Boek 10 - havo 5

Grip – Stephan Enter (niveau 4)

Samenvatting

Paul van Woerkom en Vincent Voogd, twee veertigers, ontmoeten elkaar op een voorjaarsdag in 2007 op station Brussel Zuid. Ze hebben elkaar lang niet gezien. Twintig jaar geleden behoorden ze tot een groepje van vier ' naast hen waren dat Martin Beers en Lotte de Greve ' dat gezamenlijk veel aan bergsport deed. Hoogtepunt was hun klimvakantie op de Lofoten. Daarna hebben hun wegen zich gescheiden. Vincent koos voor een onderzoeksbaan in Tokio. Martin en Lotte zijn getrouwd en zijn na acht jaar Lyon en zes jaar VS neergestreken in Wales, dichtbij Swansea. Alleen Paul is in Nederland gebleven als beheerder van het familiekapitaal.

Martin heeft het initiatief genomen om na twintig jaar weer eens als viertal bij elkaar te komen in zijn droomhuis bij Swansea. Zo vertrekken Paul en Vincent van Brussel met de Eurostar naar Engeland. Paul vindt zichzelf erg veranderd in die jaren. Vincent is zijns inziens helemaal dezelfde gebleven, maar hij kan zich niet voorstellen dat hij eens zijn beste vriend was. Erg opwindend is de conversatie van de twee dan ook niet. Een krantenbericht waarin een Amerikaanse geleerde beweert dat de wetenschap ver genoeg gevorderd is om over twintig jaar sommige mensen onsterfelijk te maken, leidt tot een studentikoze discussie: eeuwig leven wordt door Vincent heel negatief, door Paul juist positief getaxeerd.

Toch spoken door Pauls hoofd overwegend herinneringen aan de vroegere vakanties. Vooral een dramatisch voorval op de Lofoten dringt zich weer op. Hij had met Lotte samen een pad gekozen dat volgens hen de tocht bekortte. Tegen zijn dringend advies in wilde Lotte een sneeuwveld oversteken. Zij zakte erdoor en viel in de diepte. Paul is haar nagesprongen en heeft haar met een onwaarschijnlijke krachtsinspanning gered. Met een gebroken arm heeft Lotte die dag de tocht kunnen volbrengen, maar Paul heeft haar plechtig moeten beloven dat hij tegenover iedereen zou volhouden dat het een ongeluk was geweest. Hij mijmert erover hoe wonderlijk het is dat Lotte alleen dankzij hem nu nog leeft en zelfs een kind heeft.

Personages

Enters personages zijn sterk visueel ingesteld. Het zijn kijkers: ze observeren landschappen en mensen in hun naaste omgeving. Van de vier personages komt de lezer dan ook alles te weten over hun uiterlijk (haardracht, gezicht, kleding), manier van lopen en praten en verdere opvallende aspecten van hun gedrag. Het is bijvoorbeeld opvallend hoe weinig Vincent en Paul gedurende hun vele uren durende treinreis met elkaar praten en hoe uitgebreid ze via innerlijke monologen over elkaar nadenken.

Er zijn tussen de vier duidelijke standsverschillen. De extremen zijn Paul en Martin. Paul is in feite de levenslange rentenier, Martin valt uit de toon omdat zijn vader een carrosseriewerkplaats heeft. Verder hebben de mannen alle drie een heel verschillende relatie tot Lotte, de enige vrouw. Martin is met haar getrouwd, tot ieders verbazing, ook van hemzelf: een droomprinses. Vincent was eigenlijk de aangewezen minnaar, maar op het beslissende moment heeft hij haar afgewezen. Daar heeft hij levenslang spijt van. En Paul is op een veel naïevere manier door haar gefascineerd: verrast door haar scherpte en directheid, vol bewondering voor haar onafhankelijkheid en tegelijk verward door haar ongrijpbaarheid. Een korte typering per individu:

Paul is zeer onder de indruk van zijn reisgenoot Vincent, met wie hij zich voortdurend vergelijkt. Dat komt door 'het gebrek aan aarzeling, het volslagen gemak waarmee Vincent zich bewoog en handelde. Het gaf hem (...) keer op keer het idee dat hijzelf niet meer dan een in-brave, welopgevoede provinciaal was' (p. 17). Wel vindt hij dat hij er even jong uitziet als Vincent'. 'Was het omdat hij niet was getrouwd, geen kinderen had, nooit een normale baan, dat hij zich adolescent bleef voelen?' (p. 18). Zo komt hij inderdaad op de lezer over: als een wat naïeve, trouwhartige versie van de eeuwige jongeling.

Vincent, 'behendigste aller alpinisten' (p. 7), wordt meteen in de eerste zinnen van de roman getypeerd. Zelfbewust, daadkrachtig, veel lef: Vincent 'geloofde altijd dat je de dingen kon bezweren' (p. 13). Op het gymnasium briljant, een wonderkind; een prachtige baan in Tokio, totdat hij er genoeg van heeft, zijn koffers pakt en terugkeert naar Nederland. Hij is serieel monogaam, maar nooit langer dan drie maanden. 'Liefst zou ik mijn leven lang niets anders doen dan lopen, alleen maar lopen met een rugzak op ' dag in dag uit, alle seizoenen', zegt hij zelf (p. 100). Een alleskunner die nooit richting aan zijn leven zal weten te geven.

Martin is de organisatorische spil van het groepje, de betrouwbare regelaar. Hij is trouwens in alles betrouwbaar en recht door zee. Niemand heeft dan ook een hekel aan hem. Hooguit aan zijn betuttelende manier van praten als hij iets uitlegt aan de groep. Maar wat moeilijk aan hem is: hij voelt zich vaak ' geheel ten onrechte ' aangevallen, is gauw gekwetst. Daarnaast heeft hij, juist vanwege zijn sociale achtergrond, een grote behoefte zich te bewijzen.

Lotte ten slotte is de meest mysterieuze en ongrijpbare van de groep. Ze kent Vincent vanaf haar twaalfde; ze doorliepen samen het gymnasium en gingen in dezelfde stad studeren. Ze kent hem door en door, bewondert hem en is op de Lofoten hevig verliefd op hem. Paul heeft altijd heel ambivalente gevoelens voor haar gehad: 'Hij vond haar geweldig ' hij vond haar onuitstaanbaar. Een toneelspeelster, een ongeleid projectiel' (p. 71). Maar alle beschrijvingen van en bespiegelingen over de personages illustreren het thema: je krijgt er geen grip op wie ze werkelijk zijn.

Onderwerpen

De titel van de roman vat in één woord de thematiek samen. Waarop heeft de mens grip? Waar vindt hij houvast? Wat heeft hij eigenlijk onder controle? Dat blijkt bitter weinig. De mens heeft geen grip op de tijd, op het tempo waarin die verloopt, op de veranderingen die zich voltrekken, terwijl het evenzeer onmogelijk is om naar het verleden terug te keren. Vincent doet hierover de meest drastische uitspraken, bijvoorbeeld: 'Tijd, bewustzijn, was niets anders dan het machteloos om zich heen graaien van het verstand en bestond niet, kon niet bestaan als iets blijvends' (p. 162).

De mens heeft ook geen grip op zichzelf vanwege zijn gebrekkig zelfinzicht. Maar hij heeft ook niet echt grip op zijn relaties en op de keuzes die hij daarin maakt. Zijn het bewuste eigen keuzes? En in hoeverre leidt hij dus het leven dat hij echt wil leiden? Evenmin heeft de mens grip op de betrouwbaarheid van zijn herinneringen en op de duurzaamheid ervan: de vervagen, brokkelen af. De roman biedt er een treffende illustratie van.

Het alpinisme dat in de roman een belangrijke rol speelt, kan gezien worden als een motief dat de thematiek ondersteunt. Belangrijk bij het bergbeklimmen is dat men goed grip heeft. Is dat niet het geval, dan kan dat tot gevaarlijke situaties leiden. De ongelukken van Lotte en Vincent in de roman illustreren dit.

informatie schrijver

Stephan Enter is een Nederlandse schrijver. Hij is geboren op 12 november 1973 (47 jaar) in Rozendaal. Hij heeft Nederlandse letterkunde en keltische talen en culturen gestudeerd in Utrecht. Met het boek Grip heeft hij verschillende prijzen gewonnen.

eigen mening

dit boek is het enige boek dat in op niveau 4 heb gelezen, dit kon ik ook wel merken. De opbouw van het boek was in het begin dan ook wel wennen want de niveau 3 boeken vind ik ook nog wel lastig op sommige momenten. Maar hierdoor vind ik ook wel dat er meer diepgang in het boek zat (weet niet zeker of dat aan het niveau ligt). Ik vind ook dat het boek je echt aan het nadenken zet omdat het een filosofische karakter heeft. Doordat het verhaal in verschillende perspectieven is geschreven krijgt het meer diepte.