In je Binas staat ook een versimpelde weergave van het periodiek systeem der elementen. Voortaan wordt dit PS genoemd (Periodiek Systeem).
Wat staat er in het PS, welke gegevens van de elementen kun je uit het PS halen.
Het symbool van het element. Het element (ongeveer 120) wordt aangegeven met een hoofdletter en vaak nog een kleine letter. Dit noemen we het symbool. Maak geen fouten hiermee.
Het atoomnummer van het element (het laagste getal). Dit getal geeft aan hoeveel protonen er in de kern zitten.
De relatieve atoommassa van het element (het hoogste getal). Dit getal geeft aan hoeveel unit (u) één atoom gemiddeld weegt. Dit heb je nodig om de massa van een molecuul te berekenen.
Met de kleur wordt aangegeven of het element een metaal of een niet-metaal is, grofweg zitten de niet-metalen aan de rechterkant en de metalen aan de linkerkant van het PS.
De periode (een rij) in het periodieksysteem geeft aan hoeveel schillen het atoom van dit element heeft. In de eerste periode staan ook maar 2 elementen omdat er maar 2 elektronen in de eerste schil (K-schil) passen.
De groep (een kolom) in het periodieksysteem geeft aan hoeveel elektronen er in de buitenste schil zitten. Alle elementen die in dezelfde groep zitten reageren ook op dezelfde manier.
De edelgassen (elementen in groep 18) hebben een volle buitenste schil en daarom reageren ze niet met andere elementen.
De halogenen (elementen in groep 17) hebben 7 elektronen in de buitenste schil (maximaal 8) dus kunnen makkelijk deze schil vullen. De halogenen zijn niet-metalen die erg makkelijk (dus agressief) reageren met een metaal, er wordt dan een zout gevormd.
Bekijk het element chloor hiernaast.
Zo staat hij ook in het PS van je Binas.
De kleur is geel dus je weet het is een niet metaal.
Het symbool is Cl
Het atoomnummer (laagste getal) is 17 dus heeft chloor totaal 17 protonen in de kern zitten. Een atoom heeft evenveel elektronen als protonen dus ook 17 elektronen in de schillen. De verdeling is K-schil 2 elektronen; de L-schil 8 elektronen en de M-schil 7 elektronen.
De relatieve atoommassa is 35,5 dus 1 atoom chloor heeft een massa van 35,5 u.