--- Voorbeeld II

Een docente Nederlands in klas 1 heeft besloten om een deel van de stof met betrekking tot spelling zelf vorm te gaan geven met een eigen arrangement aan leermiddelen. Hiervoor kijkt zij eerst naar het kerndoel dat betrekking heeft op het onderdeel spelling:

Einddoel: “De leerling leert zich te houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.”

Vervolgens kiest zij ervoor om een beperkt stuk stof te gaan uitschrijven wat betreft inhoud, tussendoelen en einddoel:

Inhoud: Spelling – werkwoordspelling
Tussendoelen: