Het instituut lezen voor de lijst niveau 2
Geschreven door Vincent Bijlo Hugo Welten H4B
Ik heb als verwerkingsopdracht een standaard verslag gekozen.
Waarom dit boek:
Ik heb dit boek gekozen uit de lezenvoordelijst (niveau 1 en 2). Ik heb voor dit boek gekozen omdat de titel me wel interessant leek en ik ook benieuwd was waar het boek over zou gaan. Ook zag de voorkant er indrukwekkend uit en trok het mijn aandacht.
Ik had dus niet echt een goed idee waar “Het instituut” over zou kunnen gaan. Ik dacht zelf dat het om een instelling zou kunnen gaan, maar het was onduidelijk wat voor een instelling.
Schrijver Vincent Bijlo:
Vincent Bijlo, die vanaf zijn geboorte blind is, is geboren in Amsterdam op 27 april 1965 en studeerde Nederlandse taal en letterkunde op de universiteit van Utrecht. Hij is schrijver en cabaretier en heeft twee romances geschreven . Zijn eerste romance was “Het instituut” dat in 1998 is uitgekomen en zijn tweede romance kwam uit in 2001 en heet “Achttienhoog”.
Thema:
Het boek “Het instituut” gaat over een blinde jongen genaamd Otto die 11 jaar oud is. Hij woont in een instituut; een inrichting voor slecht ziende en blinde en maakt hier van alles mee.
Ruimte:
Het verhaal speelt zich grotendeels af in een instituut; een inrichting voor slechtziende en blinde. Otto woont samen met wat andere in de Vink (wat bij het instituut hoort). Ook spelen stukjes van het verhaal zich buiten het instituut af. Zo gaat een stukje over een kamp en gaat Otto ook een keer op vakantie. Ook gaat hij soms even naar huis wat een half uurtje rijden is vanaf het instituut.
Tijd:
Het verhaal speelt zich waarschijnlijk af rond 1998. Dat is in ieder geval het jaar waarin het boek voor het eerst werd uitgegeven. Ook wordt er gesproken over brommers, Skoda’s en Audi’s. Het verhaal is chronologisch en er komen geen terug- of vooruit blikken voor. Er zijn wel delen waar er opeens een paar weken plotseling zijn verstreken, terwijl dat niet direct heel duidelijk wordt gemaakt, waardoor je even moet nadenken.
Ik denk dat het verhaal zich ook in deze tijd zou kunnen afspelen, omdat dat niet veel invloed op het verhaal heeft en het verhaal redelijk realistisch is. Het verhaal lijkt dus niet echt onderhevig aan tijd.
Perspectief:
Het verhaal wordt in het ik-perspectief verteld door de ogen van Otto. Je ziet dus de wereld hoe het voor Otto is en met wie hij goed kan opschieten en met wie niet.
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon van het verhaal is Otto Iking die al blind is vanaf zijn geboorte en woont in het instituut. Zijn voorbeeld is Harm die ook in het instituut woont en blind is. Otto leerde veel van Harm en ze waren goede vrienden. Ook had Otto een illegale radio zender op het instituut genaamd: radio puntsik. Hij verzorgt soms een uitzending, wat hij erg leuk vindt om te doen.
Bij-personen:
De moeder van Otto.
Zij heeft een drankverslaving, maar kan wel aardig zijn. Wanneer zij Otto komt bezoeken zegt Otto altijd dat ze naar gore parfum ruikt: “haar gore parfum snelde haar meters vooruit”.
De vader van Otto.
Hij is een aardig persoon, waarbij Otto in de weekenden dat die naar huis mag, kan blijven. Tegen het einde van het verhaal gaat hij voor een jaar op vakantie naar Amerika omdat hij daar werk heeft gevonden.
Harm.
Een vriend van Otto die glazen ogen heeft omdat hij op zijn tweede levensjaar blind werd door een tumor. Harm is Otto’s voorbeeld en ze zijn erg goed bevriend.
Edwin.
Een slechtziend irritant joch die iedereen die blind is onderuit trapt.
Sonja.
De vriendin van Otto die erg aardig is.
Samenvatting:
Het boek begint ermee dat Otto de bliksem hoort, maar het niet kan zien, omdat hij blind is. Hij vindt het niet leuk dat de andere wel ziende kinderen hem niet waarschuwen voor de knallen.
Vervolgens gaat het eerste deel van het boek over hoe het is op het instituut en wie hij wel en niet mag. Harm is Otto’s grote voorbeeld en Otto wil ook veel op Harm lijken. Samen wonen ze met een paar andere kinderen van het instituut in de Vink, dat is een huisje op het instituut. Harm en Otto doen ook een soort van pestcompetitie. Ze geven elkaar bijvoorbeeld punten als je iemand laat struikelen of andere kleine dingetjes doet. Ook woont er nog een ander kind op het instituut genaamd Edwin. Hij is slecht ziend maar ziet nog genoeg om Harm en Otto onderuit te trappen.
Op school vindt Otto het ook niet zo leuk, want hij vindt dat ze alleen maar dommen dingen doen en alle kinderen van het instituut een “stelletje debielen” zijn. Wanneer Otto zijn stokloop examen in de stad heeft, wordt hij aangereden door een auto waardoor hij met wat lichte verwondingen een paar dagen op de ziekenafdeling op het instituut moet liggen.
Op het moment dat het weer beter met Otto gaat, gaan alle mensen die op het instituut wonen samen op kamp. Ook Sonja die op het instituut woont gaat mee. Sonja is het vriendinnetje van Otto. Otto heeft er eigenlijk helemaal geen zin in omdat zijn vader vaak vertelt hoe verschrikkelijk een kamp is. Als ze er zijn, wordt Otto een beetje ziek. Wanneer hij midden in de nacht wakker wordt in zijn tent moet hij heel nodig poepen, alleen weet hij niet waar het toilet is. Na een tijdje zoeken moet hij zo nodig dat hij het maar buiten doet. De dag erop laat de leiding weten dat de kaart die ze nodig hebben voor de speurtocht onder het poep zit. Gelukkig gaat Otto die dag naar huis omdat hij ziek is geworden en er niemand achter komt dat het Otto was.
Als Otto bij het instituut aankomt staat zijn vader tot verassing van Otto daar op hem te wachten. Nu hoeft hij niet de tijd alleen op het instituut te besteden, maar kan hij mee met zijn vader naar huis. Wanneer ze thuis aankomen, ruikt Otto al de dranklucht van zijn moeder. Zijn vader besluit dan dat zijn moeder naar een afkickkliniek moest.
Een paar weken later krijgt Otto te horen dat hij naar een ziende school mag en dat zijn vader een baan in Amerika heeft gevonden. Ook blijkt zijn moeder nu afgekickt te zijn, waar Otto heel blij mee is. Wanneer Otto weg gaat, krijgt hij te horen dat hij samen met Sonja en haar pleegouders op vakantie mag. Op het einde noemt Otto de pleegouders van Sonja zelfs papa en mama.
Op de allerlaatste bladzijde staat dat hij nog een keer is terug gekomen op het instituut om zijn geheime missie uit te voeren. Daarbij steekt hij met een benzine het instituut in brand. Er wordt geen reden of uitleg gegeven waarom hij dit doet.
Mijn mening:
Het instituut is een leuk, interessant, maar wel een beetje apart boek. Het verhaal is goed te volgen, ondanks dat je soms delen hebt waar je een paar weken overslaat en even moet nadenken waar je precies bent. Ook kun je de gedachten van Otto enigszins begrijpen en je goed inleven in het hoofdpersonage.
Ook zijn er wat mindere delen, bijvoorbeeld wanneer Otto een stukje op de brommer gaat rijden terwijl hij blind is. Ook vind ik het einde raar en minder leuk, omdat hij daar met een spoor van benzine het instituut in brandt zet. Hier is geen reden voor gegeven in het boek.
Toch zal ik het boek aanraden, omdat het een leuk en ook wel grappig boek is.
Bronvermelding: