Als er je analyse niet direct een variabele valt aan te wijzen die de ander voorspelt, zoals in de voorgaande opdrachten, en je toch wilt kijken of er een verband is, kun je de correlatie gebruiken.
Een correlatie test eigenlijk of twee getallenreeksen gelijk opgaan, of juist tegenovergesteld.
Een mooi overzicht van correlaties geeft het volgende figuur (figuur 32):
Het getal onder de grafieken geeft de grootte van de correlatiecoëfficiënt aan. Bij correlaties is de nulhypothese dat de correlatiecoëfficiënt 0 is. Dan is er namelijk geen verband tussen beide variabelen. Excel geeft ons de mogelijkheid dit te toetsen. Het grote verschil met regressies is dat bij een regressie altijd één variabele de andere beïnvloedt, maar niet andersom. Bij correlaties kan het effect beide kanten op zijn. Een mooi voorbeeld van een correlatie geeft het volgende figuur (figuur 33):
Natuurlijk heeft het aantal woordjes dat een peuter praat geen invloed op hoe ver hij loopt, maar toevallig is er een verband. Het kan natuurlijk zijn dat dezelfde oorzaak voor het aantal woordjes ook het aantal stapjes veroorzaakt, maar dat wordt hier niet onderzocht.
Bij correlaties gebruiken we de trendlijnfunctie niet.
Correlatie in Excel https://youtu.be/ugonToyqi7I