Informatie:
In 1901 hield Konining Wilhellmina aan toespraak waarin ze sprak over de etische politiek. Dit betekende dat Nederland een schuld had tegenover de Indonesiers. Nederlanders zelf vonden nu ook dat ze niet goed om gegaan waren met de Indonesiers. Met de etische politiek zou de Indonesische bevolking “opgevoed” worden zodat ze zich meer als westerse mensen gingen gedragen. Sommige indonesiers mochten nu naar school, ook kwam er een volksraad voor de indonesiers waarin ze hun zegje kwijt konden. Veel kwam van deze etische politiek echter niet terecht. Veel Nederlandsers vonden de Indonesiers niet gelijkwaardig aan hunzelf en er werd niet genoeg geld in etische politiek gestopt om het echt goed te laten lopen.
Troonrede Wilhelmina:
Als Christelijke staat is Nederland verplicht in den Indischen Archipel de rechtspositie der inlandsche bevolkin beter te regelen, aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verleenen, en geheel het regeeringsbeleid te doordringen van het besef, dat Nederland tegenover de bevolking dezer gewesten een zedelijke roeping heeft te vervullen.
In verband hiermede trekt de mindere welvaart der inlandsche bevolking op Java Mijne bij zondere aandacht. Ik wensch naar de oorzaken hiervan een onderzoek in te stellen. Aan de bepalingen ter bescherming van de onder contract werkende koelies zal gestrengelijk de hand worden gehouden.
Troonrede Wilhelmina 1901