Voedingsvezels (onverteerbare koolhydraten) komen voor in plantaardige voedingsmiddelen: granen, aardappel(schil), groente en fruit. Voedingsvezels vormen een bron voor de goede darmbacterien (darmflora).
Bacteriën in de dikke darm kunnen de voedingsvezels afbreken, bij dit proces ontstaat boterzuur:
In de dikke darm zijn voedingsvezels een belangrijke voedingsstof voor de aanwezige colibacteriën. Deze bacteriën kunnen cellulose (plantaardige stof) gedeeltelijk afbreken. Ze produceren de grootste hoeveelheid vitamine K (bloedstolling en aanmaak botten) die we nodig hebben. Het produceren gebeurt in de darm zelf.
- Oplosbare vezels in water. Dit gebeurt in de dikke darm, ze zijn goed voor de stoelgang en spijsvertering.
- Niet oplosbare vezels. Met deze vezels doet het lichaam niks en die gaan mee met de ontlasting.