Startopdracht B

Wie is het snelst?

Welk dier is het snelst? Dat is wel een lastige vraag, want kun je de snelheid in water en in lucht bijvoorbeeld wel met elkaar vergelijken?

In stap 2 van het blok ‘Ken je kracht’ heb je al geleerd dat de lucht en water een bepaalde weerstand geven aan voorwerpen.

Is de grootte van het dier ook belangrijk? Zo legt een kakkerlak per seconde 50 keer zijn lichaamslengte af.
Een menselijke sprinter zou in dat geval een snelheid halen van 330 kilometer per uur!
En wat dacht je van de vampiermier?
Dit agressieve insect kan zijn kaken dichtslaan met een snelheid van 320 kilometer per uur!

Daarom splitsen we de vraag op. We kijken niet naar de lichaamsgrootte, maar alleen naar de absolute snelheid waarmee het dier zich kan verplaatsen.
Wat is dan.

Dat ga je uitzoeken in de volgende oefeningen.

Bekijk het allersnelste dier aan het werk. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.