De tweeling Klaas en Kees en hun broertje Gerson hebben jarenlang het spelletje ‘zwart’ gespeeld. Dit is een zoekspel waarbij de belangrijkste regel is dat ze hun ogen niet mogen opendoen. Gerson heeft de naam van het spel bedacht toen hij voor de eerste keer meedeed. Gerson was toen vier jaar. Inmiddels is hij dertien jaar.
Marianne, de moeder van Klaas, Kees en Gerson is op een dag weggereden naar Italië. Volgens Gerard, de vader van Klaas, Kees en Gerson, woont ze bij een andere man, een buitenlandse man. Sinds die tijd is ze nooit meer teruggekomen. Ze stuurt vijf keer per jaar een kaartje, met iedere verjaardag en met nieuwjaar. Waar ze precies woont, weten ze niet. De Italiaanse postzegel die op de kaartjes zit, is altijd onleesbaar.
Op een mooie zondagochtend in mei stappen Gerard, Klaas, Kees, Gerson en Daan in het snotkleurige autootje van Gerard. Ze gaan op bezoek bij opa Jan en oma Anna. Ze besluiten om langs de boomgaarden te rijden. Daar zien ze allemaal bomen met witte bloesems langs de weg staan. Volgens Gerard zijn het perenbomen, want volgens hem bloeien perenbomen wit, maar volgens Klaas en Kees zijn het appelbomen. Al discussiërend rijden ze op een kruising af. Als ze de kruising passeren, rijdt een auto van rechts op Gerards autootje in. De rechterdeur is als het ware om Gerson, die naast Gerard zit, heen gevouwen. Een gedeelte van het dak, een ijzeren stang, is in stukken gebroken en die stukken rusten op of misschien wel in Gersons hoofd. Het dashboard, dat naar voren is gekomen, rust tegen zijn borst. Gerson zit muurvast. Hij schreeuwt of huilt niet, hij zegt alleen heel zachtjes: ‘Au’.
Gerard heeft glassplinters van de verbrijzelde voorruit in zijn gezicht en hals. Kees, die achter Gerson zit, heeft zijn arm gebroken. Klaas klaagt over nekpijn. Daan is door de klap dwars door het raampje aan de bestuurderskant naar buiten gevlogen.
De bestuurder van de andere auto mankeert niets. Hij belt met zijn mobieltje een ambulance.
Gerard en Kees worden meegenomen in een ambulance. Klaas blijft achter. Gerson moet uit de auto geknipt worden. Een uur later wordt Gerson het ziekenhuis binnengebracht. Hij komt op de afdeling ‘Intensive Care’ te liggen. Gersons rechteronderarm is verbrijzeld, zijn ribben zijn zwaar gekneusd. Gerson heeft een beschadiging aan zijn ogen en zijn mild moet verwijderd worden. Door alle aandoeningen en de narcose raakt Gerson in coma. Gerard, Klaas en Kees slapen die nacht in het ziekenhuis.
De volgende dag gaan Gerard, Klaas, Kees en Daan naar huis.
Twee dagen later gaan Gerard, Klaas en Kees weer naar Gerson toe. Gerson ligt nog steeds in coma. Volgens de verpleegkundige, Harald, moeten ze zoveel mogelijk tegen Gerson praten en hem aanraken. Gerard vindt dat maar onzin, want hij denkt dat Gerson hem toch niet hoort.
Van Harald mag Daan ook in het ziekenhuis op bezoek bij Gerson komen. Eigenlijk mogen er geen dieren het ziekenhuis binnen, maar dit is een uitzondering want Gerson ligt al zeven dagen in coma.
Daan is schuchter en verlegen in het ziekenhuis. Het kost Gerard, Klaas en Kees moeite om hem de kamer van Gerson binnen te krijgen, maar hij is al gauw binnen en snuffelt de hele kamer door. Na een tijdje springt Daan op het bed van Gerson. Ze besluiten even later om maar weer naar huis te gaan.
Een paar nachten later krijgt Gerson weer langzaam gevoel in zijn eigen lichaam. Gerson schreeuwt: ‘Perenbomen bloeien wit’.
Op donderdag komen Gerard, Klaas en Kees weer op bezoek. Gerson kan alweer wat praten. Gerson blijft voor altijd blind. Gerard, Klaas, Kees, Jan en Anna hebben het er moeilijk mee omdat ze algauw in een woord of uitspraak kijken of zien gebruiken.
De arm van Kees is mooi geheeld. Hij draagt nu alleen nog een soort rekverband om zijn linker onderarm. Gerards hechtingen zijn eruit, maar mensen zullen nog wel altijd aan hem blijven zien dat er ooit iets is gebeurd.
Gerson is inmiddels thuis. Hij gaat vaak om negen uur ’s avonds naar bed en staat ’s morgens vaak laat op, want als hij droomt, kan hij ‘zien’.
Op 28 juli is Gerson jarig. Hij wordt veertien jaar. Gerard heeft een vrije dag genomen. Gerard, Klaas en Kees hebben erg hun best gedaan om een goed cadeau te vinden. Gerard heeft Gerson een envelop gegeven met daarin honderddrieënnegentig gulden en negentig cent. Het geld is bedoeld voor leermateriaal. Klaas en Kees hebben een cd gekocht. Als Gerson het uitpakt, zegt hij alleen maar ‘leuk’. Hij is niet erg enthousiast. ’s Avonds vraagt Gerson aan Klaas en Kees waarom ze hem geen cadeau hebben gegeven. Dan pakt Kees nog een cadeau en geeft het aan Gerson. Het is een boek, zodat Klaas en Kees de verhalen kunnen voorlezen aan Gerson. Gerson is er heel blij mee.
Op 8 augustus wil Gerson zwart spelen. Ze spelen het spel, maar Klaas en Kees spelen vals. Ze houden hun ogen open, zodat ze kunnen zien hoe Gerson loopt. Gerson weet niet meer goed hoe het erf eruitziet en loopt de verkeerde kant op. Vervolgens valt hij van de brug (twee zware balken met dikke planken) in de sloot. Klaas haalt Gerson uit het water. Gerson loopt verder naar het doel, de grafsteen van Pieter Mulder. Als Klaas en Kees er ook bij komen, zegt Gerson dat hij er niks meer aan vindt, ook Klaas en Kees vinden het spel niet meer leuk.
De volgende dag gaan Klaas, Kees, Gerson en Daan logeren bij opa Jan en oma Anna. Ze rijden weer langs de perenbomen. Klaas vraagt aan zijn vader of hij wil stoppen. Hij stapt uit en kijkt wat er aan de bomen hangt. Het zijn peren. Hij loopt terug naar de auto en zegt dat Gerson gelijk heeft; ‘Perenbomen bloeien wit’. Even later komen ze bij opa Jan en oma Anna aan.
Op 10 augustus vindt Kees een mooie tak voor Gerson, want hij heeft nog geen blindenstok. Kees snijdt Gersons naam erin. Tijdens het avondeten geeft Kees de stok aan Gerson. Gerson gaat die avond een wandeling maken langs het meer met de nieuwe stok en met Daan. Het begint te onweren. Gerson gooit de stok weg, Daan haalt de stok weer op. Gerson gaat het water in en zwemt nog een stukje. Dan komt hij niet meer boven.
Gerson wordt begraven op de begraafplaats bij zijn huis, dit was Gerson’s favoriete plek.
Belangrijkste elementen
Gerson, klaas en kees spelen altijd een spelletje genaamd zwart. Na een tijdje krijgen ze een auto-ongeluk waarbij Gerson blind raakt. Hij is blind en vind het leven niet meer leuk en na een tijdje overleed hij en werd hij begraven op de begraafplaats langs zijn huis.
Informatie schrijver
Gebrand bakker is geboren op 28 april 1962 in Wieringerwaard.
Hij heeft in totaal vijfentwintig jaar op school gezeten. Van 1995 tot 2002 was hij ondertitelvertaler bij voornamelijk natuurdocumentaires. In 2003 begon hij aan een opleiding voor hovenier hij was daar in 2006 klaar mee. Gerbrand Bakker schreef ook voor verschillende tijdschriften columns en artikelen. Gewone kinderboeken schrijven wilde hem eerst nog niet lukken, daarom schreef hij twee woordenboeken voor kinderen. Zijn eerste roman voor jongeren, die ook in het Duits vertaald is, was ‘perenbomen bloeien wit. Gerbrand Bakker heeft ook de volwassenroman ‘boven is het stil geschreven’.
Eigen mening
Mijn mening over het boek verschild tijdens het boek. In het begin vond ik het boek erg leuk en interessant vooral wanneer het auto-ongeluk zich plaats vind en tijdens dat Gerson in coma ligt. Naarmate het einde in zicht kwam vond ik het boek saai vinden er gebeurde vrij weinig en het verlangen om het boek uit te lezen werd minder. Ook het einde had ik verwacht. Na het ongeluk had ik al in mijn hoofd dat Gerson zou overlijden. Ik zou het boek niet zo snel aanraden.