Step 5 - Speaking

Speech cards
Expressions: If you need some extra help, go to your StudioWozzol account and take another look at the chunks.
Now you are going to try to have a conversation with someone else.

  1. Find someone to work with and use the speech card A or B on page two.
  2. Write down a couple of words to help you during the conversation.
  3. Practise your conversation at least twice.

After practising twice, do the following things:

  1. Find another pair to work with.
  2. Act out your conversation.
  3. Let them act out their conversation and write down feedback for them.
  4. Let them do the conversation and write down feedback for them.
  5. Discuss what things were good and what you can do better next time.
     
      Persoon A   Persoon B
    1 Groet. 1 Groet terug.
    2 Vraag de naam van de ander. 2 Vertel hoe je heet.
    Vraag de naam van de ander.
    3 Geef antwoord.
    Vraag of de andere met een huisdier bij
    de dierenarts is geweest.
    3 Geef antwoord.
    Vraag of je gesprekspartner bij de
    dierenarts is geweest.
    4 Geef antwoord.
    Vertel dat je hond was aangereden op
    straat.
    4 Vertel dat je kat uit de boom was
    gevallen.
    5 Vraag wat de dierenarts met de kat
    heeft gedaan.
    5 Vertel dat hij hem geopereerd heeft.
    Vraag hoe het met de hond bij de
    dierenarts ging.
    6 Vertel dat de dierenarts een paar
    röntgenfoto's heeft gemaakt
    6 Vraag of je hond geopereerd is.
    7 Geef antwoord.
    Beëndig het gesprek.
    7 Reageer en sluit af.