Samengevat:
Stoffen. Gemaakt van moleculen. Iedere stof heeft zijn eigen eigenschappen, dit zijn de stofeigenschappen. Voorbeelden: kleur, geur, smaak, brandbaarheid, oplosbaarheid (in water), oplosbaarheid (in olie), dichtheid (de massa van 1 dm3), stroomgeleiding, warmte geleiding, fase bij kamertemperatuur, kookpunt (= temperatuur waarbij een stof kookt), smeltpunt (= temperatuur waarbij een stof smelt)… |
||||
Zuivere stof Dit is een stof die bestaat uit één molecuulsoort.
|
Mengsel Dit is een stof die uit verschillende molecuulsoorten bestaat. Het mengsel heeft de eigenschappen van alle stoffen die in het mengsel zitten. Daarom heeft een mengsel geen kookpunt (of smeltpunt) maar een kooktraject (smelttraject) Voorbeelden: Oplossing, suspensie, emulsie, schuim, nevel, rook en legering |
|||
Verbinding Het molecuul bestaat uit verschillende atoomsoorten. |
Element Het molecuul bestaat uit één atoomsoort. Er bestaan ongeveer 120 elementen (binas 33 en 34) |
|||
Ionair Verbinding tussen een metaal en een nietmetaal |
Moleculair Verbinding tussen nietmetalen |
Metaal Links in het p.s. elementen die elektronen kunnen afstaan |
Nietmetaal Rechts in het p.s. elementen die elektronen kunnen opnemen |