In deze praktijkopdracht verdiep je je verder in de randvoorwaarden rondom transport en het invullen van formulieren. Daarnaast ga je nader in op exportgegevens van de belangrijkste exportlanden van Nederland.
Met deze aangesloten praktijkopdrachten leer je meer over:
- Beroepen in de internationale handel.
- Regels, bepalingen en wetten bij het voeren van internationale handel.
- Het invullen van verschillende formulieren.
- Het maken van berekeningen bij export.
- Distributievormen en het kiezen van de juiste manier.
a. Distributie
Deze opdracht voer je gedeeltelijk individueel en gedeeltelijk in groepsverband uit.
Individueel
1. Noteer in je schrift wat het woord distributie betekend.
2. Noteer de meest gebruikte distributievormen in Nederland.
3. In het nieuws lezen we veel over rijtijden en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs. Zoek op en noteer in je schrift wat de afspraken en regels zijn waar deze chauffeurs zich aan moeten houden.
Groepsopdracht
Maak voor deze opdrachten gebruik van een spoorwegkaart en een wegenkaart van Europa die je kunt vinden op het internet.
1. Je stuurt vanuit Amsterdam goederen naar Praag. Door welke landen komt de vracht bij vervoer per vrachtwagen? En door welke landen kom je indien je het verstuurd per trein?
2. Je gaat nu onderstaande tabel invullen door gebruik te maken van een routeplanner op internet. Neem deze tabel over op dia 12 van jullie PowerPointpresentatie.
|
Totale rijtijd via de weg |
|
|
Totale aantal kilometers |
|
|
Totale tolkosten |
|
3. Hoeveel dagen zal de chauffeur van de vrachtwagen nodig hebben? Houd rekening met de regels en afspraken betreffende rusttijden en maximaal ononderbroken rijtijd. Noteer dit antwoord ook in de tabel door een regel toe te voegen op de dia.
4. Noteer ook op dia 12 waarom deze manier van distributie het minst betrouwbaar is. Noem 3 redenen.
b. Logistiek dienstverlener
In dit onderdeel gaan jullie je verdiepen in een bedrijf dat gespecialiseerd is in logistieke dienstverlening. Je kijkt naar de website van ???? De antwoorden op onderstaande vragen noteer je op dia 13 van jullie PowerPointpresentatie.
1. Welke soorten transport regelt dit bedrijf?
2. Naar welke landen distribueert dit bedrijf?
3. Welke soorten goederen vervoert dit bedrijf?
c. Internationale vrachtbrief
Het gebruik van de vrachtbrief is wettelijk verplicht. De vrachtbrief is de schriftelijke vast-legging van de overeenkomst tot vervoer van goederen over de weg. Beantwoord onderstaande vragen met behulp van de gegeven websites.
https://www.sva.nl/praktijkboeken/de-vrachtbrief/wat-het-belang-van-de-vrachtbrief
https://www.logistiekconcurrent.nl/cmr-invullen
1. Wanneer is een vrachtbrief wel en wanneer niet verplicht?
2. Wat betekenen de volgende begrippen: warehouse, factuur, paklijst, franco verzending, rembourszending? Noteer deze woorden allebei in jullie schrift.
3. Op de vrachtbrief die je kunt zien op de 2de link zie je de 24 vakken op een vrachtbrief die verplicht ingevuld moeten worden. Schrijf bij ieder vak op wat je dient op de schrijven, door met je muis op het vakje te staan wordt dit duidelijk gemaakt. Je kunt de tabel maken op dia 14 van jullie PowerPointpresentatie.
d. Export berekeningen
Voor deze laatste deelopdracht downloaden jullie allemaal de app “NL exporteert”. Deze app gebruik je op de laatste informatie op de zoeken.
Stap 1. Je vinkt de sectoren consumentengoederen en detailhandel aan en stelt bij mijn bedrijf de landen België, Frankrijk, verenigd Koninkrijk in.
Stap 2. Je neemt onderstaande tabel over op dia 15 een vult deze in met de informatie die je kunt vinden op deze app.
|
|
Frankrijk |
België |
Duitsland |
Verenigd Koninkrijk |
Verenigde Staten |
|
Inwoners in Miljoenen |
|
|
|
|
|
|
Export vanuit NL in miljarden euro’s |
|
|
|
|
|
|
Economische groei |
|
|
|
|
|
|
Koopkracht per persoon in dollars. |
|
|
|
|
|
|
|
Extra informatie
Koopkracht in dollars geeft hier aan hoeveel het Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking is in een bepaald jaar. De koopkracht geeft aan hoe het met de welvaart van een bepaald land gesteld is.
Het Bruto Nationaal Product is de totale waarde van de goederen en diensten die een land produceert in een jaar plus het inkomen dat de inwoners van dat land in het buitenland verdienen.