Opdracht 3

Lees het volgende fragment uit het boek Maan en zon van Stefan Brijs en maak daarna de vragen.

  1. Welke tijdlagen herken je in dit verhaal? Probeer ze te omschrijven.
  2. Maak een schatting van de vertelde tijd van die lagen. Geef argumenten.
  3. Geef de fabel van het verhaal. Is het fragment dus chronologisch geschreven?
  4. Geef een voorbeeld van tijdverdichting.
  5. Geef een korte typering van Roy.
  6. Geef een korte typering van Max.
  7. Wat is de 'Dodge' precies? Welke rol speelt die in dit fragment?
  8. Welke talen, behalve Nederlands, herken je in dit fragment? Wat zegt dat over de plaats waar dit verhaal zich afspeelt?

Meer weten over Stefan Brijs? Kijk eens op de website van zijn uitgever Atlas Contact.