De kroongetuige, Maarten ’t Hart
Boekverslag 6, Standaardverslag
Samenvatting:
Het huwelijk van Thomas en Leonie heeft elke glans verloren. Oorzaak: Leonie blijkt onvruchtbaar te zijn, terwijl ze dolgraag kinderen wil. Als ze een week bij haar moeder logeert, gaat Thomas enige avonden met Jenny Fortuyn op stap. Jenny werkt in de Openbare Bibliotheek en woont erboven op een zolderkamertje. Ze heeft vele vrienden, gebruikt drugs en heeft zich al twee keer laten aborteren. Thomas vindt haar erg aantrekkelijk en na een kroegentocht in de nacht van woensdag op donderdag 1 augustus vraagt hij haar mee naar zijn huis te gaan. Jenny gaat niet op dit verzoek in: ‘Je bent nu al stomdronken.’ Thomas probeert haar mee te trekken en er ontstaat een kleine worsteling. Drie studenten zijn hiervan getuige. Jenny loopt weg en het laatste wat Thomas van haar ziet, zijn haar witte laarsjes. Een hevige onweersbui barst los.
Thomas werkt op een laboratorium, waar hij onderzoek doet naar kannibalisme bij ratten. Alex, de dierenverzorger, wil niet langer aan deze wrede proeven meedoen en Thomas neemt het op zich de ratten in de kannibalenkooi voortaan te verzorgen.
Vier dagen later komen er twee rechercheurs in het laboratorium: Lambert en Meuldijk. Ze ondervragen Thomas over het verdwijnen van Jenny. Hij vertelt niets aan Leonie.
’s Avonds gaat Thomas naar de Bibliotheek; hij kijkt ook even op de kamer van Jenny, waar hij de rechercheurs treft. De politiemensen stellen hem allerlei vragen. Hij vertelt dat Jenny vele vrienden had, onder wie de jurist Robert. Thomas zelf is farmacoloog; hij onderzoekt of er drugs zijn die het kannibalisme bij ratten stimuleren (dit in verband met de rattenbestrijding).
’s Nachts ontstaat er een fikse ruzie tussen Thomas en Leonie. Thomas geniet van Verdi’s opera Otello, terwijl zijn vrouw de voorkeur geeft aan Schumann (‘Omdat hij altijd van die kinderachtige dingen componeerde over peuters.’). Thomas verwijt Leonie dat ze hem slechts als ‘een veredelde fokstier’ gebruikt. Lambert vraagt Thomas naar het politiebureau te komen. Jenny is nu twee weken weg en Thomas is de laatste die haar gezien heeft. Hij heeft haar geslagen. De politie heeft ernstige vermoedens dat hij meer weet over haar verdwijning. De rechercheurs willen zijn kleren onderzoeken en een bezoek aan zijn huis brengen. Leonie mag van niets weten en daarom wordt Lambert voorgesteld als een nieuwe collega van Thomas.
Ze merkt echter toch dat zijn handen veel te grof zijn voor die van een onderzoeken en dat Thomas iets op zijn hart heeft.
Op het politiebureau verneemt Thomas dat er bloedvlekken gevonden zijn op zijn kleding. Hij kan aantonen dat het bloedvlekjes zijn die zijn veroorzaakt door het onthoofden van ratten.
Alex vertelt aan de recherche dat de ratten in de kannibalenkooi na het onweer verzadigd waren en dat er niet één weg was. De politie besluit tot arrestatie over te gaan. Thomas mag zijn vrouw hiervan telefonisch op de hoogte brengen. De politie vertelt hem dat de man die tegenover het laboratorium woont, heeft verklaard dat hij Thomas samen met een meisje naar binnen heeft zien gaan, en dat de farmacoloog twee uur later alleen naar buiten was gekomen.
Leonie mag haar man niet bezoeken en daarom ontwikkelt zich een correspondentie tussen de beide echtelieden. Thomas onthult in zijn brieven dat hij verliefd is geworden op Jenny; vooral haar spiegelbeeld heeft veel indruk op hem gemaakt. Hij heeft haar zijn laboratorium laten zien. Ze was het meest geïnteresseerd in de foetussen van ongeboren kinderen (ze heeft zich twee keer laten aborteren).
Leonie schrijft aan Thomas dat de kranten veel aandacht besteden aan de raadselachtige verdwijning van Jenny en aan verhalen over mensen die door ratten zijn verslonden (Muizentorensagen). Ze zal samen met Alex vaststellen hoeveel gram een rat eet die vier dagen gevast heeft.
In zijn antwoordbrief vertelt Thomas over zijn contacten met Jenny. Ze hebben twee keer samen gegeten; na afloop heeft Jenny betaald uit de portemonnee van Thomas. Bij Jenny heeft hij kennis gemaakt met Robert, één van haar vele vrienden. Hij is advocaat en is van plan naar Zuid-Amerika te gaan. Tijdens de laatste kroegentocht heeft Jenny geen lange nagels meer. Wel draagt ze witte laarsjes met heel hoge hakken.
In haar laatste brief vertelt Leonie dat ze met een collega van Thomas heeft gegeten; vervolgens hebben ze geroeid en daarna wijn gedronken. Ze is vast ervan overtuigd dat Jenny met haar advocaat naar Zuid-Amerika is gegaan. De rest van het boek (ongeveer tweederde deel) is geschreven in de vorm van ‘het dagboek van Leonie’. Dat ze nooit moeder zal worden, is voor haar een groot probleem dat regelmatig in het dagboek terugkomt.
Leonie gaat zich gedragen als een privé-detective, omdat ze heilig gelooft in de onschuld van haar man en omdat ze overtuigd is vast de onbetrouwbaarheid van de recherche. Ze brengt een bezoek aan café De Twee Spiegeld om informatie in te winnen over Jenny en Thomas. Ook gaat ze naar de oude man die tegenover het laboratorium woont (meneer ‘Sommig Mens’). In de fatale nacht heeft hij op het bordes een man(hij weet niet zeker of het Thomas was) en een nogal grote vrouw gezien.
In het tweede café hoort Leonie dat Robert zijn huisje in het Loridaanhof heeft verkocht en naar zuid-Amerika is vertrokken.
De andere zolderkamer boven de bibliotheek wordt bewoond door Arianne. Ook aan haar brengt Leonie een bezoek. Ze wil weten of Thomas met Jenny naar bed is geweest. Arianne vindt dit niet zo belangrijk. Wel vertelt ze dat Jenny in het weekend niet naar een familiereünie is geweest (‘welnee, toen is Robert hier almaar over de vloer geweest’).
Leonie kijkt op de kamer van Jenny en ziet aan de theebladeren in een kopje dat Lambert er geweest moet zijn, voordat Jenny is verdwenen. Ook blijkt dat Jenny en Leonie bepaalde dingen gemeenschappelijk hebben (onder andere een voorkeur voor ‘het blauwe vaasje van Chardin’).
Robert heeft op het Loridaanhof naast een oude vrouw gewoond. Leonie merkt bij haar bezoek algauw dat de vrouw aan het dementeren is. Ze kan nog wel vertellen dat het sneeuwde toen haar buren vertrokken zijn.
Samen met Arianne gaat Leonie naar het vrouwenhuis. De vrouwen vinden het maar vreemd dat Leonie graag kinderen wil hebben. Verder tonen ze zich verontwaardigd over het feit dat Leonie wil onderzoeken of het wel mogelijk is dat Jenny door de ratten is verorberd.
Arianne laat duidelijk merken dat ze verliefd is op Leonie. Verder dan een omhelzing laat de laatstgenoemde het echter niet komen.
De volgende dag gaat Leonie naar het laboratorium, waar ook de rechercheurs zijn. De vorige avond hebben schoonmakers de kleren van Jenny gevonden in een stortbak. Haar witte laarsjes zijn er echter niet bij.
Alex en Leonie tonen met proefdieren aan dat tweehonderd ratten in twee uur nooit meer kunnen eten dat dertig kilo. Het is dus onmogelijk dat de ratten uit de kannibalenkooi het lichaam van Jenny hebben opgegeten.
Jenny vertelt aan de rechercheurs dat haar man in zijn studietijd een filmpje heeft gemaakt dat ‘Moord in het laboratorium’ heette. Ze draait het filmpje af en zie het volgende. In een laboratorium is een mens gefilmd, hangend in de alcohol. In werkelijkheid is het een zeekoe. Een zeekoe die haar zogende jong in de arm neemt lijkt sprekend op een mensenmoeder die een kind de borst geeft.
Op een droefgeestige dat gaat Leonie naar het laboratorium. Ze ontdekt een pot met twee zeekoeien die in de alcohol hangen. Achter deze twee dieren schuilt een derde figuur die door de bruine troebele alcohol niet duidelijk te onderscheiden is. Wellicht een mens? Moet Leonie dit aan de politie meedelen? Ze stelt het nog wat uit.
Op zondag woont Leonie een dienst bij in de christelijk-gereformeerde kerk. Tijdens de preek kan ze goed nadenken.
Gedurende het proces wordt Thomas beschuldig van twee delicten:
- de moord op Jenny
- het ontvreemden van farmaceutische preparaten (drugs) uit zijn laboratorium
Er wordt een aantal getuigen gehoord, onder wie Lambert. Hij is van mening dat Thomas en Jenny de kasten met drugs op het laboratorium hebben leeggehaald. Hij is van de narcoticabrigade en heeft al herhaaldelijk contact gehad met Jenny. Ook meneer ‘Sommig Mens’ wordt gehoord. De advocaat van Thomas toont echter aan dat hij allerlei onjuistheden vertelt.
Dan komt de baas van Thomas aan het woord. Hij acht het uitgesloten dat Thomas de drugs heeft gestolen. Als Leonie van dit misdrijf zou worden beschuldigd, zou hij het onvoorwaardelijk geloven.
Leonie kan niet horen welke straf de officier van justitie eist. De advocaat wijst erop dat de officier zich baseert op de verklaringen van de kroongetuige (= meneer ‘Sommig Mens’). Deze verklaringen zij echter absoluut onjuist gebleken. Uitspraak over veertien dagen.
Vlak voor Kerstmis komt Thomas plotseling thuis. Hij heeft een plaat van Schumann voor haar meegenomen. Hij vertelt waarom hij niets aan Lambert heeft verteld (‘ik vertrouwde hem niet, hij had iets gehad met Jenny’). Hij vertelt ook waarom hij wanhopig verliefd was geworden op Jenny (spiegelbeeld, leuke lach, lange zwarte nagels, vertelt roerend over twee abortussen). Leonie zegt dat ze zeker weet dat hij de moord heeft gepleegd, omdat ze de vrouw bij de zeekoeien heeft gezien. Thomas wil haar niet geloven en ze besluiten samen te gaan kijken. Thomas houdt vol dat het Jenny niet kan zijn; hij heeft in de fatale nacht gezien dat ze het laboratorium uitkwam via de nooduitgang en de brandtrap. Ze droeg een zware tas en stapte in een auto die door Robert werd bestuurd.
Nu wordt ook duidelijk waarom Thomas steeds heeft gezwegen: hij is niet alleen afgewezen, maar ook misbruikt en ‘dat doet zo ongelofelijk veel pijn….daar kun je niet over praten.’
De kleren van Jenny zijn in het lab gevonden, omdat ze zich daar heeft verkleed. Ze heeft haar witte laarsjes aangehouden.
Als Thomas naar de pot gaat kijken, komt Lambert binnen. Thomas komt brakend weer terug. Lambert gaat ook ijken. Het blijkt dat niet Jenny maar de vrouw van Robert in de pot zit. Jenny is ervandoor met het malle mutsje van de vrouw van Robert op; dit gebeurde in de onweersnacht toen het sneeuwde (dat wil zeggen toen het populierenpluis door de lucht vloog). De oude buurvrouw van Robert wordt er door de politie bijgehaald om de identiteit van het lijk vast te stellen.
Lambert vertelt aan Leonie waarom hij Jenny zo aantrekkelijk vond: ze had sex-appeal.
De vrouw van Robert is zeer waarschijnlijk in het lab met een pistoolschot omgebracht.
Waarom heeft Thomas steeds gezwegen? Deze vraag houdt Lambert nog steeds bezig. Hij denkt dat Thomas zweeg, omdat hij op de een of andere manier schuldig is.
Lambert vindt Leonie erg aardig en hij vraagt of hij bij haar mag aankloppen als Thomas ooit mocht verdwijnen. Leonie wijst hem af.
Thomas vraagt aan Lambert waarom hij zo fanatiek achter hem aan heeft gezeten. Leonie heeft een psychologische verklaring. Lambert was namelijk ook verliefd op Jenny. Hij is net zo hard op zijn bek gevallen als Thomas en is ‘toen zo woedend geworden, dat hij had willen doen, maar niet durfde, waarvan hij denkt dat Thomas het wel gedurfd heeft.’ Als Thomas en Leonie naar huis lopen, denkt de laatste aan ‘dat vervloekte kerstfeest’ dat speciaal uitgevonden lijkt om mensen te kwellen die naar een geboorte verlangen die nooit zal komen. Ze vertelt Thomas dat de gynaecoloog haar geen enkele hoop meer heeft gelaten. Thomas geeft haar een krantenknipsel waarin een bericht staat over het eerste kind uit een reageerbuis. Leonie begint weer hoop te koesteren. Ze bidt: ‘Genadige Goden laat hoop mijn lege en kille geest weer vruchtbaar maken.’
Tijd: De vertelde tijd is ongeveer 4,5 maand, grotendeels speelt zich af in het verleden (de jaren ’70)
Plaats en ruimte: Het verhaal speelt zich af in o.a. Thomas’ laboratorium, cafés, een bibliotheek, de rechtszaal en Jenny’s zolderkamer
Perspectief: Vooral een ik-perspectief, alleen de ik-persoon verwisseld steeds
Personages:
Leonie Kuyper, hoofdpersoon. Detective in het verhaal en de vrouw van Thomas.
Thomas Kuyper, man van Leonie en hij is verdacht van het ombrengen van Jenny.
Jenny Fortuyn, 20-jarige bibliothecaresse die vermist raakt.
Lambert, de rechercheur die het onderzoek naar Jenny leid.
Motieven: Kinderloosheid, trouw en ontrouw, muziek, dieren, geloof, spiegelmotief, zoektocht, raadselachtige verdwijning
Thema’s: Verstoorde huwelijksrelatie, misdaadkant (raadselachtige verdwijning)
Titel: Een citaat uit een werk van een Duits filosoof is “Zijn niet de meeste huwelijken van dien aard dat men geen derde als kroongetuige wenst?” Hiermee word bedoeld dat een kind meestal de beste kroongetuige is maar die kunnen Thomas en Jenny niet krijgen.
Informatie over de schrijver:
Maarten ’t Hart werd in 1944 geboren te Maassluis. Hij studeerde biologie in Leiden; daarna werkte hij als etholoog aan de Rijksuniversiteit in Leiden. (Ethologie is biologisch gedragsonderzoek waarbij het natuurlijke gedrag van dieren centraal wordt gesteld en aan de hand van objectief waarneembare verschijnselen wordt bestudeerd). ’t Hart publiceerde romans, verhalen, essays en wetenschappelijk werk. Zijn romans en verhalen, die vaak autobiografisch van aard zijn, spelen zich meestal af in een streng godsdienstig milieu, waaruit de hoofdfiguur maar moeilijk kan ontsnappen. Maarten ’t Hart had veel succes met zijn boeken. Enkele van zijn boeken zijn:
- Stenen voor een ransuil (1971
- Een vlucht regenwulpen (1978)
- De Droomkoningin (1980)
- Ortolaan (boekenweekgeschenk in 1984)
- De jacobsladder (1986)
- Onder de korenmaat (1991)
- Het woeden der gehele wereld (1994)
Mening:
Het is een goed boek. De schrijver houd de spanning er goed in en dat zorgde ervoor dat ik hem snel uit wou lezen. Hij bouwt het ook goed op door de grote vraag wie de moordenaars was. Ook ga je aan sommige dingen twijfelen waardoor de spanning weer verhoogt. Desondanks dat het af en toe wat verwarrend was, was het feit dat er meerde ik-personen waren best wel leuk. Het zette me wederom op een leuke manier aan het denken. Daardoor genoot ik meer van het boek.
Met dank aan: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-kroongetuige-door-maarten-t-hart-42555