In de les

Aan de slag

1. Opdracht observeren (thuis uitgevoerd)

Subjectief/Objectief

Waarnemen/ Observeren

 

2. Opdracht communicatie

Indeze opdracht word je uitgedaagd na te denken over communicatie. Vorm een vijftal. Lees de stellingen

en vorm er een mening over. Wissel deze meningen uit binnen het vijftal. Dan volgt er een uitwisseling

van meningen in de hele groep.

 

1 Communicatie: één blik en ik weet genoeg.

2 In ons toekomstige beroep is verbale communicatie belangrijker dan non-verbale communicatie.

3 Non-verbale boodschappen worden eerder geloofd dan verbale.

4 Communiceren is makkelijk, iedereen kan het.

 

 

3. Casus communicatie  Lees de volgende situatie:

 

Jade werkt op een kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling. Vince is een van de tieners

die er doordeweeks woont. Vince heeft moeite met zijn opleiding. Ook weet Jade dat

hij zijn ouders en zusje enorm mist. Vandaag is Vince uit school meteen naar zijn

kamer gelopen. Hij is niet eens in de huiskamer geweest om wat te drinken en iets

lekkers te pakken. Het is tijd voor een praatje, denkt Jade. Wanneer ze op zijn kamer

komt, maakt Vince nauwelijks oogcontact met haar. Hij scrolt wat op zijn mobieltje.

Wanneer ze vraagt hoe het met hem gaat, antwoordt hij: ‘Prima hoor.’ Wanneer Jade

doorvraagt, roept hij: ‘Ik zei toch dat het goed gaat, mens, laat me met rust!’

 

OPDRACHTEN

Analyseer deze situatie met behulp van het communicatieschema. Denk aan:

• Wie is de zender?

• Welke boodschap wordt verzonden?

• Wat is het doel?

• Hoe wordt deze gecodeerd en gedecodeerd?

• Welke boodschappen worden er verbaal verstuurd, welke non-verbaal?

• Wat kan er misgaan?