6.1 - Inleiding

Als je onderzoek doet test je hypotheses. Daar zijn bepaalde regels voor en die gelden ook voor statistiek. Als je die regels goed toepast, ook al zijn ze een beetje abstract, is het vrij simpel.

Belangrijk om te bedenken is dat we in dit hoofdstuk steeds het onderscheid maken tussen de steekproef en de populatie. De populatie is de gehele groep, en de steekproef is een klein gedeelte van de groep waarmee je het onderzoek uitvoert (omdat dat bijv. met de hele groep teveel werk is). Met een goede steekproef krijg je betrouwbare resultaten.

Dat betekent dat we steeds uitspraken doen op basis van de steekproef. Afhankelijk van de 'power' van je analyse gaat die betrouwbaar zijn en dus overeenkomen met de populatie. Maar niet altijd! Soms geeft je steekproef een andere uitkomst dan je zou hebben gekregen als je het onderzoek met de hele populatie zou hebben uitgevoerd.

Verder is het goed om te bedenken dat we het vanaf nu steeds over toetsen hebben in relatie tot hypotheses. Dit heeft niets met toetsen in de zin van proefwerken te maken.