Van koolhydraten zijn alleen de monosachariden direct opneembaar. Alle overige koolhydraten (poly- en disachariden) moeten eerst worden omgezet in glucose voordat ze door het lichaam kunnen worden opgenomen.
Voedingsvezels kunnen niet door het menselijke lichaam verteerd worden, omdat we een belangrijk enzym voor de vertering daarvan missen. Daarom worden voedingsvezels ook onverteerbare koolhydraten genoemd.
Comsumptie niveau voedingsvezels
Voor de hoeveelheid voedingsvezels in onze voeding bestaat niet echt een duidelijke aanbeveling. Voedingsdeskundigen bevelen ongeveer 30 gram aan. Maar het huidige ligt ongeveer op 15 tot 20 gram per dag.
De vertering van koolhydraten begint al in onze mondholte. Door goed te kauwen wordt het voedsel verkleind, vermalen en met speeksel gemengd. Speeksel bevat het enzym amylase dat breekt zetmeel af in brokstukken ter grootte van 10 tot 20 glucosemonoculen (dextrinen). Vervolgens wordt het omgezet in maltose dat is een disacharide van twee monoculen glucose. Door de tijd in de mondholte word er maar een klein deel afgebroken.
In de maag zijn de enzymen niet werkzaam door het "vijandige zuur".
De afbraak van koolhydraten vindt voornamelijk voor in de dunne darm. In het begin van de dunne darm is de twaalfvingerige darm. In die 2 darmen vind alle afbraak van de koolhydaten plaats.
Het sap van de alvleesklier bevat de enzymen amylase, maltase en sacharase.
Maltase splitst de matlosemoloculen in twee moloculen glucose.
Uiteindelijk worden alle verteerbare koolhydraten omgezet in de monosachariden glucose, fructose en galactose (deze monosacharide bevind zich alleen bij kinderen). Via de poortlader worden ze exporteerd naar de lever.
In de lever word de fructose en galactose omgezet in glucose. Daarna word de glucose afgegeven aan het bloed voor de energievoorziening.
Boterzuur
In vetten en olie ontstaat boterzuur in het afbraakproces. Langere vetzuren worden door enzymen of oxidatie in kleinere moleculen geknipt waarbij butaanzuur als tussenstap ontstaat.
Aeroob (met zuurstof)
Aëroob is een milieu waarin zuurstof nodig is voor een levend organisme, zoals de mens, om te overleven. Dit in tegenstelling tot een anaërobe omgeving.
- met verbranding
-glucose + zuurstof >>> koolstofdioxide water en energie
Anaerobe
Aëroob is een milieu waarin zuurstof nodig is voor een levend organisme, zoals de mens, om te overleven. Dit in tegenstelling tot een anaërobe omgeving.
- bij intensief sporten krijgt bloed te weinig zuurstof dan schakelt het lichaam over naar anaerobe energie om toch het lichaam van zuurstof te voorzien.
Poortader
Een poortader is een ader die zuurstofarm bloed van een orgaan naar een ander orgaan (niet het hart) transporteert. Mensen (en de meeste zoogdieren) hebben twee poortaders: De leverpoortader vervoert zuurstofarm, voedingsstofrijk bloed van de darmen, maag en milt naar de lever.
Advies voedingsraad
Een verschuiving in de richting van een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon is bevorderlijk voor de gezondheid. Ook vermindering van de consumptie van suikerhoudende dranken is van belang. Goede alternatieven zijn thee en gefilterde koffie zonder suiker en ook water. Dat is de kern van het advies Richtlijnen goede voeding