Onder groente verstaan we alle voor menselijk consumptie geschikte en eetbare delen van kruidachtige gewassen bestaan uit een wortelstel, bladstelen of stengels, bladeren, bloemen en/of vruchten. Groente onderscheidt zich van andere eetbare planten doordat bij de diverse groente veel verschillende plantedelen kunt eten. Zoals:
Wortels: peen, rode biet
Stengels: asperges
Bladeren: sla, witlof
Bloemdelen: bloemkool, brocoli
Vruchten: appels, komkommer
Zaden: bonen, erwten
De wortelen zorgen er voor dat de plant stevig in de bodem staat en halen water met daarin de benodigde stoffen uit de grond.
De stengels geven steun aan de plant, vervoeren voedingsstoffen en slaan voedsel op in uitspruitsels (zoals aardappelen) of in loten en scheuten.
De belangrijkste functie van bladeren is het opvangen van zonlicht, het opnemen van koolzuur en afgeven van zuurstof.