Pak de lijst met functiewoorden erbij. Verzin bij ieder functiewoord een voorbeeld, waarin de functie duidelijk wordt. Sommige functies zijn heel duidelijk en daar kun je makkelijk een voorbeeld bij verzinnen. Maar sommige functies lijken op elkaar. Als je heldere voorbeelden verzint en uit je hoofd leert, helpt dat als je de functie van een alinea moet bepalen.
Voorbeeld 1: aanbeveling
Je gaat woont in heuvelachtig gebied en bij het kopen van een nieuwe fiets beveelt de fietsenmaker de fiets met 9 versnellingen aan, in plaats van de fiets zonder versnellingen. Want dan kun je je verzet niet aanpassen, als je heuvelop rijdt.