In de vorige hoofdstukken heb je geleerd dat je grote hoeveelÂheden gegevens kunt samenvatten met het geven van het gemiddelde en de standaardafwijking. Bij de standaardafwijking heb je gezien dat waarden die dicht bij het gemiddelde liggen minder zwaar mee wegen dan waarden die ver van het gemiddelde afliggen.
In dit hoofdstuk ga je nauwkeuriger kijken naar de manier waarop de waarden verspreid zijn rond het gemiddelde. De vraag is dus, hoe vaak een waarde dicht bij het gemiddelde ligt, en hoe vaak verafgelegen waarden voorkomen. Een goede manier om de gegevens te bekijken is met een histogram. Jullie hebben al eerder in Excel een histogram gemaakt.