Er zijn allerlei soorten koolhydraten. Zo heb je bijvoorbeeld lactose, dat is een melksuiker die in melk van alle zoogdieren voorkomt. Zetmeel is ook een koolhydraat. Die zit veel in aardappelen en graanproducten. In bijna alle producten zitten koolhydraten, behalve in vlees, vis, eieren, olie en vetten. Ook heb je galactose, dat is een monosacharide waaruit de melksuiker lactose bestaat.
Koolhydraten zijn opgedeeld in sachariden. sachariden zijn heel klein, je kan ze niet met het blote oog zien. Een enkele koolhydratensacharide heet een monosachardide. Fructose is een monosacharide. Twee koolhydratensachariden aan elkaar heet een disacharide. Sacharose is een disacharide. Meer dan twee sachariden aan elkaar heet een polysacharide. Een voorbeeld van een polysacharide is zetmeel.