Omrekenen van oppervlaktes en volumes
Bij het rekenen met oppervlaktes en volumes veranderen de stapgroottes. Per stap verandert het getal nu met een factor 100 (bij oppervlakten) en een factor 1000 (bij volumes).
Voor oppervlakte geldt: Oppervlak A = l x b.
Er passen dus 10 stukje van een centimeter in 1 decimeter.
De oppervlakte = l x b = 1 dm x 1 dm = 1 dm2=10 cm x 10 cm = 100 cm2
Voor volume geldt V = l x b x h en heb je dus 10 lagen van 100 blokjes is 1000
Het volume = l x b x h = 1 dm x 1 dm x 1 dm = 1 dm3=10 cm x 10 cm x 10 cm = 1000 cm3
De ruimte die een voorwerp inneemt is Volume. Voor een vloeistof wordt vaak inhoud gebruikt maar is voor de natuurkunde hetzelfde. Naast m3.gebruiken we ook vaak Liters (L) Je moet deze ook in elkaar kunnen omrekenen. Voor de volume maten geldt:
1 dm3 = 1 L
1 cm3 = 1 mL
Oppervlakte en Volume https://www.youtube.com/watch?v=W2UcgGFocSM