Soms geeft het gemiddelde niet een juiste indruk van een serie getallen. Kijk maar naar vraag 13.
Als de gemiddelde leeftijd bijna 19 jaar is, dan denk je dat ze alle zeven al geruime tijd van de basisschool af zijn. Dan denk je niet aan een honderdjarige met zijn kleinkinderen!
Hoe zou jij de leeftijd van de mensen op de foto hebben beschreven?
Waarschijnlijk zeg je: “Een oude man en een groep kleine kinderen.” Als er een uitschieter zit tussen een serie getallen, dan geeft het gemiddelde geen juiste indruk. In dit soort gevallen is het handiger om de serie leeftijden samen te vatten met het begrip mediaan. Dit is de middelste waarde. Je vindt de mediaan door alle waarden te sorteren, te nummeren, en dan de middelste waarde te nemen.
We nemen als voorbeeld de mediaan van de leeftijden op de foto uit opdracht 15. In figuur 9 staan de leeftijden gerangschikt. De middelste waarde is de 4de, en de mediaan is dus 6 jaar.
Meestal vat je reeksen van getallen samen door het gemiddelde te geven, of eventueel de mediaan. In § 2.1 heb je nog andere manieren gebruikt om een reeks getallen samen te vatten. Je kunt de kleinste en het grootste waarde geven. Je hebt toen ook een keer de meest voorkomende waarde gegeven. Dit heet in de statistiek de modus. Om die te vinden moet je eerst tellen hoe vaak elke waarde voorkomt.
Bijvoorbeeld: de modus van de reeks getallen 3, 4, 6, 6, 7 en 6 is 6, want 6 komt drie keer voor, en 3, 4 en 7 elk maar één keer. In de tabel hieronder staat dit weergegeven in een frequentietabel.
Waarde | Aantal keer |
3 | 1 |
4 | 1 |
6 | 3 |
7 | 1 |