Opgaven formuletaal

Oefen nu eerst met de volgende opdrachten:

  1. Geef de symbolen van onderstaande stoffen. Kijk hiervoor in het periodiek systeem via deze website: https://periodieksysteem.com/.

    1. Fluor

    2. Nikkel

    3. Waterstof

    4. Chloor

    5. Koper

 

  1. Geef de namen die bij de symbolen horen. Kijk hiervoor in het periodiek systeem via deze website: https://periodieksysteem.com/

    1. Hg

    2. He

    3. O

    4. N

    5. Fe

 

2. Geef aan uit welke atomen en hoeveel atomen van iedere atoomsoort het molecuul is opgebouwd.

  1. H2O

  2. CO2

  3. C6H12O6

  4. O2

  5. CH4

  6. NH3

 

3. Geef de molecuulformule van onderstaande stoffen:

a.

b.

(methanol)

c. Stikstoftrioxide, waarvan een molecuul dat bestaat uit 1 stikstofatoom en 3 zuurstofatomen.

d. Zwaverzuur, wat bestaat uit 4 atomen zuurstof, 1 atoom zwavel en 2 atomen waterstof.

(e) Optioneel voor extra uitdaging:
Op ieder hoekpunt zit een koolstofatoom (zie bolletjesmodel hieronder)
. ​​