Hieronder staan de begrippen van dit projectdeel. Jij moet die begrippen kennen voor de kennistoets. Om de begrippen goed te kennen moet je deze begrippen al gaan leren. Wij willen dat je het leren van begrippen op de volgende manier aanpakt:
Agrarische Revolutie De Agrarische Revolutie is de overgang van het nomadisch bestaan van jagers-verzamelaars naar het boerenbestaan. |
||||||
Landbouw/veeteelt Mensen gaan hun eigen voedsel produceren: het verbouwen van granen (landbouw) en het temmen van vee (veeteelt). |
||||||
Aardewerk Wonen op één plaats in een boerderij roept de behoefte op aan aardewerk: potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of leem. |
||||||
Grafgiften/Hiernamaals De doden krijgen in hun graf giften mee: grafgiften. Dat wijst op een geloof in een leven na de dood in een soort hemel, het hiernamaals. |
||||||
Bandkeramiekers De eerste boeren in de Lage Landen waren de Bandkeramiekers (5300-4900 v.Chr.) Zij vestigden zich op de lössgronden in Limburg. Hun aardewerk was versierd met banden. |
||||||
Trechterbekercultuur Een kenmerkende, veel voorkomende pot bij de Hunebedbouwers is de Trechterbeker. Daarom heet hun cultuur ook wel de Trechterbekercultuur. |
||||||
Hunebedden Hunebedden werden gemaakt van grote zwerfkeien. Eronder lagen de doden begraven.
|