Taak 2

Pak een kaart van stapel B. Gebruik de puzzelstukjes om een bewijs aan elkaar te puzzelen.
Zodra je een bewijs voor een stelling hebt hebt, mag je deze aan de stapel puzzelstukjes toevoegen.
Welke beweringen uit stapel A zijn makkelijker te bewijzen, nu je een bewijs voor een stelling uit stapel B hebt?