3. Theoretische kennis - duurzaam ondernemen

3.1 duurzaamheid


Duurzaamheid houdt in dat mens, milieu, en economie met elkaar in evenwicht zijn. De aarde wordt niet uitgeput. Indien de aarde leefbaar blijft voor de generatie na ons blijft hij toekomstbestendig.

Opdracht 1
Zoek met behulp van het internet op wat de volgende woorden betekenen. Neem het woord over in je schrift en schrijf de betekenis hierbij. Bedenk/zoek vervolgens ook bij ieder woord een voorbeeld.

1. Grondstoffen
2. Klimaatveranderingen.
3. Luchtverontreiniging.

Opdracht 2
Om je bewust te worden van jouw gedrag ga je antwoord geven op onderstaande vragen. Geef ook aan of dit WEL DUURZAAM GEDRAG is of NIET DUURZAAM GEDRAG.

1. Op welke manier kom jij naar school?
2. Hoe neem jij eten mee naar school? (verpakking)
3. Maak jij gebruik van navulbare flessen?
4. Doe jij de lichten uit als je ergens weg gaat?
5. Scheid jij thuis het afval?


Opdracht 3
Bekijk deze video en beantwoord daarna de vragen: https://www.youtube.com/watch?v=R47DC4Oo1_o
a. met hoeveel mensen leven we op de aarde?
b. waarom groeit het aantal mensen dat op aarde leeft zo snel?
c. wat bedoelen we met een ecologische voetafdruk?
d. hoe zou jij jouw voetafdruk omschrijven?

 

3.2 kwaliteitseisen en keurmerken

Binnen de internationale handel doe je met veel bedrijven zaken. Om te weten of een land/bedrijf voldoet aan kwaliteitseisen, milieunormen en jouw eigen normen en waarden wordt gebruik gemaakt van keurmerken en certificaten.

Gebruik deze link van de overheid om informatie te zoeken: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/certificaten-keurmerken-en-meetinstrumenten/kwaliteitseisen-producten-en-diensten

Opdracht 4
a. Keurmerken zijn er voor verschillende thema’s. Zoek voor onderstaande thema’s een keurmerk. Sla deze afbeeldingen op als collage op jouw i-Pad.
- Milieu en duurzaamheid.
- Eerlijke handel.
- Voedselveiligheid
b. stel je voor je gaat handel voeren in vlees. Welke keurmerk is dan belangrijk?
c. Wat bedoelen ze met een keurmerk voor informatieveiligheid?

Opdracht 5
Gebruik de keurmerken wijzer https://keurmerkenwijzer.nl/ om meer informatie te vinden.
a. in welke categorieën delen we alle keurmerken op?
b. zoek uit elke categorie een 1 keurmerk op en leg uit voor welke producten dit keurmerk geldig is?

3.3 buitenlandse betalingen 

Als je als Nederlandse ondernemer handelt in het binnenland kun je de btw die bij jou in rekening is gebracht terg vragen van de belastingdienst. Als je handelt met bedrijven in het buitenland pas je het btw tarief aan naar 0%.

Verkoop je iets aan een ondernemer buiten de EU dan breng je geen btw in rekening. Koop je iets van een ondernemer buiten de EU dan betaal je bij de inklaring btw en invoerrechten. Ingeklaarde goederen heten ook wel douanegoederen. Je kunt er pas over beschikken als de douane ze vrijgeeft.

Opdracht 6
a. Zoek op internet 5 mogelijke manieren waarop internationaal betaald kan worden?
b. Bij wat voor soort aankopen wordt PayPal veel gebruikt?

 

3.4 distributie en transport

Distributie en transport horen bij elkaar. Distributie is het verdelen van goederen over de klanten. Transport betekent het vervoeren van goederen. Wanneer we kijken naar transport verdelen we dit in 2 delen. Interne en externe transport middelen Een extern transportmiddel is een transportmiddel dat buiten wordt gebruikt, zoals vrachtwagens en vliegtuigen. Een intern transportmiddel is een transportmiddel dat binnen wordt gebruikt in het magazijn om goederen te verplaatsen. Voorbeelden hiervan zijn heftrucks en stapelaars.

Een vervoerder zorgt voor het vervoer en voor de transportdocumenten en de vergunningen die nodig zijn. Een expediteur regelt naast het vervoer, de transportdocumenten en de vergunningen ook een transportverzekering en de douane activiteiten.

Een expediteur is iets anders dan een transporteur. De laatste is puur verantwoordelijk voor het vervoer van de goederen. Expediteurs zijn echt bemiddelaars. Ze zorgen ervoor dat jouw goederen op de snelste en meest efficiënte manier worden vervoerd. Een expediteur onderhandelt over de prijs, stelt contracten op, verzorgt de vrachtbrief, het manifest en de afrekening. Ook staat hij borg voor vrachtpenningen en invoerrechten, verzekert de goederen, geeft advies, organiseert het vervoer van deur tot deur en kan voor opslag zorgen.

Opdracht 7
Bekijk de video en beantwoord de vragen: https://www.youtube.com/watch?v=fLIBspDGkiE
a. Waarom kiezen veel bedrijven ervoor om een expediteur in dienst te nemen?
b. Waarom horen distributie en transport bij elkaar?

Bij vervoeren van goederen in de zakelijke markt zijn vergunningen nodig.
1. Bij eigen vervoer zijn geen vergunningen nodig. Maar men zal wel met een vrachtbrief aan moeten kunnen tonen wat er vervoerd wordt.
2. Bij vervoer van goederen van andere bedrijven zijn meerdere vergunningen nodig: een eurovergunning, een ritmachtiging of een CEMT-vergunning.

Opdracht 8
a. Zoek op wat deze 3 vergunning betekenen en waar deze voor nodig zijn?
b. wat is het grote verschil tussen een ritmachtiging en een CEMT vergunning?

Waarom kies je voor een bepaalde vervoerswijze?

Aan iedere vervoerswijze zitten voordelen en nadelen. De keuze voor vervoerswijze is afhankelijk van verschillende onderwerpen.  De kosten van het vervoer, de snelheid van vervoeren, de soort goederen en de geografische ligging zijn van belang.

Type

Voordelen

Nadelen

·         Snel

·         Flexibel

·         Alle plaatsen kun je bereiken van deur tot deur

 

·         Kortere afstanden

·         Files zorgen voor langere rijtijden.

 

 

·         Goedkoop

·         Veel goederen tegelijk (grootte hoeveelheden)

·         Veel soorten goederen kun je hiermee vervoeren.

Vaak ook nog ander vervoer nog om alles naar het spoor te brengen.

·         Snel

·         Grote afstanden

 

Vaak ook nog ander vervoer nog om alles naar de luchthaven te brengen.

·         Lage kosten

·         Grote afstanden

Langzaam en vaak in combinatie met andere vervoerswijze.

 

Opdracht 9
Je gaat nu uitleggen met welk vervoerstype je de vracht het beste kunt vervoeren en waarom.
a. 100 nieuwe wielrenfietsen vanuit Amerika naar Nederland.
b. Een bijzonder kunstwerk vanuit Rome naar Brussel.
c. Een handgemaakte servies set vanuit China naar Nederland.
d. 100 kilo sinaasappelen vanuit Spanje naar Limburg.