In het 1e deel van deze module hebben we vooral aandacht gehad voor de theorie en een aantal basisvaardigheden, met name in Excel. In het tweede gedeelte gaan we de gereedschapskist waarmee je datasets te lijf kan uitbreiden. Vaak is het namelijk nodig meer te doen dan alleen de gemiddeldes te berekenen en een paar grafiekjes te maken. Je gaat je grafieken onderbouwen met statistische gegevens. In hoofdstuk 7, 8 en 9 komen methodes aan bod om verschillende soorten gegevens te analyseren.
De eerste soort analyse (hoofdstuk 7) maakt gebruik van continue variabelen als onafhankelijke variabele. Dat zijn variabelen waarbij je een wiskundige bewerking kunt toepassen en het ook ergens op slaat. Bijvoorbeeld: de lengte van mensen kun je vermenigvuldigen met een getal en dan is het nog steeds een lengte en dan is dat verschil ook logisch (als je lengte * 1,2 doet, dan is het resultaat 1,2x zo groot. De methodes die hierbij horen zijn de regressie en de correlatie.
De tweede soort vergelijkt groepen (hoofdstuk 8). We beperken ons in hoofdstuk 8 tot het vergelijken van 2 groepen. Meerdere groepen kan ook, maar lastig in Excel. Dit noemen we nominale variabelen. Groep 2 t.o.v. groep 1 zijn gewoon namen van groepen. Groep 2 is niet 2x groep 1. Je kunt dus op deze groepsvariabele geen wiskundige bewerking toepassen en dat het nog ergens op slaat. Let op, dit geldt dan voor de onafhankelijke variabele, wat er op de y-as staat (waar je de groepen op vergelijkt, bijv. cijfers die gehaald zijn) kan gewoon continue variabele zijn. Deze methodes zijn de verschillende t-testen.
Dan is er nog een methode (hoofdstuk 9) en daarbij kunnen zowel de afhankelijke en onafhankelijke variabelen nominaal zijn. Als je bijvoorbeeld vergelijkt hoe vaak een haarkleur voorkomt in een klas zijn de mogelijke uitkomsten bijv. blond, bruin, zwart, rood, grijs. Grijs is niet 2x rood of 1,5x blond. Een wiskundige bewerking op deze mogelijke uitkomsten slaat dus nergens op. Het vergelijken van de aantallen keren dat de verschillende uitkomsten voorkomt doe je met de (chi-kwadraattest).
Deze hoofdstukken geven je dan dus een basis om veel verschillende soorten gegevens juist te analyseren. Tijdens de lessen gaan we ook nog jullie profielwerkstukken bespreken om te kijken welke methode het beste bij jou gegevens past.