Waarden invoeren

Alle informatie die je in een spreadsheet invoert, wordt in een cel opgeslagen. Elke cel kan verschillende soorten inhoud bevatten, waaronder tekst, opmaak, formules en functies.

Invoeren van waarden

Je kan dingen invoeren door op een cel te gaan staan met je muis en dan de gaan typen. Je kan ook een cel selecteren en de waarden invoeren in de formulebalk.

Tekst: cellen kunnen tekst bevatten, zoals letters, cijfers en datums.


Formules en functies: Cellen kunnen ook allerlei formules en functie bevatten, hier wordt later tijdens een volgende les dieper op ingegaan.  Je ziet de formule/ functie in de formulebalk staan en de uitkomst hiervan staat in de cel waar de formule in gezet is.

Kopieren, knippen en plakken

Het is gemakkelijk om inhoud te kopiëren die al in de spreadsheet is ingevoerd en deze inhoud in andere cellen te plakken.

  1. Selecteer de cellen die je wilt kopiëren.
  2. Druk op Ctrl + C op je toetsenbord om de cellen te kopiëren.
  3. Selecteer de cellen waar je wilt plakken
  4. Druk op Ctrl + V om de waarden te plakken
  5. Het zelfde werkt met knippen (Ctrl + X) en daarna plakken


Als je speciaal wilt plakken kan je de verschillende opties vinden in de menubalk onder Bewerken > Speciaal plakken:

Verplaatsen van waarden

Je kan eenvoudig cellen verplatsen zonder knippen en plakken te gebruiken.

  1. Selecteer de cel die je wilt verplaatsen en beweeg de muis over een buitenrand van het blauwe vak.
    De cursor verandert in een handpictogram.
  2. Klik en sleep de cel naar de gewenste locatie.
  3. Laat de muis los om de cel neer te zetten.