Opgaven
1H02.2 Opgaven .............................................................................................................
Codes worden heel vaak gebruikt.
Hier zie je bijvoorbeeld Victor's lesrooster.
- Maandag de eerste twee uur heeft Victor lichamelijke opvoeding.Welke vakken heeft hij nog meer op maandag?
- In welk lokaal zit Victor op maandag het vierde lesuur?
- Heeft de school van Victor 313 lokalen?
Het eerste cijfer van het lokaalnummer geeft de verdieping aan.
- Op welke verdieping ligt lokaal 313?
- Op welke verdieping ligt lokaal 014?
Hier zie je een ziekenhuis.
Het ziekenhuis bestaat uit vier vleugels. In één kamer in de zuidvleugel brandt licht, dat is kamer Z 2.4 L.
- Wat wordt bedoeld met de letter “Z” in het kamernummer?
- Op welke verdieping ligt de kamer?
- Je loopt vanuit de hal naar de kamer.
De hoeveelste kamer is het?
- Ligt de kamer aan de linker- of rechterkant?
Op één van de kamers zie je een vraagteken.
- Wat is het nummer van deze kamer?
Op een schaakbord worden de velden met een code aangegeven.
Op dit schaakbord staat de zwarte koning op veld e8.
- Is g6 een wit of een zwart veld?
- Op welke velden staan de zwarte torens?
4 |
 |
"Gezicht" |
Iemand heeft in Excel dit “gezichtje” getekend.
- Welke cellen stellen de ogen voor?
- Welke cellen stellen de mond voor?
Maak de cellen D3, D4, D6, D7 en E3, E4, E6 en E7 donkergeel.
- Lijkt je figuur nu op een leeuw?
5 |
 |
Boter, kaas en eieren |
Van “boter, kaas en eieren” bestaat ook een driedimensionale versie.
Het zwarte balletje geef je aan met C-II-3.
- Welke codes hebben de twee witte balletjes?
- Teken een zwart balletje op B-II-2.
- Waar moet wit nu een balletje leggen?
Morgen is er een sportdag op de school van Anne. Anne heeft een rooster voor de sportdag gekregen.
Anne zit in klas 1C.
- Hoe laat moet Anne haar eerste wedstrijd spelen?
- Tegen welke klas speelt Anne de tweede wedstrijd?
- Op welk veld speelt Anne de laatste wedstrijd?
7 |
 |
Kubussen stapelen |
Hier zie je een stapel kubussen. 
Linksvoor liggen er twee op elkaar, dat geef je aan door de code A-I-2.
- Welke code heeft de stapel kubussen linksachter?
- Zet een kruisje op de stapel B-III-4.
- De code D-III-2 is fout. Verbeter hem.
8 |
|
Plaats bepalen op een kaart |
Je ziet een deel van de plattegrond van Haarlem.
- De ligging van het huis van
Sjaak is aangegeven met de letter S.
In welk vak woont Sjaak?
- Hanneke’s huis vind je bij de letter H.
In welk vak woont Hanneke?
- Victor woont op het punt waar de Nassaulaan, Raaks en de Gedempte Oude Gracht samen komen.
In welk vak woont Victor?
- Door welke vakken loopt de Jansstraat?
9 |
|
Plaats bepalen op een kaart 2 |
Je ziet hier een kaart van Brouwershaven.

- De molen aan het eind van de Molenstraat zit in vak ……
- De Dapperweg zit vooral in vak ……
- Kerken vind je in de vakken ……
- In vak D3 zit vooral ……
10 |
|
Plaats bepalen op een kaart 3 |
Bekijk de plattegrond.

- Hoe heet de camping in vak D2?
- In welke vier vakken ligt Barchem?
- Je rijdt van Lochem naar Barchem over de Lochemse weg. Door welke vakken kom je?