Taak A: Bewijzen van stellingen is te vergelijken met het vernuftig aan elkaar puzzelen van uitspraken die al als waar aangenomen woorden, of al als waar aangetoond zijn. De regel die 10 keer in het kaartspel voorkomt (Als x is duurder dan y en ...) is nodig om de verschillende beweringen aan elkaar te koppelen.
Taak B: Je kunt ook meer algemene stellingen bewijzen. Als dit lukt mag je deze in het vervolg gewoon gebruiken. In de wiskunde begin je met als waar aangenomen stellingen (axiomas) en bouw je zo verder aan meer en meer bewezen stellingen.
Taak C: Als je wilt laten zien dat iets niet waar is, moet je het tegendeel bewijzen. Dat heet een bewijs uit het ongerijmde.
Taak D: Voor sommige beweringen lukt het niet om te bewijzen of ze waar zijn of niet. Tenminste niet met de gegeven regels. In dit geval noem je deze regels onvolledig. Je zou nieuwe regels toe kunnen voegen, of gewoon accepteren dat sommige stellingen, gegeven de kennis, noch waar noch onwaar zijn.