Meel

Meel uit een molen.

De molen begint te werken door wind, de wieken beginnen te draaien, hierdoor begingt de koningspil ook te draaien, aan de koningsspil zijn raderen vastgemaakt die ervoor zorgen dat de maalsteen begint te draaien. hierdoor worden de granen fijngemalen.

Meel uit een fabriek.

Een meelfabriek werkt met walsen. dit zijn zware cilinders, die in tegenovergestelde richting draaien om zo de graankorrels naar binnen te halen. In de 1e walsenstoel ( zo wordt een molen genoemd met twee walsen.) wordt het grootste deel van de zemel losgebroken en gescheiden vam de rest van de tarwekorrel. Het meel wordt gezeefd in groote zeefkasten die Planzifters worden genoemd, deze schudden hard heen en weer. De graankorrels worden zo beetje bij beetje vermalen en kunnen tot wel langs twintig walsenstoelen gaan. Dit wordt een hoogmalderij genoemd omdat het meel verticaal voortbeweegt en het malen op verschillende verdiepingen plaatsvind. 

Meelsoorten:

Volkorenmeel: is gemalen meel van hele granen ( bestaande uit graankorrels, meelkern, zemel en kern). Deze meelsoort heeft het meeste van de graankorrel behouden en bevat veel voedingsstoffen. Het is niet gezeefd.

Tarwebloem, is meel van gemalen graankorrels, het houdt in dat de graankorrel gemalen is en een klein beetje gezeefd is. Als je volkeren meel zeeft krijg je Tarwebloem, dit bevat minder voedingsstoffen omdat het gezeefd is, maar is wel grover dan patentbloem. Bij patentbloem worden de meeste bouw/voedingsstoffen eruit gezeefd door planzifters, dit wordt alleen gedaan in een fabriek.

Bloem is fijner dan meel, dat komt omdat de schilletjes, zemelen en kiemen van de graankorrel tijdens het zeven eruit gaan. Daardoor is bloem ook en stuk witter van kleur. Maar dat betekent ook dat bloem minder vezels, mineralen en vitamines bevat.