Drogredenen zijn argumentaties die niet kloppen: er zit een redeneerfout in. Ze zijn te verdelen in twee categorieën:
Er zijn zes argumentatieschema's. Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
In Hoofdstuk 2.1 in het Katern Argumenteren worden deze schema's toegelicht. Als ze goed worden toegepast is er niets mis mee. Maar soms worden ze onjuist gebruikt. Dan spreek je van een drogreden.
A. Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema: "Sinds ik een kleinere auto heb, sta ik niet meer zo lang in de file."
B. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschapschema: "Dat meisje heeft weer haar haar hetzelfde, ze zal wel niet creatief zijn."
C. Onjuist beroep op voor-en-nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen: "Als jij je kamer nou eens opruimt dan ben je nooit meer je sokken kwijt en kan je ’s ochtends een kwartier langer uitslapen"
D. Onjuist beroep op een voor-en-nadelenschema: vals dilemma: ‘Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie.’
E. Onjuist beroep op een voorbeeldschema: overhaaste generalisatie: “Als een docent Nederlands iets vergeet, dan zijn alle docenten Nederlands verstrooid.”
F. Onjuist beroep op een vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking: “Als alcohol en sigaretten overal te koop zijn, dan moet heroïne ook gelegaliseerd worden.”
G. Onjuist Beroep op autoriteit: “Als Ida, Igo en Suzanne een boek goed vinden, dan is dat boek goed.”
Als iemand zich niet houdt aan een discussieregel, spreek je ook van een drogreden. Je hoort ze het vaakst in discussies en debatten, maar ze kunnen ook in geschreven teksten voorkomen.
H. Persoonlijke aanval: “Als deze docent niet eens zijn eigen kinderen in de hand kan houden, dan is hij niet serieus te nemen.”
I. Cirkelredenering (argument en standpunt zijn hetzelfde): “Als er niets boeiends in het boek gebeurt, dan is het boek saai.”
J. Ontduiken van de bewijslast: “Dat huiswerk heb je niet zelf gemaakt, maar gewoon van iemand overgeschreven. Helemaal niet! Bewijs dat dan maar eens.”
K. Vertekenen van het standpunt: “Als je in de zomervakantie niet mee wilt naar Italië, dan ga je je liever te pletter vervelen.”
L. Bespelen van het publiek: “Alleen racisten zullen het niet met mij eens zijn.”
Meer uitleg over deze drogredenen? Kijk in het Katern Argumenteren in hoofdstuk 2.3.