Tell me about your sport memories
Deze oefening doe je samen met een klasgenoot.
Verdeel de rollen en lees het gesprekje.
Person A
Person B
What is your sport memory?
Why?
When was it?
How do you feel about it?
My memory is about cycling.
I had a puncture.
It was last month.
I feel disappointed.
Maak 4 nieuwe gesprekjes door de gekleurde woorden te vervangen door een woord in dezelfde kleur.
Wissel telkens van rol.
cycling
football
a relay race
baseball
hockey
rugby
tennis
had a puncture
won a medal
kept the scores
was the goalie
sat on the bench
was the best player
won the game
last month
a week ago
in 2014
yesterday
three days ago
in January
last night
disappointed
over the moon
very happy
sad
relieved
great
exhausted
Gebruik de vragen die bij ‘person A’ staan om elkaar te interviewen.
Bedenk zelf nog twee vragen die je in het Engels aan de ander kunt stellen over de sportherinnering.