Anatomie en Fotosynthese

Wanneer we iets een groente noemen heeft niet echt een sluitende defintitie, het verschilt afhankelijk van klimaat en voedingsgewoonten per land of streek. in de volksmond verstaan we groente voor alle menselijke consumptie, geschikte en eetbare delen van kruidachtige gewassen. Groenten bestaan uit wortels, blad, stengels, bladeren, bloemen en vruchten hieruit onderscheiden we bladgroete, vruchtgroente, spruitgroente en stengelgroente.

Anatomie van een plant:

Er wordt onderscheid gemaakt van 5 duidelijke verschillende onderdelen namelijk, wortels, stengels, bladeren, bloemen en zaden.

De wortels zorgen voor de stevigheid van de plant in de bodum. De wortels nemen uit de grond water op met darin opeloste voedingsstoffen, voornamelijk mineralen en ook stikstof.

De stengels geven steun aan de plant, vervoeren voedingsstoffen en slaan voedsel op.

De bladeren hebben nauwlijks weefsel, hierdoor zijn de meeste bladeren kwetsbaar. De belngrijkste functie van de bladeren zijn is het opvangen van het zonlicht, het opnemen van koolzuur en het afgeven van zuurstof aan de omgeving. Daarom hebben ze een groot, plat oppervlak vol chlorofylkorrels en een sponsachtige structuur met duizenden porien.

Clorofyl is een natuurlijke kleurpigment in het bladgroen dat een plant of alg zijn groene kleur geeft en het speelt een belangrijke rol bij fotosynthese. De zonne energie die in de vorm van zichtbaar licht wordt opgevangen door het bladgroen (clorofyl), dat de zonne-energie in een aantal stappen om kan zetten in chemische energie die nodig is voor de opbouw van het glucosemolecuul. Bij dit proces komt zuurstof vrij die weer wordt afgegeven aan de omgevingslucht.