2. Ecologische Niches

Verschillende dieren en planten soorten hebben hun eigen niche. In de ecologie betekent niche de plaats en functie die een dier of plantensoort inneemt binnen een bepaald gebied. Bijvoorbeeld: Een roodborstje leeft in de bomen, verspreid zaden en is een consument 1e en 2e orde.

Nog een voorbeeld: Een gras leeft op de grond, is een producent en zorgt voor voedsel in het gebied.

Een voorbeeld in de mensenwereld: Tanja woont in Urk en is daar de kapster, zij zorgt voor iedereens kapsel!

Aanpassen aan je omgeving

Integenstelling tot mensen kunnen dieren en planten niet zomaar hun functie of locatie veranderen. Een plant kan niet naar een ander stuk grond lopen en een worm kan niet opeens vliegen en muizen eten.

Gelukkig is er ook zoiets als evolutie. Planten en dieren passen zich aan bepaalde abiotische factoren aan, gedurende meerdere generaties en honderden/duizenden jaren. Bijvoorbeeld: sommige vissoorten hebben dankzij mutaties iets sterkere vinnen gekregen, waardoor ze over modderige stukjes kunnen "lopen". Als zij hun mutatie doorgeven aan hun kinderen en die weer aan hĂșn kinderen, leidt dat misschien wel tot het afsplitsen van een hele aparte soort!

Planten en dieren bestaan al vele miljoenen jaren. Daarom zijn er al een heleboel soorten die perfect zijn aangepast aan hun omgeving. In thema 5 heb je al geleerd hoe sommige planten overleven in de woestijn bijvoorbeeld! Zo een perfect aangepaste cactus heeft dan zijn eigen niche. Hij is een van de weinige soorten die daar goed kan leven. Die cactus levert echter ook eten (sommige soorten dan) en ook daar zijn hele aparte diersoorten op aangepast. Vogels bijvoorbeeld die lange snavels hebben om de naalden van de cactus te omzeilen bijvoorbeeld. Of dieren wiens bek zo ruw is dat de de naalden niet voelen in hun mond. Die planten soorten en dierensoorten zijn dus zo ontwikkeld dat ze elkaar nodig hebben en in balans zijn.