Belangrijkste graansoorten.

Granen zijn de zaden van grassen. De buitenste laag van graan heet kaf. Zemel: buitenste vliesje van een graan, glutenvrij

De belangrijkste graansoorten zijn:
Tarwe, rogge, gerst, haver, mais, rijst, gierst en boekweit.

Tarwe is de oudste en bekendste eetbare grassoort. Afkomstig uit Irak. Tarwe wordt over de hele wereld geteeld. Het wordt voornamelijk gebruikt in brood, meel en bloem. Er zijn 2 soorten tarwe, harde en zachte tarwe. Harde tarwe heeft een hoog eiwitgehalte en wordt gebruikt om brood mee te maken. Zachte tarwe heeft een laag eiwitgehalte en wordt gebruikt met deegwaren en banketartikelen.

Rogge is oorspronkelijk een winterhard onkruid voorkomend in de tarwevelden van Zuidwest-Azie. Rogge kan overal goed groeien. Toen mensen erachter kwamen dat rogge als voedsel kan dienen, gingen mensen het ook als gewas verbouwen. Rogge wordt voornamelijk gebruikt om brood mee te maken. In de oost-europeese landen wordt het meeste rogge gebruikt.

Haver komt oorspronkelijk uit Azie. Haver is binnen de granen een vrij jong gewas. De Grieken en Romijnen gebruikten het voor medicinale doeleinden en als graanvoer voor het vee. Haver wordt vooral verbouwd in Rusland, Amerika, Canada, Duitsland, Frankrijk, Polen en Finland. Haver is erg voedzaam, het bevat veel eiwit en een relatief hoog vetgehalte vergeleken met andere granen. Haver wordt veel gebruikt voor havermout, ontbijtgranen, paarden- en vogelvoer van.

Mais is afkomstig van wilde grassen. Mais was een van de belangrijkste tuinbouwgewassen van de Maya's, Tolteken en Azteken. Mais wordt veel gebruikt voor veevoer. Het wordt vooral verbouwd in midden Amerika.

Rijst  is voor meer dan de helft van de wereldbevolking het hoofdbestandsdeel van een maaltijd. In China en India wordt de meeste rijst geteeld en dit wordt voornamelijk gebruikt voor de eigen bevolking.

Rijst wordt verdeeld in twee hoofdgroepen. De moerasrijst en landrijst. Moerasrijst is een tropische eenjarige moerasplant, het groeit op velden die een groot gedeelte van het jaar onder water staan. De landrijst heeft niet veel water nodig en groeit in bergachtige gebieden in Azie en Afrika een voorbeeld van landrijst is basmati rijst.

Gierst, onder deze naam worden de zaden van veel planten samengevat. De belangrijkste gierst soort is Sorghum. Sorghum wordt verbouwd in Afrika, India, Pakistan en China. Sorghum groeit het beste in een warm en droog gebied. In gierst zitten weinig gluten en mist de noodzakelijke gluteneiwitten om brood mee te mkaen. Gierst wordt gebruikt in combinatie met tarwe om alcohol, bier, verschillende soorten pap en brood mee te bereiden.

Boekweit, is geen grassoort maar behoort tot de duizendknopigen. Boekweit wordt gekweekt voor zijn zaden, die veel lijken op graankorrels. Boekweit groeit snel, waardoor je soms wel 3 keer per jaar kan oogsten. Boekweit komt oorspronkelijk uit China. Rusland en Polen zijn de grootste producenten en consumenten van boekweit. Boekweit is niet geschikt voor het maken van brood, tenzij het gemend is met andere graansoorten.

Gerst, is samen met tarwe een van de eerste graansoorten. Gerst had vroeger als reputatie dat het een zeer gezonde en eiwitrijke voeding is. Er werden platte broden van gebakken, pap van gemaakt en bier van gebrouwen. Gerst groeit snel, kan na 70 dagen al worden geoogst, bevat weinig gluten en veel vitamines. De meeste gerst wordt voor veevoer gebruikt.