Beste leerlingen,
Hieronder staat precies wat je moet weten en kunnen voor de toets over chemische reacties. Je kunt de informatie opzoeken in de Wikiwijs en de presentaties (Deel D en E). Zorg ervoor dat je goed oefent met de opgaven.
VWO
Je kunt uitleggen wat een chemische reactie is.
Je kan uitleggen wat de wet van massabehoud betekent.
Je kunt aan de hand van een verhaaltje uitleggen of een proces een chemische reactie is of bijvoorbeeld een faseovergang.
Je kunt namen van atoomsoorten opzoeken in het periodiek systeem als het symbool er staat, en andersom.
Je kent enkele symbolen van atoomsoorten uit je hoofd (zie tabel onderaan).
Je kunt bij molecuulformules aangeven uit welke atoomsoorten en hoeveel atoomsoorten dit molecuul bestaat, en andersom.
Je kan uitleggen of een reactievergelijking kloppend is of niet.
Je kan uitleggen wat een coëfficiënt en wat een index is
Je kan uitleggen waarom je bij het kloppend maken van een chemische reactie je wel de coëfficiënt mag aanpassen, maar niet de index.
Je kan reactievergelijkingen kloppend maken:
Je kunt complexe reactievergelijkingen kloppend maken, waarin haakjes voorkomen, halve coëfficiënten, verhoudingen tussen moleculen van 2:3, coëfficiënten die allen deelbaar door een getal en waarin atomen voorkomen in meerdere moleculen.
VWO: leer onderstaande symbolen en namen uit je hoofd (2 kanten op)
Symbool |
Atoomsoort |
H |
Waterstof |
O |
Zuurstof |
N |
Stikstof |
C |
Koolstof |
I |
Jood |
Cl |
Chloor |