In het Duits kennen ze net als in het Nederlands lidwoorden. In het Duits "Artikel" genoemd.
In het Duits kennen ze in tegenstelling tot het Nederlands drie verschillende lidwoorden "der, die en das".
Bekijk de Tabel!
Mann |
Frau |
Kind |
Bruder |
Schwester |
Blatt |
Sohn |
Tochter |
Buch |
Stier |
Kuh |
Gebäude |
Hund |
Katze |
Problem |
Probeer deze woorden eerst voor jezelf te vertalen!
Wat is het verschil tussen de drie kolommen?
Bekijk de link naar het filmpje!
eins
zwei
drei
vier
fünf
sechs
sieben
acht
neun
zehn
elf
zwölf
dreizehn
vierzehn
fünfzehn
sechzehn
siebzehn
achtzehn
neunzehn
zwanzig
einundzwanzig
dreißig
vierzig
fünfzig
sechzig
siebzig
achtzig
neunzig
hundert
Met behulp van deze getallen hierboven kun je alle getallen tot en met de honderd maken!
Bingo! Maak in je schrift je eigen bingokaart met 25 verschillende getallen, net zoals hieronder.
1-15 |
16-30 |
31-45 |
46-60 |
61-75 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Luister naar het volgende lied!
Noteer bij het lied alle woorden die een Umlaut hebben.
Luister daarbij goed hoe die letters met een Umlaut worden uitgesproken en schrijf op hoe die letters met umlaut en zonder umlaut klinken.
Übung 4 der, die of das?
Neem deze woorden over in je schrift of maak een word bestand aan.
Geef bij elk van de woorden aan of er der, die of das voor moet komen te staan. Voor de regels bekijk het filmpje bij Übung 1 nogmaals.
Let op! Doe dit zonder het woord op te zoeken. Probeer te bedenken waarom het der, die of das moet zijn.
Wanderung |
Auto |
Kanone |
Unendlichkeit |
Mädchen |
Name |
Junge |
Giraffe |
Schwimmen |
Kollege |
Stunde |
Geschenk |
Lehrerin |
Turnier |
Freude |
Geld |
Weltmeisterschaft |
Adresse |
Strömung |
Liebe |
Fräulein |
Übung 5
We hebben al geleerd wanneer je in het Duits hoofdletters moet gebruiken.
Zorg ervoor dat je alle hoofdletters vindt in het volgende stuk tekst over Frans Bauer.