Ziele - Doelstellingen
Im abschließenden Projekt in den Sprachaufgaben wirst du auf einem Campingplatz mit verschiedenen Kindern in deinem Alter über euren Wohnort, eure Wohnsituation und euer Zimmer sprechen.
In het afsluitende project in het onderdeel Sprachaufgaben (taaltaken) ga je op een camping met leeftijdsgenoten over jullie woonplaats, woonsituatie en kamer praten.
Leerdoelen:
Leerdoel |
Opdracht |
---|---|
Ik kan korte tekstberichten van verschillende personen over het thema Wohnen lezen en begrijpen. |
Die Möbel |
Ik luister naar korte audiofragmenten over woonsituaties en kunt hierover vragen beantwoorden. |
Wohnorte |
Ik kan iets vertellen over mijn woonplaats en mijn woonsituatie. |
Wohnorte |
Ik kan mijn kamer beschrijven en in een plattegrond alle meubels benoemen. |
Mein Zimmer |
Ik kan beschrijven hoe een typisch Duits huis eruit ziet. |
Im Haus |
Ik kan belangrijke woorden en uitdrukkingen m.b.t. het thema Wohnen benoemen en toepassen. |
alle |
Ik kan enkele basisregels van de Duitse grammatica beschrijven en toepassen. - Zwakke werkwoorden vervoegen |
Wohnorte Im Haus |
Ik kan de 1e en 4e naamval herkennen in een tekst. |
Die Möbel |
Ik kan vertellen over hoe ik woont en hoe mijn slaapkamer eruit ziet. |
Mein Zimmer |
Bij het miniproject vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.
Let daarbij op:
Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het namelijk pas in dit thema.
Aan de slag!
Viel Erfolg! - Veel succes!