Heeft het boek een verassend eind, waarom wel of niet? (Ik vind het belangrijk dat het einde goed bij het verhaal past, als het een heel spannend verhaal is en er is een open einde dan blijf je met die spanning zitten. Maar als je een gesloten einde hebt bij een verhaal zonder een goede verhaallijn is er niets aan.
Het einde heeft niet bepaald een verassend einde. Het boek gaat over een meisje die verhuisd naar Den Haag en daar volwassen word. Ze hebben weinig inkomen en wonen in een achterstandswijk. Het gaat over het volwassen worden van een jong meisje dus ik had wel verwacht dat het een open einde zou zijn. Het is niet erg verassend ,maar het is ook niet het slechtste einde wat er bestaat.
Past de titel perfect bij het verhaal, wat is er goed/slecht aan?(De titel moet iets kunnen zeggen over het verhaal. Op basis van een titel moet je ook kunnen inschatten waar het over gaat. Ook moet de titel aantrekkelijk zijn)
De titel zegt niet heel veel over het boek. De titel is wel een citaat in het boek. Daarom vind ik het toch wel goed passen. De titel geeft geen uitleg over het verhaal. Dat vind ik wel wat minder goed. De citaat word meerdere keren in het verhaal gebruikt. Op het einde zegt Liaan(hoofdpersonage) tegen haar vader(die al een tijdje niets meer van zich heeft laten horen) veel geluk. Het is een betekenisloze zin. Maar het geeft toch een bepaalde uitdrukking. Dus het is niet de perfecte titel maar ook niet de slechtste.
Heeft het boek een spannende verhaal lijn, waarom wel waarom niet? (Het boek een moet een verhaal lijn hebben. Er word bijvoorbeeld iemand vermoord en er komt een onderzoek over. Dat is een goede verhaal lijn. Maar als je een verhaal hebt over meisje die haar leven lijd en er gebeurd ‘’niets’’ dan is het een slechte verhaal lijn en is het vaak ook niet leuk om te lezen)
Het verhaal is niet bepaald heel spannend. Er gebeuren af en toe wel spannende dingen omdat Liaan(hoofdpersonage) geabsorbeerd raakt door van alles en nog wat. Er zijn wel drie verhaal lijnen. Je hebt een verhaal lijn in Zweden, in Nederland en in Den Haag. Deze verhalen worden door elkaar heen verteld. Bij het hoofdstuk staat erbij welke periode ze zitten.
Past de woordkeuze/zinsopbouw bij de doelgroep?(De woordkeuze/zinsopbouw moet goed passen bij de doelgroep. Stel je doelgroep zijn kleuters dan ga je geen moeilijke woorden gebruiken of hele lange zinnen maken.)
De woordkeuze en zinsopbouw past best goed bij de doelgroep. Het is bedoeld voor jongeren en ouderen lezen het ook. Ze gebruiken af en toe wat moeilijkere woorden maar daardoor geeft het verhaal wel een bepaalde uitdrukking. De zinsopbouw is ook soms wel moeilijk ,maar ook dat is niet heel erg storend. Dus de zinsopbouw en woordkeuze past goed bij de doelgroep.
Past het verhaal bij de doelgroep? (Het verhaal moet passen bij de doelgroep. Het moet interessant zijn voor de lezer. Je gaat dus geen verhaal vertellen over bumba als je doelgroep jongeren is. Het moet wel aantrekkelijk zijn.)
Het verhaal past bij de doelgroep. De ene vind het verhaal net iets aantrekkelijker dan de ander. Maar in het algemeen past het verhaal er goed bij. Ik vond het minder aantrekkelijk ,omdat ik houd van wat actie in een verhaal. Er gebeuren dingen met alcohol, drugs en discriminatie en daar houden jongeren in het algemeen wel van om te lezen. Dus het verhaal past zeker bij de doelgroep.
Eindoordeel:
Ik vind het boek niet het beste boek van Nederland, maar het is ook niet het slechtste boek. Het heeft niet bepaald een verassend einde maar het einde past wel bij het verhaal. Ook is de titel niet de beste titel die je voor het boek kon uit kiezen. Het paste daarin tegen wel bij het boek maar het zegde er niets over. De verhaal lijn is wel spannend/ leuk. Door drie verschillende periodes/ verhaal lijnen te gebruiken blijf je de interesse er toch wel bij houden. Het verhaal past goed bij de doelgroep. Ze gebruiken een goede woordkeuze en zinsopbouw. Hierdoor word het verhaal net iets leuker en aantrekkelijker.