Leerdoelen
Leerdoelen
Aan het einde van dit thema kan of kun je:
A. N&T
- Uitleggen dat biologie te maken heeft met al het levende om ons heen.
- Uitleggen dat scheikunde te maken heeft met stoffen.
- Uitleggen dat natuurkunde te maken heeft met krachten.
- De drie vakken van N&T koppelen aan de ruimte.
B. Ontstaan van leven op aarde en planeten
- 4 voorwaarden voor het ontstaan van leven op een planeet benoemen.
- 3 mogelijke theorieën voor het ontstaan van leven op Aarde benoemen en beargumenteren.
- Uitleggen welke rol bacteriën hebben in de natuur.
- Uitleggen hoe bacteriën zich voortplanten.
C. Levenskenmerken
- De 7 levenskenmerken benoemen.
- Uitleggen wat het verschil is tussen Levend, Levenloos en Dood.
- Bij een voorbeeld-organisme de aanwezige levenskenmerken omschrijven.
D. Microscopie
- Alle onderwerpen van een microscoop benoemen.
- Een microscoop op de juiste manier scherp stellen.
- De tekenregels van biologisch tekenen op de juiste manier toepassen.
- Op een veilige manier omgaan met practicum materiaal.
E. Groei of ontwikkeling
- Het verschil tussen groei en ontwikkeling opnoemen.
- Van een bepaalde verandering aangeven of het groei of ontwikkeling is.
- Uitleggen wat een groeispurt is.
- Uitleggen wat groeisnelheid is.
- De twee soorten ontwikkelingen bij dieren van elkaar onderscheiden.
- Uitleggen wat een biologische metamorfose is.
- De metamorfose van een kikker en een vlinder uitleggen.
F. Tree of life
- Uitleggen waarom wij (biologen) alle levensvormen categoriseren in de vorm van een boom.