5. Oefeningen

 

  1. Wat is géén voorwaarde voor leven op een planeet?
    a. Zuurstof
    b. Een vaste omloopbaan
    c. Een atmosfeer
     
  2. Wat hebben de Theorie der schepping en de Theorie der buitenaards leven gemeen?
     
  3. Waarom kunnen wij bacteriën niet zonder hulpmiddelen zien?
     
  4. Een bacterie kan zichzelf klonen
    a. Waar
    b. Niet waar
     
  5. Bij welke theorie hoort het geloof dat een schepper de Aarde heeft gemaakt?
     
  6. Waarom zijn bacteriën nuttig in de natuur?
     
  7. Het vak biologie gaat over alles wat leeft. Hoe kan je bewijzen dat iets leeft?
     
  8. Wat is het verschil tussen het vak scheikunde en tussen het vak natuurkunde?
     
  9. Hoe heet de ster die op onze planeet voor licht zorgt?
     
  10. Als onderzoekers onderzoek zouden doen naar de volgende onderwerpen, bij welk vak zou het dan horen? Schrijf het vak bij het nummer. Kies uit: natuurkunde, biologie en scheikunde. 
    1. de overgang van ijs naar water
    2. het gooien van een bal
    3. de bacterien in je darmen
    4. de geur van parfum
    5. de samenstelling van de lucht
    6. de zwaartekracht van de aarde
    7. het menselijk brein
       
  11. Wat is groter, moleculen of atomen?
     
  12. Wat is het verschil tussen het vak biologie en het vak natuurkunde?
     
  13. Wat is een voorbeeld van een hemellichaam?
     
  14. Bekijk filmpje 1 uit paragraaf 'de ruimte'. Welke twee soorten planeten hebben wij in ons zonnestelsel?
     
  15. Bekijk filmpje 2 uit paragraaf 'de ruimte'. Kies een planeet uit en noteer waarom er geen leven op deze planeet mogelijk is.
     
  16. Bekijk filmpje 2 uit paragraaf 'de ruimte'. Wat zit er tussen Mars en Jupiter in?