In dit spel moet je een aantal regels en feiten gebruiken om nieuwe beweringen te bewijzen. Er zijn 60 kaarten met feiten en regels. Op de achterkant van deze staan puzzelstukjes afgebeeld. In het vervolg noemen we deze kaarten "puzzelstukjes".
Verder zijn er 20 kaarten met beweringen. Op hun achterkant staat een letter A, B, C of D, X,Y,Z en O.
De puzzelstukjes mogen omgedraaid worden. Bekijk deze kaarten rustig, en leg ze zo neer dat dat het makkelijk kunt overzien. De andere kaarten moeten met hun achterkant naar boven gelegd worden; op vier stapeltjes, voor A, B, C, en D. Hou de kaarten met X, Y, Z en O apart.
Deze kaarten dubbelzijdig printen, en uitknippen, aub.