|
|
|
ZG
++
|
G
+
|
V
+/-
|
MB
-
|
|
Inhoud /3
|
- Je inhoud is volledig, volgens de opdracht.
|
|
|
|
|
|
Taal
/3
|
- Je schrijft (enkel) hoofdletters waar nodig.
- Je schrijft een leesteken op het einde van de zin.
- Je gebruikt een spellingchecker om spelfouten te vermijden.
- Je kijkt de werkwoordvervoegingen extra na.
- Je zinnen zijn goed gebouwd.
|
|
|
|
|
|
Mailetiquette
/4
|
- Je gebruikt een kernachtige onderwerpsregel.
- Je hanteert een correct taalregister.
- Je gebruikt een juiste begroeting, een bedanking indien nodig en een slotformule.
- De boodschap is duidelijk, kort en bondig.
- Je (eventuele) bijlage heeft een correcte benaming.
- Je gebruikt een juiste lay-out.
|
|
|
|
|