Lees bladzijde 218 t/m 220 en maak daarna de opdrachten.
Opdracht 13
a. Wat moet je allemaal al weten voor dat je een reclameplan gaat maken?
b. Schrijf de 7 doelstellingen op die horen bij een reclameplan?
Opdracht 14
Geef aan welk medium je zou gebruiken bij onderstaande situaties. Een medium mag je maar 1 keer noemen.
1. Albert Heijn wil gaan adverteren met eigen merk schoonmaakmiddelen.
2. Etos wil adverteren met een nieuw make-up merk in Nederland.
3. Kruidvat wil adverteren met eigen merk tandenborstels voor kinderen.
Opdracht 15
Je vraagt aan een reclamebureau om de reclame voor je winkel te verzorgen. Wat gebeurt er dan allemaal? Er zijn 6 stappen. Schrijf deze stappen op.
Opdracht 16
In ons land zijn verschillende soorten reclamebureaus. Welke 3 soorten reclamebureaus zijn er?
Opdracht 17
Reclame maken is gebonden aan regels.
a. Wat welke 5 regels heb je te maken als je reclame wilt maken?
b. Wat is een gedragscode?
c. Wie controleert of de reclamebureaus zich aan de regels houden?
Opdracht 18
a. Kies 1 communicatievorm (oftewel een medium) die jou het meeste aanspreekt. Schrijf deze vorm op.
b. Ontwerp een reclame voor H&M, de winkel die zich nu richt op de jongste kinderen.
c. Maak op een A3 vel een schets en beschrijving van jouw reclame. Gebruik kleur.
Opdracht 19
Kies 3 communicatievormen die op elkaar aansluiten. Schrijf de communicatievormen op. Ontwerp een reclame voor Omoda, een moderne schoenenwinkel met veel merken,
Opdracht 20
Opdracht: je kies een winkel uit onderstaand lijstje. Jou wordt gevraagd om een kraampje in te richten met de artikelen die het best verkocht worden. Het moet natuurlijk een uitstraling hebben die past bij de winkel.
Keuzen: H&M, Intratuin, Hema en kruidvat.
a. Kies welke winkel je wilt presenteren in jouw kraam.
b. Maak een lijst of checklist van de onderdelen die belangrijk zijn voor het maken van deze kraam.
c. Schrijf op welke materialen en gereedschap je nodig zou hebben.
Opdracht 21
Zijn onderstaande zinnen waar of niet waar? Leg je antwoord uit.
a. Als je geen reclame maakt voor een artikel dan verkoop je niets.
b. Het maken van een reclameplan is cruciaal voor een bedrijf.
Lees bladzijde 221 en maak daarna de opdrachten.
Opdracht 22
a. Wat is een presentatieplan?
b. Schrijf 4 thema’s op die ieder jaar terug komen in het presentatieplan.
c. Schrijf op welke winkelonderdelen je kunt aanpassen voor de 4 thema’s die je hebt genoemd bij de vorige vraag.
Opdracht 23
Je gaat aan de slag met het maken van een presentatieplan. Je kiest tussen een schoenen, kleding en snoepwinkel en schrijft op wat je gedurende het hele jaar een presentatie zou doen in jouw winkel. Denk aan thema’s, seizoenen en feestdagen.
Opdracht 24
Een goede presentatie heeft altijd een thema. Artikelen en decoratiematerialen zijn speciaal gekozen voor dit thema. Veel winkeliers maken ook gebruik van terugkerende termen zoals “nieuw”, “opruiming” en uitverkoop. Bedenk in onderstaand schema enkele thema’s’. Schrijf op in welke tijd van het jaar je dit laat plaats vinden. Je kunt denken aan zomeruitverkoop en winkeluitverkoop.
Thema’s |
Tijd van het jaar |
1. Opruiming |
Zomer dus augustus |
2. |
|
3. |
|
4. |
|
5. |
|