Overal om ons heen is materie. Materie is alles wat ruimte inneemt en massa heeft. Volgens die betekenis is de tafel waaraan je zit en de tablet die je hebt dus ook materie. En je bent natuurlijk zelf ook materie. Zelfs de lucht die je uitademt is materie, ookal kun je er dwars doorheen kijken en lijkt het niet te bewegen. Alles om je heen is opgebouwd uit hele kleine deeltjes: atomen. Als je naar de onderstaande afbeelding kijkt, zie je water. Het water bestaat uit watermoleculen. De watermoleculen bestaan uit atomen. Atomen zijn dus kleiner dan moleculen.
Het verschil tussen natuurkunde en scheikunde is dat bij natuurkunde de samenstelling van de moleculen hetzelfde blijven. Bij scheikunden verandert de samenstelling van de moleculen wel.
Scheikundigen kijken naar stoffen, hoe ze op elkaar reageren en hoe ze veranderen.
Scheikunde komt overal om je heen voor. Als je bijvoorbeeld suiker in je thee doet en deze lost op, wat gebeurt er dan met de suiker? Wat gebeurt er in je maag met je ontbijt?