Groenteteelt.
Groenteteelt in de open grond ook wel in de 'vollegrond' genoemd, dit is de teelt zonder de bescherming van een kas.
Voordelen hiervan zijn: De planten kunnen veel groter/sterker worden en hierdoor ook meer gaan produceren. Omdat de wortels zich meer kunnen spreiden in de grond en niet beperkt worden door een groeiruimte, kunnen de planten zich ook meer ontwikkelen. Op deze manier worden de wortels groter, de plant sterker/groter. Ook is in de volle grond kweken het meest natuurgetrouw. De groenteplanten in een kas moet je vaak water geven, de wortels van een plant die in de volle grond zit kan water uit de grond halen dus hoef je planten in een volle grond minder water te geven dan in een kas.
Nadelen van kweken in een volle grond zijn: de planten kun je lastig verplaatsen en als één plantje een ziekte heeft, het snel wordt verspreidt. Bij volle grond begint de bloeiperiode over het algemeen later. Ook is er geen bescherming tegen de weeromstandigheden.
Er worden ook groente in een kas geteelt.
Voordelen van groente kweken in een kas zijn: in een kas kun je bepaalde dingen makkelijk regelen, zoals het licht, de temperatuur en de hoeveelheid water die een plant krijgt. Bij kweken in een kas kun je het kweekseizoen vervroegen. Dit kan omdat een tuinkas snel warm kan worden, hierdoor is het mogelijk om bij de eerste voorjaarszon te beginnen met kweken. Een kas geeft beschitting aan planten waardoor ze goed kunnen gaan groeien, ook maakt de locatie van het kweken niet uit met het gebruik van een kas.
Nadelen kweken in een kas zijn: wanneer je kweekt in een kas, ben je zelf verantwoordelijk voor een aantal dingen, zoals het water geven, de hoeveelheid water en welke temperatuur de kas moet zijn om de planten goed te kunnen laten groeien. Ook is het een nadeel dat het in een kas erg warm kan worden, hierdoor kunnen planten gaan verwelken en doodgaan.
Natuurlijke vijanden in een kas.
Voor de bescherming van ziekten en plagen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden dit wordt ook wel biologische bestrijding genoemd. Nuttige insecten worden in de kas ingezet om de schadelijke te bestrijden. Dit zorgt voor besparing op bestrijdingsmiddelen. Als natuurlijke vijand in een kas woorden voornamelijk insecten gebruikt, voorbeelden hiervan zijn: sluipwespen (legt eieren in de larven van andere insecten), keverlarven (eten andere insecten) en lieveheersbeestjes (eten luizen).
Bevruchting in een kas.
Bevruchting in een kas gebeurt voornamelijk door hommels en bijen door bestuiving.
In een paprikakas zorgen bijen en hommels voor de bestuiving van paprika's. In een paprikakas bestuiven bijen en hommels ook de bloemen van een tomatenplant.
De vruchtbeginselen van een komkommerplant groeien uit tot komkommers zonder enige vorm van bestuiving of bevruchting nodig is. Bij een komkommer plant is bestuiving zelfs ongewenst want er ontstaan dan bolle komkommers met veel zaden erin.
Verschil tussen stokslaboon en stamslaboon. Een stokslaboon is een klimmende boon (groeit omhoog, de lucht in) en een stamslaboon is een niet klimmende boon (groeit laag boven de grond).
Een stokslabonen worden alleen maar gekweekt in een moestuin van een hobbytuinder. Doordat de plant omhoog groeit kan hij niet machinaal worden geoogst. Stamslabonen worden gekweekt door tuinbouwbedrijven omdat ze als struiken groeien en wel machinaal kunnen worden geoogst.