De negen kamers
Het boek De negen kamers door Peter-Paul Rauwerda is een verassend en vernieuwd boek. Het boek gaat over hoe Jonas, het hoofdkarakter, een groot boek vindt in zijn huiskamer als zijn ouders een week weg zijn. Hij heeft al weken lang hoofdpijn en hij kan zich niet herinneren dat hij daar een boek heeft achtergelaten. Op het boek ligt een briefje: “Maak dit boek open, en je leven zal veranderen”, leest Jonas. Hij weet niet goed wat hij moet doen want door de hoofdpijn kan hij niet helder nadenken. Hij besluit het boek toch te openen, hij ziet een versje over negen kamers die zijn leven zal veranderen. Hij leest nog een versje op, over hoe hij naar een tuin moet lopen maar dat hij moet oppassen voor de honden. Hij wil verder bladeren in het boek maar de pagina’s zitten vastgeplakt aan elkaar. Onderweg naar school ziet hij een groot grijs huis in de verte staan. Die heeft hij nog nooit gezien terwijl hij hier al zo lang woont. Hij vraagt aan zijn buurman of hij het huis ook ziet maar nee, hij is de enige. Na school besluit hij om het eens van dichter bij te gaan bekijken. Als Jonas aankomt bij het huis ziet hij dat de honderdste stang een beetje breder is verwijderd dan de rest, net zoals het boek al zei. Hij gaat naar binnen en vindt een prachtige tuin met super veel bloemen en prachtige bomen. Hij loopt op de veranda naar de deur, hij legt zijn hand op de klink en draait hem open. Op slot… Hij neemt een paar stappen terug en kijkt of er ergens een raam openstaat, ook niet. Dan ziet hij iets bewegen achter een raam op de boven verdieping, daar staat een meisje! Voordat hij iets kan doen ziet hij vier gloeiende gele ogen. Alle mooie planten in de tuin verwelken en snel rent hij weg voordat de honden hem grijpen. De volgende ochtend ziet hij het boek weer op de tafel liggen. Hij opent het boek en ziet dat hij nu meer pagina’s kan lezen. Er is nog een rijmpje over hoe hij een spoor moet volgen bij het huis. Toen hij bij het huis aan kwam wist hij niet zo goed welk spoor hij moest volgen tot dat hij een echt treinspoor achter het huis zag! Hij volgt het spoor en komt dan bij een kermis maar dit is niet zomaar een kermis. Deze kermis had hij vroeger als speelgoed maar is nu uitvergroot tot levensecht formaat. Jonas loopt dwalend over het terrein, hij kan zijn ogen niet geloven. In een van de woonwagens ziet hij een dwerg bewegen. Hij komt er achter dat de dwerg het huis bewaakt en dat hij de honden op hem heeft afgestuurd. Alles wat er in het kleine huis van de dwerg gebeurt, gebeurt bij het echte huis ook. Als de dwerg niet kijk doet Jonas de deur van het kleine huis stiekem op een kier zodat hij toch naar binnen kan. Nu kan zijn avontuur echt beginnen.
De schrijver van de Negen kamers is Peter-Paul Rauwerda. Hij heeft in 2017 de Diorapthe Literatour prijs gewonnen. Dit is het eerste boek dat hij heeft gepubliceerd maar het is niet het eerste wat hij heeft gedaan in de industrie. Hij was eerst een illustrator voor kinderboeken en hij heeft tientallen boeken geïllustreerd.
Tijdens het verhaal gaat Jonas door de verschillende kamers heen. De rare en fictieve gebeurtenissen boeide mij heel erg. Bijvoorbeeld “het verhaal van de wind” in de slaapkamer was natuurlijk onmogelijk omdat je niet verliefd kan worden op zomer maar er zat een onderliggende les achter waardoor het boeiend bleef. Ik was elke keer weer benieuwd waar het verhaal heen ging omdat het zo onvoorspelbaar was. Bijvoorbeeld bij het einde van het verhaal als Jonas in het ziekenhuis ligt denk je dat het misschien wel een droom kon zijn maar net zoals Jonas wil je dat niet geloven. Hierdoor wil je verder blijven lezen. Ook omdat het hoofd karakter ongeveer mijn leeftijd is en net zo veel informatie had als ik, de lezer, kon ik mij goed met hem identificeren. Er is ook veel ontwikkeling in Jonas’ z’n karakter. In het begin van het boek is hij een afgesloten en bange jongen maar aan het einde is hij een betere versie van zichzelf. Ik vond het dus een erg goed boek en daarom geef ik het een acht. Ik raad het je zeker aan om het een keer te lezen!
