Leerdoelen

Aan het einde van dit thema moet de volgende dingen weten of kunnen:

  1. Ik ken het atoommodel van Rutherford en weet wat de verschillende subatomaire deeltjes hierin zijn, ik ken de symbolen, positie, lading en massa van deze deeltjes.
  2. Ik ken het verschil én de overeenkomst tussen elektrostatica en elektrodynamica.
  3. Ik weet hoe statische elektriciteit tot stand kan komen en welke interacties statisch geladen objecten met elkaar kunnen hebben.
  4. Ik kan in eigen woorden beschrijven wat elektrische stroom is en waarom een stroomkring altijd gesloten moet zijn.
  5. Ik weet precies hoe een simpele stroomkring werkt en kan hierin de volgende onderdelen in omschrijven en uitleggen: Spanningsbron, plus- en min-pool, stroomrichting en elektronenbeweging.
  6. Ik ken de volgende componenten uit een stroomkring en ik kan de functie er van beschrijven: Stroomdraad, spanningsbron, druk en wip schakelaar en lampje.
  7. Ik kan eigen elektrische schakelingen ontwerpen en bouwen.
  8. Ik kan gevraagde functionaliteiten vertalen in elektrische schakelingen.