Opdracht 7

Lees hier een fragment uit het boek: Het Diner. Beantwoord daarna de vragen.

  1. In dit fragment lopen heden en verleden nogal door elkaar.
    Probeer de fabel te schrijven.
    1. Wat is hier de belangrijkste open plek?
    2. Wordt die open plek ingevuld?
    3. Wat voor een soort einde heeft dit fragment?
    1. Geef een beschrijving van de ruimte van het heden.
    2. Wat kun je zeggen over de functie van die ruimte? In hoeverre kun je hier van contrast of overeenkomst tussen ruimte en handeling spreken?
    1. Beschrijf de hoofdfiguur.
    2. Wat kun je zeggen over zijn normen en waarden?
    3. In hoeverre maken die normen en waarden identificatie makkelijker of moeilijker?
  2. Probeer ook de jongens te typeren.
  3. Wat bedoelt de schrijver met de zin: "Het was het sleutelmoment, de lachende jongens eisten hun plek op in dat collectieve geheugen."