roggebrood, ontbijtkoek en knäckebröd.
Gerst:
Reputatie van gezonde eiwitrijke voeding.
Groeit snel
Grootst producerende landen zijn Rusland, China, Canada en Frankrijk.
Het grootste gedeelte van de gerst productie wordt verwerkt tot veevoer. De rest wordt gebruikt om bier, pap en platbroden van te maken.
Haver:
Groeit het beste in vochtige, gematigde klimaten.
De grootste haver producenten zijn Rusland, de Verenigde Staten, Canada, Duitsland, Frankrijk, Polen en Finland.
Haver wordt voornamelijk verwerkt tot vlokken. Hiervan wordt bijvoorbeeld havermoutpap gemaakt. Ook wordt het verwerkt tot paarden- en vogelvoer.
Mais:
Wordt voornamelijk geproduceerd in Argentinië, Mexico en de Verenigde Staten
90% van de wereldproductie wordt met stengel en bladeren vermalen tot veevoer. Van 7% van de productie worden producten zoals zetmeel, griesmeel, stroop, maïzena, cornflakes, popcorn, alcohol en maisolie gemaakt. De overige 3% is suikermais. Dit is een veredeld ras dat vrij zoet van smaak is, dit komt doordat de zetmeel vorming wordt tegengegaan binnenin de korrel. Hierdoor wordt de korrel minder hard en blijft hij zoeter van smaak. Deze mais is het lekkerst om direct na de oogst te koken en op te eten.
Rijst:
Rijst wordt onderverdeeld in twee groepen.
China en India zijn de grootste producenten qua rijst maar gebruiken dit grotendeels om hun eigen bevolking te kunnen voeden. De Verenigde Staten, Thailand en Australië zijn de grootste exporteurs.
Rijst is voor meer dan de helft van de wereldbevolking het hoofdbestanddeel van de maaltijd.
De moeras- of waterrijst:
Tropische eenjarige plant.
Heeft heel veel water nodig en groeit daarom op velden die het grootste gedeelte van het jaar onder water staan (sawa's).
Hoge landrijst of droge rijst:
Heeft weinig water nodig en groeit op vrij grote hoogte in de bergachtige gebieden in Azië en Afrika.
Vormt zo’n 20% van de wereldproductie.
Gierst:
Groeit het beste in en droog en warm klimaat.
Bevat minder gluteneiwitten en is daardoor minder geschikt om brood van te bakken. Dit wordt overigens wel gedaan.
Gierst wordt gebruikt om platbroden te bakken en om pap, alcohol, bier en couscous te maken.
De grootste producenten zijn Afrika, India, Pakistan en China.
Boekweit:
Behoord niet tot de grasachtige, maar tot de duizendknoppige. Toch wordt het wel bij de granen onderverdeeld omdat men deze plant kweekt om zijn zaden en lijken heel veel op graankorrels.
Boekweit groeit snel en stelt weinig eisen aan het klimaat en de bodem.
Rusland en Polen zijn zowel de grootste producenten als consumenten van boekweit.
Boekweit wordt gebruikt om broden van te maken. Dit wordt alleen gedaan in combinatie met andere granen vanwege de typische gronderige smaak van boekweit die niet iedereen even lekker vindt.