De aardappel plant is een kruidachtig voedingsgewas. De aardappel behoort in de familie van der nachstchaden, die meer dan 2000 soorten telt, de tomaat, aubergine en de paprika behoren hier ook bij.
Het belangrijkste deel van de aardappels zijn de wortels, ondergrondse stengels en stelen. Aan de groeiende zijstengels ontstaan de aardappel knolletjes, waarvan twee tot vier knollen uitgroeien tot volwassen aardappelen. Een aardappelplant levert gemiddeld tien tot vijftien aardappelen op.
De 'ogen' op een aardappel zijn de groeipunten die uitlopen en een nieuwe plant kunnen vormen.
Een aardappel bevat vooral koolhydraten, kalium en vitamine B6 en voor de rest ook vezels, eiwitten, foliumzuur en vitamine C. Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor het lichaam. In de aardappel vind je de koolhydraten vooral in de vorm van zetmeel. Aardappelen bevatten de helft minder aan kilocalorieën in vergelijking met rijst en pasta.
Voor de teelt van aardappelen worden knollen gebruikt. Aardappelen kunnen het beste in rijen worden geteeld op zogenaamde ruggen, dit zijn kleine verhogingen in het veld. Dit maakt het machinaal rooien makkelijker en verkleint de kans dat de aardappelen wegrotten als het veel regent. Voor een goede knolvorming is een losse bodum structuur en niet te droge zandgronden een voordeel. Onkruid moet ook bestreden worden, doordat de teelt op ruggen is, kan het onkruid mechanisch worden verwijderd, zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen. De aardappel planten komen meestal eind mei boven de grond en groeien uit tot volwassen planten in september. Dan kan de oogst beginnen. Om de aardappelen goed te kunnen rooien wordt het loof met een bestrijdingsmiddel vernietigd. Hierna blijven de knollen nog twee tot drie weken in de grond zodat de schil van de aardappel zich kan verdikken. Dit voorkomt beschadingen aan de aardappel tijdens het rooien. De aardappelen worden mechanisch gerooid en opgeslagen in grote schuren. Wanneer de aardappelen droog genoeg zijn dan worden ze gekoeld. Direct na de oogst zijn de aardappelen in kiemrust, dit betekent dat de ogen niet meer uitlopen.