Project A: Going to the doctor

Going to the doctor
Gesprekken voeren, informatie uitwisselen
Situatie
Je bent in het buitenland en moet naar de dokter.
- Werk samen met een klasgenoot.
- Een van jullie is de dokter en de ander de patiënt.
- De dokter gebruikt de volgende twee documenten:
- De patiënt gebruikt de volgende twee documenten:
- Voer een gesprek met behulp van de documenten. De patiënt kiest een aandoening en de dokter reageert met de juiste diagnose en oplossing.
- Klaar? Wissel dan van rol en voer het gesprek nogmaals met een andere aandoening.
Tip: Vraag twee klasgenoten om naar jullie gesprek te luisteren en feedback te geven.
Je hebt het goed gedaan als:
- Je twee gesprekken hebt gevoerd, één als dokter en één als patiënt
- Je duidelijk sprak
- Iedereen je begrepen heeft
- Je jouw medeleerlingen om feedback hebt gevraagd.