Opdracht 6.3

Tomas Lemstra is bezig met een nieuwe uitvinding: de Topschaats. Hij denkt dat op deze schaatsen een topschaatser gemiddeld wel een seconde per rondje sneller kan gaan dan op de huidige schaatsen.

Hij gaat zijn uitvinding testen door met een aantal schaatsers 10 rondjes rijden op achtereenvolgens oude Noren, Klapschaatsen en zijn nieuwe uitvinding, de Topschaatsen.

De benodigde tijd over elke ronde van 400 meter wordt gemeten. De uitkomsten worden gemiddeld. De omstandigheden zijn uiteraard zoveel mogelijk gelijk gehouden om zo zuiver mogelijke meetresultaten te verkrijgen.

Jij gaat nu de uitkomsten van de meetresultaten met behulp van Spreadsheets berekenen.

Volg onderstaande stappen:

  1. Open nieuw Spreadsheet in Google drive en geef het de naam: Opdracht 6.3
  2. Kopieer onderstaande gegevens en plak ze in de spreadsheet.
    Rondje Noren Klapschaatsen Topschaatsen
    1 34,7 34,3 34,9
    2 31,8 31,3 30,7
    3 31,4 31,2 30,7
    4 31,6 31,3 30,6
    5 31,9 31,2 30,1
    6 32,1 31,3 30,6
    7 32,1 31,4 31,2
    8 32,6 31,5 31,8
    9 32,9 31,5 32,4
    10 33,7 31,7 33,0
  3. Maak een nieuwe rij aan en noem die: Totale tijd.
  4. Maak een tweede nieuwe rij aan en noem die: Gemiddelde rondetijd.
  5. Maak een derde nieuwe rij aan en noem die: Snelste rondetijd.
  6. Maak een vierde nieuwe rij aan en noem die: Aantal boven 31,5
  7. Bepaal met behulp van een formule voor zowel Noren, Klapschaats als Topschaats de totale tijd, de gemiddelde rondetijd en de snelste rondetijd en het aantal keer de meeting boven de 31,5 kwam (gebruik de COUNTIF functie).
  8. Wat is volgens jou de beste schaats op basis van deze meetgegevens? Type je antwoord onder de snelste rondetijd.
  9. Maak de tabel netjes op met kleur enzovoort zodat het duidelijk is.
  10. Lever nu dit bestand in door het te delen met je docent.

Kies zelf je kleuren en randen maar het bestand zou er (met waarden natuurlijk) zou kunnen uitzien: