Aardappelen verwerken tot ze klaar zijn voor verdere aanpassingen

Aardappelen zijn planten met ondergrondse eetbare stengelknollen, de aardappel zelf. De aardappel is de ondergrondse energievoorziening van de plant waar de aardappel van groeit. De aardappel zelf bevat veel zetmeel. Vanaf de 19e eeuw werden aardappelen pas echt volksvoedsel in Nederland.

 

Aardappels worden in april gepoot, dat gebeurt met een aardappelpootmachine. Ze worden gepoot, wat eigenlijk betekent: in de grond stoppen en er weer grond overheen doen. De aardappels worden met een aardappelpootmachine in de grond gepoot en dan komt er een beetje grond overheen. Ze worden met hun zogenaamde ruggen (kleine verhogingen in het veld) naar boven in rijen gepoot. Voor het poten van aardappels worden geen zaadjes gebruikt maar kleine knollen.

Een aardappelplant groeit uit een aardappel die je in de grond stopt. De aardappel krijgt een uitloper. Dat is een beginsel van een plantje. Hij groeit naar boven toe, totdat hij boven de grond uitkomt. Dan komen er bladeren en bloemen aan. Onder de grond groeien aan de aardappel wortels en daaraan groeien nieuwe aardappels.

Als je aardappels wilt verwerken vanaf het land tot aan wanneer je ze verder kan verwerken tot andere producten moet je deze stappen nemen: De aardappelen drijven in een stroming van water en worden over de rand naar de wasmachine geduwd. Door een goed gevulde wasmachine schuren de aardappels zich tegen elkaar schoon en al het zand zakt naar de bodem en wordt afgevoerd. De aardappels worden worden nu naar de schilmachines vervoerd. Aardappelen die te klein zijn om friet van te maken worden er tussen uitgehaald en voor andere doeleinden gebruikt. In de stoomschilmachines worden aardappelen gedaan en laat men door toevoer van stroom de druk oplopen. Vervolgens wordt de druk weer minder en begint het celvocht van de aardappels direct te koken, met als resultaat dat de schil los wordt gedrukt. Hierna zit de schil nog maar voor een deel aan de aardappels geplakt. In de wastrommel worden de overige resten verwijderd door te borstelen. Daarna worden bij de geschilde aardappelen laatste schillen die er nog op zitten er met de hand af geschild en rotte plekken worden verwijderd. Voor betere kwaliteit frietjes worden ze nogmaals op grootte gesorteerd. De aardappels worden dan naar grote voorraadtanks vervoerd. Ze liggen onderwater om bruinkleuring te voorkomen. Dat ontstaat door de inwerking van zuurstof. Na deze stap zijn ze klaar voor verdere verwerking.