Glucose in het bloed wordt ook wel bloedsuiker genoemd.
Ons bloed is het transportmiddel voor glucose, de bloedvaten dienen als transportwegen en kunnen glucose door het hele lichaam vervoeren. De hoeveelheid van glucose in het bloed dat direct naar de cellen wordt vervoerd, noemen we de bloedsuikerpspiegel. De bloedsuikerspiegel moet in balans zijn, het evenwicht tussen glucose en glycogeen. Dit evenwicht wordt geregeld door het hormoon insuline (zorgt o.a. voor opname glucose in lichaamscellen).
Bij suikerziekte: de alvleesklier werkt niet goed en is de aanmaak van glucose verstoord. Insuline zorgt ervoor dat de glucose in de lichaamscellen kan worden opgenomen. Bij een tekort/afwezigheid van insuline raakt de energievoorziening ontregelt, het lichaam stapt over op vetzuurverbranding. Bij een teveel aan glucose wordt het ongebruikt met de urine uitgescheiden.
Aƫroob (met zuurstof)
Anaerobe (zonder zuurstof)