Robinson, Doeschka Meijsing, 1976, 3 sterren

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

Opdracht niveau 2 | Personages

A


Opdracht 1


Maak een namenweb. Schrijf je eigen naam in het midden. De namen van degenen die het belangrijkst voor je zijn (ouders, vrienden, vriendinnen) er omheen.

 

 

Opdracht 2


Maak verbindingslijnen tussen je eigen naam en die van de anderen. Hoe belangrijker de relatie, hoe dikker de lijn. Goede relaties geef je aan met groene lijnen, minder goede (ruzies misschien?) geef je aan met rode. (Je kunt groene lijnen ook voorzien van een rood lijntje ernaast!)

Met de dikste van lijnen was het niet erg duidelijk hoe de relatie was. Daarom heb ik dit aangepast met emoji’s. Een vinkje betekent een goede relatie. Als er een neutrale emoji achterstaat, speelt er tijdelijk iets tussen. Een glimlachende emoji is ook een redelijk goede relatie. En een emoji die sip kijkt, betekent dat het niet goed loopt.



Opdracht 3

Had je dit web een jaar geleden ook zo getekend? Zo niet, wat is er veranderd en hoe komt dat?

Dit web zou een jaar geleden veel overeenkomsten hebben. Een aantal relaties, bijvoorbeeld met vrienden, zijn wat minder sterk geworden. Dat komt bijvoorbeeld door een ruzie, of doordat we ver uit elkaar wonen elkaar niet vaak zien.
Met de dikste van lijnen was het niet erg duidelijk hoe de relatie was. Daarom heb ik dit aangepast met emoji’s. Een vinkje betekent een goede relatie. Als er een neutrale emoji achterstaat, speelt er tijdelijk iets tussen. Een glimlachende emoji is ook een redelijk goede relatie. En een emoji die sip kijkt, betekent dat het niet goed loopt.

B


Opdracht 1


Neem het begin van de roman Robinson als uitgangspunt. Maak nu een namenweb met Robinson in het midden. Zet haar vader, moeder, Daniël, Johanna Freida en de rector er omheen.


Opdracht 2


Maak weer rode en groene, dikke en dunne lijnen van Robinson naar de andere personages.

Opdracht 3

Beschrijf nu – voor alle vijf relaties – wat er aan het einde van het schooljaar is veranderd: is die relatie verbeterd, verslechterd, voorbij? Gebruik het schema hieronder:


1. De relatie tussen Robinson en haar moeder is nauwelijks veranderd. De moeder van Robinson behandelt haar zo netjes als zij zelf en wilt haar continu controleren op wat ze doet. Zelfs op school. Vanaf het begin tot het eind van dit verhaal vertoont de moeder van Robinson dit soort gedrag, waar Robinsons zich natuurlijk aan ergert. Bovendien had haar moeder geen dochter gewild, maar een zoon. Vandaar dat zij de naam Robinson heeft gekregen.  


2. De relatie tussen Robinson en haar vader is erg verslechterd. De vader van Robinson is een kapitein en is vaak van huis. Maar Robinson had wel een goede band met haar vader. Totdat hij Johanna Freida ontmoette. De vader van Robinson wordt namelijk verliefd op haar.  


3. De relatie tussen Robinson en Daniël is slechter geworden. In het begin van het schooljaar hadden Robinson en Daniël een goede band, maar dat verandert doordat ze allebei verschillende interesses hebben. Daniël praat ontzettend veel. En dan vooral over kwaad en de duivel. Maar Robinson houdt daar juist helemaal niet van.  Ze kan zijn geklets op een gegeven moment ook niet meer aanhoren.


4. De relatie tussen Robinson en Johanna Freida is verslechterd.  Johanna Freida is de docent van Duits op de school van Robinson. In de  eerste instantie vond Robinson haar een vrolijke een aardige vrouw. Totdat Johanna Freida verliefd werd op Robinsons vader. Dit heeft Robinson diep geraakt. Omdat haar vader de enige was die ze vertrouwde, en nu dus niet meer.


5. De relatie tussen Robinson en de rector is verslechterd. Robinson vind de rector gevaarlijk. Daniël is de neef van de rector, maar zodra Daniël verliefd wordt op Robinson, moet Robinson bij de rector komen. Ze wordt gewaarschuwd dat er geen gedoe mag zijn tussen Robinson en Daniël.


C


Maak de volgende zinnen af:

          een moeder als die van Robinson een jongen had gewild in plaats van een  Meisje. Ook zou ik het helemaal niet fijn vinden als ik op alles gecontroleerd  

          zou worden en mijn moeder dan alles over mij te zeggen heeft.