Aardappelen kan je ook verwerken tot aardappelpuree en aardappelvlokken. Dat gebeurt op deze manier. De aardappels worden als eerste gewassen. Daarna worden ze ontdaan van de schil. Dat gebeurt door de druk hoog op te laten lopen en om die dan weer te verlagen. Dan laat de schil voor het grootste deel zelf los. Alle plekken en oneffenheden worden zorgvuldig verwijderd omdat die de kleur van de vlokken beinvloeden. Ze worden dan gesneden in schijfjes van ongeveer 1 cemtimeter. Te dikke schijfjes leveren slechte kwaliteit vlokken op. Het mes moet vlijmscherp zijn, zodat er geen cellen beschadigd raken. Het zetmeel uit de beschadigde cellen wordt verwijderd door de schijfjes weer te wassen. Daarna worden ze in twee stappen gekookt. Dat omdat je dan veel betere vlokken krijgt. Bij de eerste stap worden ze 20 min voorgekookt in water van 70-75 graden. Ze zijn dan nog niet gaar. Daarna worden de schijfjes gekoeld in water van ongeveer 20 graden. De koelstap zorgt ervoor dat er betere vlokken uitkomen met een betere textuur en tijdens de puree betere opneemprocessen heeft. Daarna worden ze gekookt met stoom van 100 graden tot ze zacht genoeg zijn om er puree van te maken. Dit duurt 20-40 minuten, afhankelijk van de soort aardappel. Daarna worden ze gepureerd. Dat gebeurt in een ronde cilinder die draait, terwijl er twee massieve rollen doorheen worden gedrukt. Tijdens het pureren worden er hulpstoffen aan het product toegevoegd, om de textuur van het eindproduct te verbeteren. Dit was het proces tot aardappelpuree, nu komen de stappen tot aardappelvlokken.
De puree wordt gedroogd. Dat gebeurt in een walsendroger. Op de met stoom verhitte walsendroger zitten 4 of 5 voedingsrollen. Elke rol verdeelt de puree gelijkmatig over de walsendroger. Er gaat laag over laag en die lagen zijn gedroogd tot een heel laag vochtpresentage. De gedroogde puree wordt van de walsendroger geschraapt met een mes en wordt daarna in vlokken gebroken en verpakt. Dan zijn ze klaar om naar groothandels vervoerd te worden.