de arkvaarders - Anne Provoost
informatie over de schrijver
Anne Provoost werd geboren te Poperinge op 26 juli 1964. Ze groeide Woesten in de Westhoek in een gezin van vier kinderen. In haar jeugd schreef Anne Provoost heel veel: verhaaltjes en dagboeken. Toen ze Germaanse filologie ging studeren in Kortrijk en Leuven, nam ze zich voor om niet meer te schrijven. Maar toen ze een week ziek in bed lag, schreef ze een verhaal waarmee ze een verhalenwedstrijd won. Ze studeerde nog een jaar pedagogiek en ging toen met haar man mee naar de VS. Daar werkte ze in een kinderdagverblijf en schreef ze voor Amerikaanse en Vlaamse kindertijdschriften. Terug in Antwerpen werkte ze parttime voor een uitwisselingsorganisatie voor middelbare scholieren. Sinds midden 1995 is ze fulltime schrijver. Anne Provoost woont met haar man en drie kinderen in Antwerpen. In haar werk gaat ze vooral op zoek naar de complexe structuren van opgroeiende mensen, hun problemen, hun beïnvloedbaarheid. Haar boeken zijn rijk gestoffeerd met historisch materiaal.
Samevatting
Met haar ouders trekt Re Jana weg van de moerassen waar het water blijft stijgen en de visvangsten rotten. Het leven wordt er te moeilijk vooral voor Re Jana’s lamme moeder. In een ver woestijnachtig gebied schijnt iemand een reusachtig schip te bouwen, die bouwheer kan best iemand met verstand van boten gebruiken, het is daar waar dat de familie heen trekt. Alhoewel de buitenwereld lacht om dit schip gaan ze toch door met hun tocht. Het enorme houten schip midden in de woestijn en al de mensen die er omheen leven is een heel raar idee.
Re Jana's vader wordt de rechterhand van de bouwheer en zijn zonen Cham, Sem en Jafeth. Re Jana, een aantrekkelijk meisje op de grens van volwassenheid, weet zich onmisbaar te maken op de werf. Ze leert dit bizarre volk, dat maar in één god gelooft, zuiver water en geurende oliën kennen die ze uit haar thuisland heeft meegenomen. Ze is de draagster van het geheim van een bron met het zuiverste water uit de streek. In deze tijd wordt de gene die het zuiverste water heeft met de beste man uitgeduwd.
Cham, de jongste zoon van de bouwheer, bezwijkt onder haar charmes. Cham maakt haar duidelijk dat zijn god de wereld onder water wil zetten, dit is het onheil waar alle arkbouwers voor vrezen. De plaatsen op de ark zijn voorbehouden aan de bouwheer en de zonen. De ijverigen die aan deze ark meebouwen, hebben geen schijn van kans om mee te varen met deze ark. Wie achterblijft krijgt de verdrinkingsdood.
Toch kan de jongste zoon zijn gevoelens niet aan de kant zetten voor Re Jana en belooft haar een plaats in “de Ark”. Maar dan verschijnt Neelata die voorbestemd is om Chams vrouw te worden. Zij krijgt Re Jana’s plaats op de ark.
Re Jana's vader krijgt argwaan en besluit een eigen rakboot te bouwen voor zijn gezin en een sterfboot voor zijn lamme vrouw. Hij geeft raad aan iedereen om ook een rakboot te maken maar niemand neemt hem serieus.
Het onheil laat inmiddels op zich wachten en raakt heel even bijna vergeten. Tot er meeuwen verschijnen, vreemde diersoorten en toenemende vochtigheid. Eerst blijft het bij wat lichte druppels. De ark wordt in versneld tempo afgewerkt. Het hameren, kloppen, ratelen en trillen van boren, al die geluiden die tot dan toe voor een steeds vertrouwder geluid zorgden, houden plots op. Het schip is klaar. Met de komst van de grote regens wordt de ark volgestouwd met voorraden en de door de Onnoembare voorgeschreven dieren. Ten slotte gaan ook de uitverkorenen aan boord. Re-Jana en Put, een kind dat ze opvoeden omdat zijn vader omgekomen is, zitten als verstekelingen verborgen. De paniek van de achterblijvers is enorm. Re-Jana’s vader zijn gebouwde rakboot wordt kapotgeslagen door Sem, een zoon van de bouwheer. De kletterende hagel, de dolle beesten en mensen die wanhopig de ark bestormen of proberen te beklimmen, zorgen voor totale paniek en wanorde.
De lange tochten van eindeloos wachten op het beloofde paradijs breekt aan, een kwellende periode. Een tijd waarin het Re-Jana veel denkt aan haar geliefde vader en moeder. Vele vragen spoken in haar hoofd rond: “Is mijn vader nog in leven?” en ”Waar is Put?”. Het vooruitzicht naar land of een teken van leven is elke dag, elke week minder. De bouwheer en de zonen verliezen de moed en hebben pijn en honger. Het gevolg van deze situatie is dat na een paar weken, de voedselvoorraad vermindert en ze moeten het uiteindelijk stellen met verdorven voedsel.
Re Jana die opgesloten is in de kooi van de dodo’s, krijgt in het begin elke
dag bezoek van Cham met eten en water. Cham komt en keer naar Re-Jana toe en verteld haar
dat haar vader nog in leven is en naast hen vaart in een papyrus boot. Op een nacht klimt
Re-Jana met een touw van de boot af en gaat naar haar vader toe maar die stuurt haar terug. Hij ziet als eerste dat ze zwanger is. Na een tijdje bevalt ze. Cham en Re-Jana hebben een zoon genaamd Kanaän!
Opeens voelt iedereen een schok. Ze zijn aangekomen in “het nieuwe land”. Daar krijgt Cham ruzie met de bouwheer en vertrekt met Re-Jana en hun zoon naar een ander stuk van het nieuwe land.
Personages
*Alem-de-voddige: Helpt Re-Jana, haar vader en haar lamme moeder als spoorzoeker naar de woestijn. Zodat ze veilig aankomen. Hij heeft een zoontje Put. Ze stammen af van de Rrattika. Alem-de voddige wordt vooral een goede vriend van Re-Jana. Hij leert haar allerlei dingen zoals schuinkijken.
*Put: Het zoontje van Alem-de-vodigge die na het overleiden van zijn vader bij Re-Jana,haar vadre en moeder komt wonen. Hij is erg terug getrokken en weet vaak niet goed wat hij wil. Hij “vervangt” het gestorven broertje van Re-Jana. Het gezin houdt van hem.
*Re-Jana: De hoofdpersoon. Alles wordt uit haar positie en gedachten geschreven. Ze is heel zorgzaam voor haar moeder en Put en goed bevriend met haar vader en Cham. Ze heeft een talent voor water en oliën. Ze kent de bouwheer eerst niet goed maar wanneer Zaza overlijd op de ark neemt ze haar taak over en verzorgt de bouwheer. Ze doet zich eerst voor als jongen alleen Cham weet dat ze ene meisje is en haar ouders en Put. De andere merken pas laten wat de waarheid is. In de tijd dat ze een jongen is wast ze de zonen en weet een belangrijke bron waar zij het zuiverste water vandaan haalt dat in de woestijn is.
*Vader van Re-Jana: Is de belangrijkste man bij het maken van de boot. Want hij heeft ene talent voor het bouwen van boten. Door hem wordt de boot goed gebouwd. Cham is zijn opdrachtgever. Het is een rustige man en heeft als eerste een oplossing voor alle mens en die niet mee kunnen met de Ark maar niemand luistert naar hem. Hij houd van Re-Jana en zijn vrouw.
*Moeder van Re-Jana: Ze is lam. Ze kan alleen nog met haar linker ooglid knipperen en met haar ademhaling piepen als ze iets wil weten of zeggen. Ze ligt op een berrie en is heel erg mooi. Re-Jana neemt haar vaak mee als ze de zonen wast. Re-Jana, haar vader en zij zijn naar de woestijn gegaan omdat zij van het water weg wou bij de moerassen.
*De bouwheer: Hij is de bouwer van de Ark. Hij is heel erg oud en lijdt aan verschillende vervelende kwaaltjes. De dwerg helpt hem met het genezen daarvan. Zaza is zijn vrouw en zorgt ook goed voor hem. Hij praat veel met de Onnoembare, hun God, en geeft zijn boodschappen door aan het volk. Hij weet ook dat er maar een paar mensen mee mogen op de ark maar verteld dat niet aan het volk. Hierdoor maakt hij zich niet geliefd bij bijvoorbeeld de vader van Re-Jana. Hij is de vader van Jafeth, Sem en Cham.
*Zaza: De vrouw van de bouwheer. Ze is niet zo’n belangrijke personage is het boek. Ze is goed met kruiden en dat vind Re-Jana erg interessant. Ze is de moeder van Jafeth, Sem en Cham. Ze heeft het erg moeilijk met haar man in de loop van het verhaal.
*Cham: De jongste zoon van de bouwheer. Hem worden vaak dingen niet verteld door zijn broers maar is wel de lieveling van de bouwheer. Re-Jana wast hem. Hij wordt verliefd op Re-Jana maar wordt uitgehuwd met Neelata. Hij vindt Neelata ook lief en mooi. Hij is de baas van het hout en opdrachtgever van onder anderen Re-Jana’s vader. Hij belooft veel dingen aan Re-Jana maar komt er veel niet na. Ondanks dat houd Re-Jana toch van hem.
*Neelata: De vrouw van Cham. Ze kan het erg goed vinden met Put en ontdekt steeds als eerste de geheimen van Re-Jana. Re-Jana vindt haar niet echt aardig omdat ze zo veel met Put omgaat en met Cham trouwt terwijl ze niet van hem houd. Maar ze doet het voor een plekje op de Ark.
*Sem: De middelste zoon van de bouwheer. Hij is baas van het gras. Hij is erg goed bevriend met Jafeth en vind Cham niet zo aardig. Re-Jana wast hem.
*Zedebab: De vrouw van Sem. In de loop van het verhaal wordt ze gescheiden vaan haar tweeling zus omdat die niet mee mag op de Ark. Hierdoor heeft ze veel verdriet. Ze wordt niet zo veel besproken in het boek.
*Jafeth: De oudste zoon van de bouwheer. Hij is de baas van de Pekputten. Hij is goed bevriend met Sem en ziet Cham als zijn kleine broertje en verteld hem daarom niet veel. Taneses is zijn vrouw. Re-Jana wast hem.
*Taneses: De vrouw van Jafeth. In de Ark beveelt ze Re-Jana om dieren voor haar goden te slachten. Re-Jana doet dit maar vind het niet leuk. Taneses wil zichzelf vermoorden maar dat mislukt. Hierdoor heeft Jafeth veel verdriet.
*De dwerg: Het is zo ongeveer de slaaf van de bouwheer. Hij verzorgt hem en is zijn boodschapper. De zonen vinden de dwerg er grappig. Maar hij liegt vaak. Het zegt bijvoorbeeld dat hij nooit eet maar als niemand kijkt eet hij heel vies alle restjes uit de potten. Na een tijdje blijkt dat hij niet mee mag op de Ark. Hij hangt zichzelf op. De bouwheer vindt dit heel erg maar Re-Jana en haar vader niet omdat Put had verteld dat er een geheime nis was waar hij bij was en dat zou hij weer aan de bouwheer vertellen en als dat was gebeurd was het niet goed afgelopen voor de vader van Re-Jana. Dus niet iedereen vond zijn dood even erg.
Mijn mening:
Ik vond het een cryptisch maar rakend verhaal omdat het niet heel duidelijk is wat er allemaal gebeurt maar ik vind dat dit het verhaal heeft geholpen.
Bron : https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-arkvaarders-door-anne-provoost-56790